maandag 29 februari 2016

woensdag 24 februari 2016

lieve zoon

langzaam begin je weg te glijden, geen interesse meer voor tv, telefoon en buiten wereld. Ogen die wat suf kijken, niet weten waar je bent. In de verte staren.Ik geef je te eten en met de ogen dicht neem je iedere hap, toch wel smaakvol, ik zag dit eerder. Een proces wat vordert..... zeg je voor nu welterusten. je bent moe lieve zoon. mamma.

maandag 8 februari 2016

lezing Hans Stolp : op de grens van leven en dood.

Hier onder vindt u de lezing van Hans Stolp. Het is een lange tekst, eventueel kunt u het uitprinten, dit leest namelijk wat rustiger. veel lees genoegen. Warme groet Jeltje Op de grens van leven en dood" Toen ik net achter de boekentafel zat, kwamen tot twee keer toe mensen naar mij toe die mij vroegen: Hoe ben jij opgevoed? Ben je kerkelijk opgevoed of niet? Ik vertelde vriendelijk dat ik gereformeerd was opgevoed. Er werd toen wat meewarrig geknikt van nou ja, daar kun je het ook mee doen. Ik ben inderdaad gereformeerd opgevoed, en dat betekend dat je van kind af aan te horen krijgt dat als een mens dood gaat, dan gaat hij of naar de hemel of naar de hel. Maar je moet wel een poosje wachten voor je er heen gaat, want als je sterft dan blijf je slapen in het graf totdat Christus terug komt. Als dat gebeurt dan komt iedereen tegelijk te voorschijn uit het graf. Er zijn heel oude ertsen, waar je ziet de wederkomst van Christus, je ziet dan al die graven open gaan en iedereen te voorschijn komen. Toen mijn vader stierf was ik 18 jaar, op zijn grafsteen stond: Hier rust tot de dag van wederopstanding.... Dat was ook het geloof, mijn vader bleef daar liggen in het graf, hij bleef daar slapen totdat Christus terug kwam. Ik moet eerlijk zeggen, we vertelden dit elkaar wel maar ik geloofde het niet echt. Ik kon er niet zo heel veel mee. Ook met die hel en die hemel kon ik niet zo heel veel. Er werd verteld dat als je goed leefde ging je naar de hemel en anders ging je naar de hel. En als je dan het geluk zou hebben dat je naar de hemel zou gaan, waar bestond dan je toekomst uit? Dan moest je tot eeuwige dagen in witte gewaden, dag in dag uit staan zingen voor de troon van God. Saaier dan dat kon ik het mij niet voorstellen, en stiekem dacht je dan soms, mag het alsjeblieft de hel wezen. Dat zeiden we natuurlijk niet hardop. Als je eens naar Frankrijk op vakantie gaat, moet je eens kijken bij die franse kathedralen, want bij de ingang, heb je vaak een driehoek boven waar dan links de hel wordt uitgebeeld en rechts de hemel. Bekijk dat eens goed, je zult zien dat je al heel gauw op de hemel uitgekeken raakt. Want daarop zie alleen figuren met open mond en schijnheilige gezichten staan zingen. Maar als je dan naar de afbeelding van de hel kijkt, dan ben je wel een half uur bezig, want daar gebeurt van alles. Iedereen pakt elkaar daar op alle mogelijke manieren enz.... Toen ik later theologie studeerde aan de VU in Amsterdam, kwamen deze zelfde beelden weer langs, er werd niks nieuws verteld, behalve dan over de hemel en over de hel, en dat slapen in het graf tot Christus terug kwam. Dus toen ik later als pastor in het ziekenhuis kwam te werken en mensen mij vroegen: wat gebeurt er na de dood, Ja dan wist ik het totaal niet. Ik weet eigenlijk niet op de dood wel het einde is, of dat er nog wat anders is, ik weet het niet . Maar, Godzijdank, vanaf de eerste dag dat ik er werkte, in het Acedemisch ziekenhuis in Groningen, vertelden mensen mij over hun bijna dood ervaringen, en in de tijd dat ik er werkte was hier nog niets over bekend. Het gebeurde week in, week uit, al die jaren dat ik er werkte, en ik wist er ook niks van. Het gebeurde wel een paar keer per week, dat mensen mij zeiden: ik wil u iets vertellen wat ik nog aan niemand anders verteld heb, en ook niet aan een ander durfde te