vrijdag 22 februari 2013

Tony 1

Een kind waarvoor ik gekomen was, was een twee en half jaar oud jongetje dat aan kanker leed en spoedig zou sterven. Behalve dat hij erg verzwakt was door zien ziekte, waren er verschillende bij-effecten opgetreden ten gevolge van de behandelingen die hij had ondergaan, waaronder een sterk aangetaste anus, bloedklonteringen op verschillende plaatsen van het lichaam, en een by-pass ten behoeve van de chemo-therapie die hij nog steeds onderging.

Zijn lichamelijke toestand was een duidelijke weerspiegeling van de fase waarin de ziekte zich bevond. Toen ik naar het metalen bedje liep waarin Tony lag, keek hij mij en de twee andere mensen die mij vergezelden aan met ogen die open leken voor iedere mogelijkheid, voor alles wat er er ook maar zou kunnen gebeuren. Zijn ogen bleven een poosje rusten op degene die hij aankeek, en richtten zich dan pas op de volgende bezoeker. Er was niets oppervlakkigs in zijn blik. Hij was volledig aanwezig in het huidige ogenblik. Als je in zijn ogen keek was het net alsof je omhoog naar de nachtelijke hemel keek. Zo open was hij voor het huidige ogenblik, voor de dood. Zo open voor wat er ook zou gebeuren.


Hoewel het duidelijk was dat Tony's lichaam zijn levenskracht nog maar nauwelijks kon dragen, trok hij zich niet terug maar ging hij met open vizier het onbekende tegemoet, de onbekende uitgestrektheid die hij zo bereidwillig deelde met iedereen die naar hem toekwam.
Zijn moeder had zijn aanvaarding van de dood aangevoeld en begrepen, en nam mij later apart om me te vragen wat zij nu moest doen. Ze was in verwarring omdat hoewel het kostbaarste in haar leven haar nu duidelijk ontglipte, zij diep in haar hart het gevoel had dat het zo moest zijn, en dat het zo goed was. Ze vroeg zich af of er niet iets met haar aan de hand was. Haar echtgenoot, een beroepsmilitair, hield vol dat zijn zoon niet zou sterven. Hij vond het erg moeilijk om op bezoek te komen, om zijn zoon zo dicht bij de dood te zien, om de vrede in die kamer te ervaren.
Stephen Levine
warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten