zaterdag 31 maart 2012

World of Rain

"So live your life that the fear of death can never enter your heart. Trouble no one about their religion; respect others in their view, and Demand that they respect yours. Love your life, perfect your life, Beautify all things in your life. Seek to make your life long and Its purpose in the service of your people. Prepare a noble death song for the day when you go over the great divide. Always give a word or a sign of salute when meeting or passing a friend, Even a stranger, when in a lonely place. Show respect to all people and Bow to none. When you arise in the morning, give thanks for the food and For the joy of living. If you see no reason for giving thanks, The fault lies only in yourself. Abuse no one and nothing, For abuse turns the wise ones to fools and robs the spirit of its vision. When it comes your time to die, be not like those whose hearts Are filled with fear of death, so that when their time comes They weep and pray for a little more time to live their lives over again In a different way. Sing your death song and die like a hero going home." Tecumseh

vrijdag 23 maart 2012

Contact.

Enkele voorvallen van contact wil ik graag met u delen uit persoonlijk ervaren.

Allereerst een voorval tussen mijn vader en mij vlak voor zijn overlijden.
De nacht vooraf gaande had ik bij hem gewaakt en hadden we korte gesprekjes gehad in de trant van; hoe gaat het, en, heb je pijn, weet je nog.
Zijn antwoord was steevast; nee jel, tis zo mooi. je kunt het eigenlijk geen gesprek noemen. Heel rustig en stil lag hij daar.

In de ochtend toen ik naar huis ging was er geen zichtbare verandering.
Thuis gekomen eerst even bijkomen van de nacht wat toch wel veel energie had gevraagd.
Broodje, thee, tv even aan. Even de gedachten verzetten.
Na een poosje onder de douche, waar een ontzettend grote huilbui ontstond tussen de druppels door. uiteraard ook door vermoeidheid.
Een intens verlangen kwam op dat dit niet zo nog een nacht kon. Niet voor mij maar ook niet voor hem. Een gebed schoot ik weg en de tranen liet ik lopen. Opeens 'hoorde' ik heel duidelijk;'Jel, kom je? En wist gewoon dat het mijn vader was.

Snel aangekleed en naar de overkant, waar mijn ouders woonden.
Mijn moeder zat op haar stoel en keek me verbaasd aan, wat doe jij hier?
Ik moest komen mam, zei ik.
Ik loop naar mijn vader en kijk hem aan, en streel hem zacht over de wangen, hij doet de ogen open en zegt:'houd van je mammie, daar bedoelde hij mijn moeder mee.
Sluit de ogen en knijpt me in de hand. de laatste zucht gleed in het niets.
Zomaar.....

Onze zoon had altijd ook een sterke band met zijn opa, en had er behoorlijk last van dat zijn geliefde pake overleden was.
En miste hem dan ook verschrikkelijk.
Op een ochtend komt hij beneden, een beetje verdrietig en onrustig verteld hij dat hij Pake 's nachts had gezien en dat alles goed met hem is. Pake danste en huppelde rond en was vrolijk en had gezegd dat hij geen pijn en belemmeringen meer had.
Hij begreep er niets van.
Ik wel.
Dit is nu bijna 9 jaar geleden.

Ongeveer een jaar nadat mijn vader was overleden had ik een heldere droom.

Ik zag een prachtig landschap, glooiingen,Bomen en een bijzondere kleur groen. Vooraan, een kleine 2 meter voor me zat een man, wit gekleed in een lang gewaad op een paar stenen. En ik wist dat het mijn vader was. ( voelde het) kan het niet anders omschrijven. Ook het gezicht was niet zoals hij was maar jonger, zo rond de dertig. Op schoot had hij een boek. Zonder woorden begreep ik, (verstond ik): het levensboek wordt geopend.
Er wordt niet gesproken, je weet het direct.
Ik bedankte hem. en werd wakker.
Verbaasd.
Dit lijkt zeer kort maar kan moeilijk omschrijven hoe het voelde, sereen, rust en Liefde, laat ik het zo omschrijven, het voelde goed