vertellen. En dan volgde er een verhaal wat wij nu een bijna dood ervaring noemen. Een vrouw vertelde dat ze tijdens een operatie zomaar opeens, floep, uit haar lichaam was en aan het plafond van de operatiekamer hing. Ze keek vrolijk toe op haar lichaam en zag hoe de artsen en verpleegkundigen met haar bezig waren. Ze had ook een gevoel dat het niet belangrijk was, haar lichaam. Ze kon later ook precies beschrijven hoe die artsen en verpleegkundigen er uit zagen, ook kon ze navertellen wat die artsen en verpleegkundigen tegen elkaar zeiden, en toen ze haar verhaal controleerden bleek het ook feilloos te kloppen. Toen ze daar een tijdje aan het plafond had gehangen en toegekeken had vertelde ze dat ze ineens met een geweldig snel tempo door een donkere tunnel heen ging, en aan het einde van de tunnel stond een stralende gestalte van licht. Toen ze dit vertelde werd ze heel emotioneel, net als alle anderen die vertelden over dit stralende licht. Ze zeiden dat er eigenlijk geen woorden voor waren om dit te omschrijven. Ze vertelden dat de gestalte heel veel vertrouwen en warmte uitstraalde een gevoel dat ze op aarde nog nooit hadden meegemaakt. Toen ze bij die gestalte gekomen was, vertelde deze mevrouw, gingen ze samen op pad, ze beschreef een prachtig landschap waar ze samen door heen wandelden. Op een gegeven moment tijdens deze wandeling, zag ze in de verte haar gestorven vrienden en familieleden staan, ze stonden achter een lage ligusterheg. Toen ze dichterbij kwam begonnen ze allemaal te zwaaien en te roepen. Maar net toen ze door de heg naar haar familie wilde stappen, zei de gestalte: het is je tijd nog niet, je moet nog even terug om af te maken wat nog niet klaar is. Op dat zelfde moment voelde ze hoe ze in een duizelingwekkende vaart teruggezogen werd in haar lichaam. Het volgende moment dat ze zich herinnerde was het wakker worden in de uitslaapkamer. Het boeiende aan dit soort verhalen is, dat alle mensen die mij hierover vertelden allemaal zeiden dat hun leven hierna voorgoed veranderd was. Dat is wonderlijk, want soms zijn het ervaringen die misschien maar een minuutje geduurd hebben. Wat ook opviel was dat iedereen die zo'n ervaring gehad had zijn angst voor de dood voorgoed kwijt was. Het was hun heel duidelijk geworden waar ze straks naar toegingen, ze hadden ook allemaal meer vrede met het gewone alledaagse leven, ze voelden heel diep dat ze niet voor niks hier op aarde waren, maar gekomen waren met een eigen, heel persoonlijke opdracht. Soms wisten ze ook iets te vertellen over die opdracht. Het leuke was, dat die opdrachten helemaal niet chique waren, maar heel eenvoudig. Bijvoorbeeld: ik moet leren in dit leven wat meer begrip voor anderen te hebben, want ik loop zo gauw aan echte gevoelens voorbij, zei iemand. En ander voorbeeld, iemand zei: ik moet leren wat meer voor mezelf op te komen, dicht bij mezelf te blijven en niet steeds op te gaan in wat anderen wensen. Dit soort eenvoudige dingen zagen mensen, dankzij die ervaring als de wezenlijke opdracht van hun leven. Ik merkte ook, dat als mensen mij dit soort ervaringen vertelden, dat ik elk woord wat ze mij vertelden, elk woord hoorde ik, en dat was heel bijzonder. Mijn taak in het ziekenhuis bestond eruit dat ik ongelofelijk veel aanhoorde, en het gebeurde wel eens dat gedurende zo'n gesprek mijn gedachten wel eens afdwaalden en dat je op goed geluk wel eens ja of nee zegt.Dat heeft u vast ook wel eens, dat hoort er allemaal bij. Maar als mensen mij zo'n ervaring vertelden, dan dwaalde ik geen moment af, ik hoefde niet eens mijn best te doen, want ze vertelden het allemaal zo indringend, dat ik werkelijk alles hoorde. Het dringt dan tot je door, wat deze mensen vertellen dat is waar. Op de èèn of andere manier mogen deze mensen een kijkje nemen in die andere wereld, aan de overkant, voorbij de dood. Ik voelde de dood is geen einde, en ik voelde dat je ook niet eindeloos ging slapen tot Christus komt, ik voelde dat als je sterft, begint er een nieuw leven, daar aan de overkant van de dood. Dat werd ook versterkt door wat ik met kinderen meemaakte, want een deel van mijn taak was het begeleiden van zieke en stervende kinderen. Kinderen zijn zo puur, en voor kinderen moet je zelf ook echt zijn. Als kinderen je accepteren en blij zijn met wat je zegt is dat een groter geschenk dan dat een volwassene dat zegt. Het gaat bij kinderen altijd door de zeef van het echt zijn. Alle kinderen, gelovig opgevoed of niet, weten dat de dood geen einde is, maar dat het op de èèn of andere manier doorgaat. Pas als de puberteit komt, waarbij de hormonen alles omver gooien, dan verdwijnt dat onbewuste, intuïtieve weten van het kind, en moet een puber helemaal opnieuw een meer volwassen antwoord op die vraag naar de dood vinden. Het is voor pubers ook heel moeilijk om te sterven, want pubers hebben het kinderlijke antwoord verloren, maar hebben meestal nog niet het volwassen antwoord. Ze zitten tussen de wal en het schip. Kinderen kunnen ook heel intuïtief en heel onbevangen, maar wel in hun eigen taal, de beeldtaal, vertellen over dat doorgaande leven. Kinderen hebben dan vaak van die uitdrukkingen: Als ik straks bij oma ben dan.... En oma was natuurlijk in dit voorbeeld al overleden. Straks daar in die wereld ga ik met oma praten, wandelen en spelen enz. Ze konden ook zeggen: straks als ik verhuisd ben, en verhuizing is in de symbooltaal heel vaak een aanduiding van een verhuizing naar die andere wereld daar aan de overkant. Een heel mooi symbool voor sterven en voortleven is de vlinder, de vlinder is het symbool van de ziel die zich uit het fysieke lichaam losmaakt en opstijgt naar hogere dimensies. Op een gegeven moment vroeg een moeder mij, of ik bij haar en haar stervende dochter wilde waken, de dochter was een jaar of dertien en ze was in coma, de moeder was alleen en vond het heel vervelend om daar alleen te zitten. Zo zat ik op een herfstmiddag samen met die moeder aan het bed van het meisje, je zit daar dan in totale stilte, te zwijgen, want op zulke momenten valt er niet zo veel te zeggen. De artsen hadden gezegd dat het kind heel langzaam weg zou slapen, dat ze niet meer wakker zou worden. Toen, na een paar uur, volkomen onverwacht, ging dat meisje in èèn keer rechtop in bed zitten. Ze keek naar de muur aan het voeteneinde, en ze riep met een ongetogen kinderstem: mama, kijk eens, een stad op een berg, een stad op een berg....en allemaal licht mama, allemaal licht.... en daar ga ik naar toe.... daar ga ik naar toe. En ze zakte terug in de kussens, weer in coma onbereikbaar ver, en je voelt al, het duurde niet lang na die ervaring dat ze stierf. Ik voelde, dit is geen fantasie, dit is geen hallucinatie, dit is echt. En bij een stad op een berg, zou je kunnen denken aan het hemelse Jeruzalem. Het is een oerbeeld van vrede wat ons wacht daar aan de overkant. Heel ontroerend is dat kinderen heel vaak het symbool gebruikten, niet alleen van de vlinder, of als ik bij oma ben, maar dat ze soms ook heel eenvoudig zeiden : als ik straks geboren ben. Dat is heel fascinerend, niet als ik gestorven ben, maar als ik geboren ben. Je kon voelen dat dat precies was, wat er ging gebeuren. Dat ze geboren werden in een nieuwe wereld. In de Oosterse wereld is dit weten heel goed bewaard gebleven, want in deze traditie wordt bij de dood ook over geboren worden gesproken. Zo werd het voor mij steeds duidelijker, het antwoord op mijn vragen over de dood. Niet omdat ik veel boeken gelezen heb, niet doordat ik veel theorieën gehoord heb, maar omdat ik gezeten heb aan het bed van zoveel stervende, en ik als het ware een heel klein beetje over de schouder van de stervende