warme groet jeltje

zaterdag 17 maart 2012

Voorwaarden voor het contact

Rudolf Steiner vertelde dat je als ziener wat dat betreft schokkende dingen kunt meemaken in de gebieden waar de gestorvenen verblijven. Zo kwam hij in de geestelijke wereld vaak gestorvenen tegen die een eenzaam bestaan leidden. Zij hadden zich op aarde niet geestelijk ontwikkeld en misten zo dat ‘licht’ dat hen kon helpen de geestelijke wereld om zich heen te leren zien en kennen. Daarnaast konden zij geen contact maken met hun achter gebleven geliefden op aarde, omdat deze, net als de gestorvenen, zelf geen spirituele gedachten kenden. Als voorbeeld noemt Steiner een gestorvene de man was van een vrouw. Tijdens zijn leven was hij elke dag met plezier van zijn werk naar huis gekomen. Na een moeizame dag maakte het leven met zijn vrouw weer alles goed voor hem. Met heel zijn hart had hij van zijn vrouw gehouden. Ook nu waren zijn gedachten en herinneringen steeds op haar gericht en had hij heimwee naar haar. Hij ‘vertelde’ Rudolf Steiner dat hij telkens weer naar de aarde richtte, maar zijn vrouw daar niet kon vinden. Door wat hij inmiddels in de geestelijke wereld had geleerd, wist hij dat zij daar wel ergens moest zijn, maar voor hem was het net alsof zij was opgelost. Hij was daar heel verdrietig over en voelde zich erg eenzaam.
Als Steiner dit probleem onderzoekt, ziet hij dat dat komt doordat de vrouw van de man door de materialistische cultuur waarin zij opgroeide geen enkele spirituele gedachte of voorstelling kende en geheel in uiterlijke dingen opging. Daardoor werd ze in de geestelijke wereld waar haar man verbleef niet zichtbaar en waarneembaar. Het gevolg was dat deze geen verbinding met haar kon leggen en dus ook geen deel kon hebben aan haar leven.
Rudolf Steiner voegde eraan toe dat gestorvenen als deze man het gevoel hebben alsof ze ergens worden vast gehouden of gekluisterd en daar door niet kunnen doordringen tot diegenen met wie zij op aarde zo diep verbonden waren. De oorzaak van deze treurige situatie moet dan in de eerste plaats gezocht worden bij degene die op aarde achterbleven..

W.V.V.

Noot van jeltje: Het is onmogelijk om alle tekst in èèn keer te plaatsen, hoop dat u hier voor begrip hebt. Als u het vanaf deel 1 leest, volgt het vanzelf .
Warme groet Jeltje

vrijdag 16 maart 2012

Voorwaarden voor het contact

Voorwaarden voor het contact.

Zolang de gestorvene in de astrale of zielewereld verblijft kan hij of zij alleen met de levenden in contact treden als de laatsten dat met hun ziel en geest, dat wil zeggen met hun voelen en denken, mogelijk maken. Dat komt onder anderen doordat de gestorvene in de zielewereld geheel en al in beslag genomen wordt door de verwerking van het afgelopen leven. Pas in de hogere lichtwereld kan de overledene van zichzelf uit verbinding met de levenden leggen en in hen werkzaam zijn.

Dat is een belangrijk gegeven, waar we in het contact tussen levenden en gestorvenen serieus rekening mee moeten houden. Het Houdt in dat de levenden op aarde degenen zijn die de voorwaarden moeten creëren opdat het contact mogelijk wordt. Denken zij niet meer aan haar of hem omdat zij ervan uitgaan dat met de dood alles ophoudt en de ander dus niet meer bestaat, dan kan de overledene de achtergeblevenen niet bereiken.
Hetzelfde is het geval als de levenden geheel en al in eigen verdriet opgaan en geen vrije, liefdevolle gedachten kan sturen.
De verbinding kan ook niet worden gelegd als de achtergeblevenen geheel en al in aardse, materiële zaken opgaat en geen spirituele gevoelens of gedachten heeft. We zien dus dat de gestorvene alleen contact kan maken als er iets van onzelfzuchtigheid en spiritualiteit in de ziel van de levende te vinden is. Dat is des te meer het geval naarmate degene aan de andere zijde zich geestelijk ontwikkelt en verder loskomt van de aarde.