heen mocht kijken naar de wereld daar achter. Ik heb dus van heel veel mensen een kado gekregen. Ik mocht ervaren hoe het zit als wij sterven, wat er dan gebeurt. Dus als je sterft verlies je dit fysieke lichaam, maar je leeft verder in een andere geestelijke werkelijkheid. Dat werd mij bevestigd in een droom, op èèn dag stierven in het ziekenhuis drie mensen waar ik veel mee te maken had, toen ik s'avonds in mijn bed lag en in slaap viel, hoorde ik ineens een stem die zei: de continuïteit tussen leven en dood is groter dan de breuk tussen die beide. Dus wat blijft is meer dan dat je verliest bij de dood. Ik werd meteen wakker en bleef nog lang nadenken over die woorden. Ik voelde diep van binnen, dat wat die stem zei ik als waar ervaar. Ik weet het klopt, ik kan het niet bewijzen, maar in mijn hart weet ik zeker dat dit waar is. Toen kwam het volgende, want ik werd wel nieuwsgierig naar onze eigen Christelijke traditie. Heeft onze Christelijke traditie nou niks meer te vertellen over de dood, dan wat ik als kind had meegekregen? Over dat slapen in het graf, over de hemel en de hel, was er nog wat meer bekend? En toen bleek dat in de spirituele Christelijke traditie, heel veel bewaard is gebleven omtrent de weg die de gestorvene gaat, aan de overkant van de dood. In de spirituele of esoterische traditie heeft men die weg zelfs beschreven als een weg in zeven stappen. Het is heel ontroerend als je enig idee krijgt van die zeven stappen, ik wil dit een beetje beschrijven zodat je een idee krijgt wat er nou gebeurt als je sterft. Ik haal de hoofdlijn er even uit, want ik kan hier uren over vertellen. Als iemand sterft dan merk je dat de voeten en de benen koud worden, hoe komt dat eigenlijk? Omdat bij de dood ons geestelijke lichaam, als een huls zo boven ons fysieke lichaam heen schuift, en via ons kruin chakra uiteindelijk loslaat. Dus een huls die heel langzaam wegschuift. Dus de benen en de voeten vallen als eerste buiten het bereik van ons geestelijke lichaam. Ze worden niet meer doorstroomd met de kosmische energie. Ze sterven als het ware het eerst. Soms merk je bij iemand die net gestorven is dat de kruin chakra gloeiend heet is. Het is het laatste verbindingspunt tussen het fysieke en het geestelijke lichaam. Hier is een geheim mee verbonden, het wordt al verteld in de eerste eeuwen van onze Christelijke traditie, het is toen verdwenen, ondergronds gegaan. Maar gelukkig komt dit in onze tijd weer naar boven. Want, wat gebeurt er met een mens als die geestelijke lichamen een beetje los komen te zitten? Zo'n mens wordt helderziende. Je kunt het ook omdraaien, een helderziende in onze tijd, is dus iemand bij wie de geestelijke lichamen wat losser in het fysieke lichaam zitten dan bij een ander. En bij de meesten zitten ze aardig vast. Soms gebeurd het dat mensen een heel moeilijke levensperiode meemaken, een schokkende levensperiode, en dan merk je dat door die periode de geestelijke lichamen losser komen te zitten, en ze daardoor helderziende worden. Veel helderzienden vertellen dit, dat ze door een moeilijke levensperiode helderziend zijn geworden. Dat betekend ook dat elke stervende helderziende wordt. Het betekend ook dat elke stervende aan zijn bed, reeds overleden familieleden ziet staan. En engelen ziet staan, en Christus ziet staan.Ze komen de stervende ophalen en brengen naar z'n nieuwe leven, aan de overkant van de dood. Pas dus op dat je zoiets niet een hallucinatie noemt. Want de stervende ziet ze echt, en dat is een enorme steun en bemoediging aan het begin van de weg naar de overkant. Iedereen die sterft mag iets van die andere wereld op een eigen persoonlijke manier waarnemen, zo hoort de èèn heel mooie muziek en een ander vertelt over prachtig stralend licht. Ik vind het een hele troost dat je dat weet, want waar wij onze geliefden moeten