W.V.V.
warme groet jeltje

donderdag 15 maart 2012

De band van gestorvenen met de levenden. Deel 4

Deel 4

Degenen die op aarde wonen en zij die na de dood in de geestelijke wereld leven bereiken elkaar dus via de werelden die zij gemeenschappelijk delen.
Dat betekend dat de gestorvene in onze ziel en geest niet alleen onze gevoelens, gedachten, emoties, wilsimpulsen en dergelijke waarneemt en beleeft, maar ook meer geestelijke elementen als idealen, hogere intenties, spirituele inzichten en liefdekrachten. De overledene heeft immers geen geen fysiek lichaam meer en wordt daar dus niet langer door beperkt.
Zij of hij neemt ons lichaam waar als een mist, maar ziet de bewegingen van ons innerlijke haarscherp voor zich afgetekend.
De gedachte en gevoelens die degene die op aarde achterblijft naar de overledene toestuurt, neemt deze daarom ook direct waar, althans in de eerste tijd na het overlijden. Daar hoeft deze geen enkele moeite voor te doen. Daarnaast is het zo dat warme liefdevolle gevoelens en gedachten een groot geschenk zijn voor de gestorvenen. Zij nemen die meteen in zich op en deze maken hen innerlijk warm en blij. Goede en warme gedachten bereiken de gestorvene altijd, waar deze zich ook bevindt. De verbondenheid die zo ontstaat geeft hun op hun beurt weer de gelegenheid de achter gebleven geliefden, liefde, warmte en inspiraties toezenden.
Zo kunnen zij zich van beide kanten uit met de ander verbonden voelen en elkaar troosten en bemoedigen. Daardoor wordt hun relatie versterkt.

Vanzelfsprekend komen niet alleen positieve gevoelens en gedachten bij de overledene aan. Ook boosheid en haatgevoelens komen direct binnen. Daar lijden zij dan ook door. Bovendien binden deze negatieve gedachten en gevoelens de gestorvene aan de aarde en aan degene die ze verstuurt. Het laat zien hoe belangrijk het voor beide zijden is door verwerkingsprocessen heen te gaan en uiteindelijk tot vergeving te komen. Pas dan wordt de relatie vrij, kan de ontwikkeling aan beide zijden verdergaan, en kan de relatie worden vernieuwd en op andere wijze worden voortgezet.

Noot van Jeltje: Ook verdriet zal de overledene voelen, verdriet is heel natuurlijk voor degenen die achterblijven, (zelfmedelijden) dit zal de gestorvene ervaren als zich schuldig voelen en wil gaan troosten, wat weer betekend dat dit aarde gebonden werkt.
Liefde meenemen en liefde achterlaten is de beste band die er is.

W.V.V.
Warme groet jeltje

De band van gestorvenen met de levenden. Deel 3

Deel 3

Zowel ons bewustzijnsvermogen als onze herinnering zijn nog niet toereikend en te onvolgroeid om ons dit bewust te maken.
’s Nachts, als wij slapen, zijn wij ons niet bewust van alle dingen die zich in onze slaapkamer bevinden: de stoel, de tafel, kleren, allerlei prullaria en dergelijke. Op eenzelfde wijze als wij tijdens de slaap de fysieke voorwerpen om ons heen niet waarnemen, zien wij tijdens ons wakend bewustzijn, dus als wij wakker zijn, ook degenen niet met wie we samen in de etherische, astrale en hogere geestelijke wereld leven.
Zouden wij daarentegen ineens geestelijk wakker worden op die andere gebieden en ons bewust worden van de etherische, astrale en hoger Lichtwereld, dan zouden wij direct al onze geliefden en vrienden die aan de andere zijde verblijven, ontmoeten en herkennen!
Voor veel achtergeblevenen die familieleden of vrienden door de dood verloren hebben, zou een dergelijke gebeurtenis te mooi om waar te zijn.