loslaten, daar staan andere wezens die onze geliefden overnemen en verder dragen. Het is dus echt waar dat geen mens alleen sterft. Niemand hoeft alleen door de poort van de dood. Dit is de eerste stap. Dat de stervende uitzicht krijgt op de wereld aan de overkant. Als die geestelijke lichamen eruit gefloept zijn, dan blijven ze nog verbonden via het fysieke lichaam met een zilveren koord. Zolang dat koord heel blijft kan een mens ook altijd weer in het leven en in het lichaam terug keren. Je vindt dit verschijnsel van het zilveren koord weer terug in de bijbel, in Prediker 12:6 staat het zo tussen neus en lippen genoemd, dat de dood pas intreed als het zilveren koord verbroken wordt. Het staat er voor wie oren heeft om te horen, voor wie door heeft dat het niet alleen een mooie manier van zeggen is, maar dat het hier gaat om diepere werkelijkheid. Pas als het zilveren koord verbroken is treed de dood van het fysieke lichaam in. Het zilveren koord loopt eigenlijk paralel aan de navelstreng. Want bij de navelstreng geldt, dat die moet worden doorgesneden en dan begint het aardse leven van het kind. De oosterse traditie zegt heel eenvoudig, sterven is geboren worden. Als we geboren worden dan sterven we in de geestelijke wereld en we worden hier geboren. Als we sterven hier op aarde dan worden we geboren in de geestelijke wereld. Geboren worden is moeilijker als sterven, want geboren worden is van de licht wereld naar de donkere wereld gaan en sterven is van de donkere naar de lichte wereld gaan, terug keren naar huis. Dus als je je geboorte hebt overleefd zul je je dood ook wel overleven. We blijven heel erg met elkaar verbonden, wij hier op aarde en onze geliefden aan de overkant. Als het zilveren koord verbroken is dan komen we in de laagste geestelijke wereld, en dat is de etherische wereld en we blijven hier ongeveer drie dagen. Het is dus zo dat je diegene die net gestorven is nog kunt voelen, want hij is eigenlijk nog heel dicht bij. De gestorvene krijgt hier in versneld tempo als het ware het fotoalbum van zijn of haar leven te zien. Vanaf het moment van sterven terug tot aan de geboorte, je krijgt een overzicht van het leven wat je net voltooid hebt. Dat is wat je gedaan hebt, en dit is wat je er geleerd hebt.... Dat is wat er goed gegaan is en dit is wat er fout gegaan is.... Sommige foto's vind je mooi om terug te zien en sommige foto's zie je liever niet omdat ze toch een beetje pijn doen. Zo is het leven, vrolijk, genant, licht en donker, alles zit er in verweven. Je krijgt alles te zien zonder oordeel. Het is heel belangrijk om bij de gestorvene te waken gedurende drie dagen, het gaat er dan niet om dat je naast het lichaam zit, maar dat je met je hart de ander een goede reis wenst, en dat je de ander van binnen bedankt voor alles wat hij/zij je gegeven heeft. Dat je zegt, we zijn trots op je, en je hebt het goed gedaan. Dat is het belang van het waken gedurende de eerst dagen, en het schenken van een krachtimpuls bij de eerste taak die de gestorvene daar te verrichten heeft. Als dat gebeurt is dan ga je naar de volgende geestelijke wereld, de astrale wereld en daar begint het hele proces opnieuw. Opnieuw de film over je net afgesloten leven, maar nu wat uitvoeriger. Hier krijg je precies te zien wat je zelf voelde maar ook wat de anderen die er op dat moment bij waren, voelden. De zin van dit alles is, dat je krijgt te zien wat jou uitstraling was voor andere mensen, zonder enig zelf bedrog krijg je te zien wie je eigenlijk bent. Je ziet de schoonheid en de liefde die je hebt gegeven, maar ook de dingen die je steeds onbewust fout hebt gedaan, zodat je beseft waar je de volgende keer beter om moet denken. Uiteindelijk draait het er op uit dat je zelf een plan maakt voor een nieuw leven. Als je straks weer naar de aarde gaat dan kun je werken aan die dingen waar van je net gezien hebt dat je daar aan werken moet. Welk leven past er dan het beste bij, welke levenslessen passen het beste bij, omdat te leren waar van je net gezien hebt dat je het leren wilt. Dan kies je niet alleen voor leuke dingen, maar ook voor moeilijke levenslessen. Je beseft dat door die moeilijke lessen je het wel gaat leren, omdat je besloten hebt dat je het leren wil. Als dat klaar is, en je hebt je plan met of zonder hulp voor je volgend leven klaar, dan mag je je laatste geestelijk lichaam afleggen en dan reis je door naar de licht wereld waar we eigenlijk horen. Die licht wereld kent een heleboel sferen, opklimmend van lager naar hoger, steeds hoger licht steeds mooier licht In het Johannes evangelie staat: in het huis mijns Vaders zijn vele woningen, en dat is eigenlijk precies het zelfde. En de gestorvene mag die sfeer binnen gaan die past bij zijn innerlijke lichtkracht. Heel vaak is dat een hogere lichtsfeer dan waarvan hij eerder is afgedaald vanuit het begin van zijn juist voltooide leven. Want door dit leven hier op aarde kun je groeien in lichtkracht en in liefdeskracht, en wie groeit in deze krachten mag naar een hogere lichtsfeer, want dan heb je zelf een sterk innerlijk licht branden. Als iemand dan thuis komt in zo'n lichtsfeer, wordt verteld, is het èèn groot feest. Want er komt iemand thuis die een reis over de donkere wereld volbracht heeft, maar op die reis heb je inzicht, liefde en licht veroverd, je komt dus rijker thuis dan je bent weggegaan. En dan zijn we eindelijk thuis en leven we in een wereld waar licht is en geen verdriet en verkramping, geen ziekte, alleen maar liefde en vrede. Het is een echt thuis. Als je daar dan bent is het er niet heel erg saai? De oude traditie vertelt dit: Nee hoor, je gaat daar van alles doen. Je gaat er werken aan alles wat hier van binnen als geestelijk verlangen gegroeid is tijdens jou leven op aarde. Dus je leeft er, en je bent aan het werk, maar bij het ouder worden heb je vaak de gedachte bijvoorbeeld: ik had ook wel willen schilderen of ik had best architectuur willen studeren. Er zijn veel verlangens die hier van binnen leven en groeien, maar die simpelweg vaak niet gerealiseerd worden. Het kan dus best zijn dat in een volgend leven je het wel kan realiseren. PAUZE Er is gelegenheid voor vragen uit de zaal. Omdat er ontzettend veel vragen waren, is er een selectie gemaakt. Vraag 1: Wat gebeurt er met de ziel van een mens wanneer deze hersendood is, maar die kunstmatig in het leven wordt gehouden voor orgaandonatie? Antwoord: Wanneer het zilveren koord nog niet is doorgesneden, en dat is hier het geval, dan staat iemand geheel naast zijn eigen lichaam,net als met een bijna dood ervaring. En als het een liefdevol mens is die denkt: ja laat mijn lichaam maar gebruikt worden voor een ander, ja dan kan dat het proces alleen maar ten goede komen, want liefde werkt altijd positief. Maar als je denkt: wat zitten ze met mijn lichaam uit te spoken, dat is een houding die het proces verzwaard. Alles komt er op aan op de mens die we innerlijk zijn, op de mate van liefde die we met ons meedragen.En als je het in dankbaarheid aanvaardt, dan is die dankbaarheid een kracht die naar de ander toekomt, dat de verharding van de ander begint af te breken. Want liefde is een kracht die verharding doorbreekt. Orgaan donatie is goed als het met liefde gebeurt. Maar als je denkt: dood is dood, wat kan mij het schelen, dan zul je nog gek staan kijken, want als er dan organen worden uitgehaald hier uit je fysieke lichamen, geeft dat ook gaten in je geestelijke lichamen en geeft dat zelfs gaten in je herinneringsvermogen. Maar als je het echt met liefde doet, dan vullen de engelen de gaten in je herinneringsvermogen ogenblikkelijk aan. Vraag 2: Als die ander al geïncarneerd is, hoe kan die