Toch vinden dergelijke ontmoetingen tussen levenden en gestorvenen wel degelijk plaats. En wel dagelijks. Alleen zijn we ons er niet van bewust. In de nacht, als wij in slaap vallen, maken ons astraal lichaam en onze goddelijke kern zich los van ons fysiek en etherische lichaam. Met dat astrale lichaam en onze geest stijgen we dan op naar de astrale en de geestelijke Lichtwereld, de werelden waar de gestorvenen verblijven.

En zo komen wij dan, ongehinderd door ons fysieke, aardse bewustzijn, ‘oog in oog’ te staan met onze geliefde gestorvenen! Daar ‘spreken’ we met elkaar en verkeren in elkaars gezelschap tot het weer tijd wordt om naar de aarde terug te keren.

W.V.V.
Warme groet Jeltje

woensdag 14 maart 2012

De band van gestorvenen met de levenden. Deel 2

Deel 2

Hoe komt het nu dat de gestorvenen in staat zijn mee te voelen met dat wat zich in de ziel van degenen die achterblijft afspeelt? Dat komt doordat zij- hoe ongelooflijk dat voor onze aardse oren ook klinkt- in ons en om ons heen leven. De sfeer waarin gestorvenen verblijven, of wij het nu het hiernamaals, de hemel of de geestelijke wereld noemen, , is niet van ons gescheiden,maar doordringt ons leven op aarde geheel en al. Als aardse mensen maken wij met ons etherische lichaam deel uit van de etherische wereld die alles op aarde met leven doortrekt. Met ons astrale lichaam leven wij in de astrale of zielewereld. En met onze geest, de goddelijke kern in ons, maken wij deel uit van de hogere geestelijke Lichtwerelden. Als levenden en gestorvenen zijn wij alleen op het fysiek vlak van elkaar gescheiden.

Wat betekent dit alles nu voor het contact met de gestorvenen?

Dit: dat ik in mijn etherische lichaam in dezelfde etherische wereld leef als de gestorvene die vlak na de dood een eerste terugblik op haar of zijn afgelopen leven heeft. Met mijn ziel of astrale lichaam verkeer ik dezelfde astrale wereld als waar de overledene de tweede terugblik heeft en de aardse ervaringen verwerkt. Terwijl ik met mijn geestelijke Zelf, mijn goddelijke kern, in dezelfde geestelijke Lichtwereld, het Devachan, leef als waar de gestorvene door zijn of haar ontwikkeling in het leven na de dood steeds meer naar toe groeit.
Het verschil tussen de gestorvene en mij, die achterblijft op aarde, is dat ik, doordat ik in een fysiek lichaam op aarde woon, mijzelf afgesloten beleef van die etherische, astrale en geestelijke wereld. In werkelijkheid is dat natuurlijk in het geheel niet het geval. Dat is de illusie die ons aardse verstand ons voorspiegelt!
We komen het dichts bij de waarheid als we zeggen dat de geestelijke werelden voor mij als mens op aarde voor het grootste deel nog onbewust zijn. Dat uit zich ook daarin dat ik mij van alle herinneringen die ik in mijn leven heb opgedaan en die in mijn etherische lichaam liggen opgeslagen naar verhouding slechts een heel klein deel bewust herinner.
De rest blijft onbewust. Hetzelfde geldt voor alle emoties, gedachten,wilsintenties, idealen, strevingen en dergelijke die ik tot nu toe in mijn leven heb gehad. Ook die herinner ik mij ten dele. Het gevoel dat wij levenden op aarde van de overledenen gescheiden zijn is dus een kwestie van ons aards bewustzijn: wij kunnen zelf maar heel moeilijk beseffen dat wij op dit zelfde moment ook in de etherische, astrale en hogere Lichtwereld leven.

W.V.V.
Warme groet jeltje

dinsdag 13 maart 2012

De band van gestorvenen met de levenden. Deel 1

Zijn gestorvenen en de levenden van elkaar gescheiden?