mij dan nog opwachten? Antwoord: Op dit moment is de Goddelijke geest, die wij eigenlijk zijn, nog maar een klein beetje in ons lijf geïncarneerd. Het grootste deel is nog in de Geestelijke wereld. Dat komt omdat we niet meer dan dat kleine beetje kunnen omvatten en kunnen een grote energie kracht niet verdragen. Daar zijn we nog niet ver genoeg voor ontwikkeld. Dat deel van mij wat thuis gebleven is, dat praat via het geweten tegen mij. Mijn geweten is een deel van het Goddelijke Ik wat thuisgebleven is, en wat steeds hier tegen mij zegt: Zou je dit of dat nou wel doen? Of klopte dat wel? Het is heel zachtjes en denk er om, want je ego kan hier soms heel lawaaierig overheen praten. Het Goddelijk deel wat ik hier ben, wordt boven weer verenigd met het Goddelijk deel wat thuis gebleven is. En dan ben je weer helemaal heel. Dus als iemand al geïncarneerd is, zie je hem of haar gewoon terug, wat het grootste deel van hem of haar is daar nog. We herkennen elkaar van binnen uit, want je hebt dan niet meer de vorm van je fysieke lichaam, alleen nog de vorm van puur licht. Vraag 3: Wat is verlichting, wanneer is iemand verlicht? Antwoord: Als mij een innerlijk licht opgaat, van chak, nou pak ik het, dan heb ik een vorm van verlichting ervaren. En dat kan steeds naar een hoger niveau toe groeien. Je moet ook nooit iets geloven wat een ander zegt, je mag alleen dat accepteren van wat je van binnen voelt dat het klopt. En als je dat niet voelt moet je het gewoon laten liggen. Vraag 4: Wat is de rol van God in dit verhaal? Antwoord: Eigenlijk zeg ik nooit veel over God, dit is uit eerbied, want God is zoveel groter dan ik denken kan, dan ik voelen kan. Alles om ons heen, de hele kosmos komt voort uit de kracht van God. Het is iets wat ik niet kan bevatten, als ik iets van God wil begrijpen, dan ga ik buiten staan, en kijk ik naar de sterren. Dan vang ik iets op van wat God is. De Joodse traditie weigert "God" uit te spreken, puur uit eerbied, en daar voel ik me erg bij thuis. Als je straks aan de andere kant bent, dan mag je zien wie God is. Mens, wat moet dat groots zijn. Vraag 5: Hoe ga je met zelfdoding om? Antwoord: Aan de andere kant is het een wereld van echte pure liefde, dus als zo iemand dan thuis komt, en dus sterft, omdat zij het op aarde niet meer harden kan. Die is zelf naar huis terug gekeerd. En als iemand helemaal stuk van het leven op aarde thuis komt, wordt diegene warm omarmd, vol liefde. Iemand die door zelfdoding sterft, wordt met extra liefde met open armen ontvangen. Ook dan ga je de weg van zeven stappen. Als nabestaande ben je soms heel erg kwaad en verdrietig. Je kunt dat het beste serieus nemen, daar help je die ander het beste mee. Bid voor die ander: ga maar.... Vraag 6: Hoe worden kinderen van 2 jaar opgevangen als ze sterven? Antwoord: Ongelofelijk liefdevol, heel jonge kinderen sterven heel gemakkelijk. Dat klinkt heel gek, maar ze zijn nog niet door de puberteit heen ingedaald in de werkelijkheid, ze zitten nog niet vast in de materie. Hun geestelijke lichamen zitten nog niet zo vast. Dat gebeurt pas in de puberteit. Jonge kinderen hebben vaak helderziende ervaringen. Ze kunnen vertellen over aura's en over vorige levens enz. Als de geestelijke lichamen nog niet zo vast zitten, kunnen ze er ook gemakkelijker uitfloepen. Vraag 7: Waar komt de angst vandaan bij stervende, bijvoorbeeld een half uur van te voren? Antwoord: Weet je wel hoe moeilijk loslaten is? Loslaten is de allermoeilijkste levensles. Sterven betekent de mensen loslaten van wie je houdt. Het is een heel gevecht om zover te komen, om los te laten. Vraag 8: Kun je ons ook vertellen hoe je dit allemaal aan de weet bent gekomen? Heb je persoonlijk iets meegemaakt waardoor dit inzicht is gegroeid? Antwoord: Jawel, maar dat wilde ik hier net zo gewiekst ontwijken, de zekerheid waarmee ik spreek heeft inderdaad er mee te maken dat ik zelf af en toe in de andere wereld een kijkje heb mogen nemen. Het begon met mijn broer, hij stierf toen hij vijfendertig was onverwacht aan een hartaanval in de bergen. Ik was toen dertig, in het jaar na zijn dood stond hij tot drie keer toe in mijn kamer. Hij stond daar in een prachtig licht gehuld en ik wist toen nog niks van de andere wereld. Vandaar uit wist ik: je blijft niet slapen in het graf, je wordt al verbonden aan het licht. Ik weet dat hij daar echt gelukkig was. De derde keer dat hij weer kwam, stond hij naast de schoorsteenmantel en stak zijn hand uit. Om zijn middelvinger had hij een ring, die ring had hij in zijn leven op aarde nog niet. Hij zei: dit is de laatste keer dat ik kom, nu ga ik voorgoed. Over die ring, daar heb ik lang over nagedacht. In opgezochte literatuur heb ik gelezen dat het een symbool van genezing is. Van heel wording. Die heel wording had hij toen voltooid. Toen ging hij de hogere dimensies van de licht wereld binnen. Het verschil tussen de licht wereld en hier is te groot om te overbruggen, Hij kan er wel zijn, maar niet meer genoeg om zich te manifesteren zoals hij het eerste jaar gedaan heeft. Als je zoiets meemaakt dan veranderd er wel wat. Dan heb je het zelf gezien. Dan kun je er niet meer onderuit. Later werd ik zelf helderziende en zag ik wel eens engelen, en die zie ik nu nog wel eens. Ik zie ook veel gestorvenen, ik doe daar nu heel laconiek over, maar eerst was dat natuurlijk wel heel vreemd als daar in de kamer een gestorvene stond die iets kwam vertellen. Ik ben er nu aan gewend geraakt. Ik heb gemerkt dat veel gestorvenen verdriet hebben omdat de achtergeblevenen zich afsluiten voor de verbinding met hen. Ze zoeken steeds meer een verbinding, en als ze die niet rechtstreeks kunnen maken, dan zoeken ze allerlei mensen op die in deze tijd helderziende zijn, om via die mensen een verbinding te maken. Ze hunkeren naar een open hart, scherp dus je gevoeligheid, want je kunt vaak voelen dat ze er zijn, of je kunt ze ruiken in de kamer. Ik wil als afsluiting nog even zeggen, hebben jullie gevoeld hoe vol het hier is geworden? Het is na de pauze gebeurd, toen zijn alle verbindingen echt gaan groeien. Ik wil namens jullie zeggen: hartelijk bedankt dat jullie er bij waren, al die gestorvenen, en mogen jullie vol vreugde jullie weg in liefde daar vinden met onze zegen. Ik vind het heel leuk om te vertellen en vooral aan mensen die echt willen luisteren. En jullie hadden die bereidheid, en dan voel ik ook van alles gebeuren. Er is hier vanavond ontzettend hard gewerkt vanuit de geestelijke wereld. Er waren heel veel engelen aanwezig, die bij de meesten van ons heel hard aan het werk waren. Ze hebben van alles gedaan, veel inzichten neer gelegd, zere plekken behandeld, ze hebben een geweten aangeraakt, er is van alles gebeurd. Moge dat wat binnen jullie gebeurd is, gezegend worden zodat je de komende dagen bewust zult voelen: er is die avond heel wat gebeurd. Voel het en neem het mee als een geschenk van deze avond. Bedankt, wel thuis en tot ziens....

vrijdag 5 februari 2016

leven in het Licht, Hans Stolp.

Jij, die leeft in het licht, ik weet: je dood was een geboorte. Jouw leven was voltooid, je had geleerd wat je hier leren moest en daarom ging je heen, terug naar het stralende licht vanwaar je eens gekomen was. Jouw dood: een geboorte in het licht. Ik zend jou al mijn liefde, ik denk aan jou hoe mooi, hoe lief je wel kon zijn. Voel mijn dankbaarheid om alles wat je mij gegeven hebt. Ik weet: je bent gelukkig daar, je wordt er een lichtend licht. Moge God je zegenen op jouw weg! En straks, dan zie ik jou terug, als jij me opwacht bij de grens. Want Liefde, sterker dan de dood, blijft ons verbinden, nu en straks. Dat God jou zijn liefde brengt! ~Hans Stolp