Als je als mens sterft, maak je je los van het fysieke lichaam.
Dit los maken gebeurt ‘slapend’, dus onbewust. Geleidelijk aan word je wakker in de geestelijke wereld. Een heel nieuwe wereld gaat voor je open. Heb je op aarde met geestelijke of religieuze dingen bezig gehouden, dan weet je sneller waar je bent dan gestorvenen die dat niet deden. Van de laatsten zijn er trouwens ook die niet wakker willen worden. Ze geloofden op aarde al niet in een voort bestaan na de dood en weigeren dat aanvankelijk ook in de geestelijke wereld te erkennen.
Het wakker worden in de geestelijke wereld brengt een diep gevoel van vreugde en vervulling met zich mee. Je geniet van de sfeer die daar heerst en je voelt het als een weldadig geen fysiek lichaam meer te bezitten. Dan begint de terugblik op het afgelopen leven. Met dat terugkijken komt echter ook het gemis en het verlangen naar de geliefden die op aarde achter bleven. Want ook gestorvenen missen de fysieke nabijheid en verbondenheid met degenen die ze achter lieten. Hoe kan het immers ook anders? Ze leven nu weliswaar in de geestelijke wereld, maar zijn met hun hele wezen nog volop verbonden met het aardse leven en met hen die zij achter moesten laten.

De gestorvenen missen niet alleen degenen die achter bleven, maar ook de pijn die hun vertrek bij anderen veroorzaakt. Het verhoogde bewustzijn waarin zij nu leven toont hun echter dat er in wezen in het geheel geen sprake is van een scheiding tussen de levenden en doden, en dat de banden van liefde die op aarde zijn gegroeid nooit ophouden te bestaan.
Dat proberen overgeganen de levenden dan ook voortdurend en op alle mogelijke manieren duidelijk te maken. Degenen die op aarde achterblijven hebben die kennis en dat doorzicht meestal niet en daarom ligt het voor hen heel anders. Soms kunnen zij hooguit voelen dat de gestorvene nabij is, zonder dat ze dat gevoel een plaats kunnen geven in hun opvattingen over leven en dood.
Zo vertelde dominee ter Linden, over een situatie na het overlijden van zijn vrouw: Weliswaar is er een schrijnende stilte ingetreden, maar tegelijkertijd is het een stilte vol van haar aanwezigheid.

W.V.V.
Bron: Omgaan met gestorvenen, leven voorbij de dood.
Hans Stolp en Margarete van den Brink.

Warme groet jeltje

Remembering whats most important, E. Kubler Ross

vrijdag 9 maart 2012

Als gast bij de Gast.

Als vrijwilliger ben je gast bij de Gast, je komt bij de gast in zijn/haar kamer/huis.

gesprekjes ontstaan:

Wat duurt het lang he, voordat Hij me komt halen, en ik heb al zoveel meegemaakt.
Van welke kerk bent u?
Ik ben Ned. Hervormd opgevoed, antwoord ik.Dat blijkt voldoende.
Nou dan weet je het....zul je nog eens aan me denken?
Want dat kan ik dan niet meer.... aan jou denken.

Bij deze.....

Wanneer een mens, door pijn getatoueerd,
afwerensmoe zich op de zijde keert,
het zweet nog tracht te wissen met het laken:

Wellicht dat ik eindelijk zwijgen leer.

Warme groet jeltje

Wat is een goede dood?

Is er wel een goede dood?
en als er een goede dood is,
welke dan?
De verwachte
de voorbereide
de zachte
de plotselinge
de gelovige
de ongelovige
de gewenste?
En voor wie is ze dan goed,
voor de gestorvene,
voor de nabestaanden?

Of er een goede dood is of niet,
wie zal het zeggen?
Laat er in ieder geval liefde zijn.

De liefde met al haar talenten:
zo stèrk als de dood
De liefde met de dood
het enige en echte mysterie van het leven.

Marinus van den Berg.

Ontwaken

zondag 4 maart 2012

Laatste wens, Paul van Vliet.

Ik ben niet bang
Om dood te gaan
Ik ben alleen maar bang
Voor de manier waarop
Ja goed het is nog niet zover
En als je ‘t niet wilt
Daarover praten
Dat ik liever stop
Dan hou ik er meteen weer over op.
---
Maar toch, je weet het nooit
Het is natuurlijk onzin
Maar je denkt wel es van ‘als’
En ‘hoe’ en ‘wat’
En het is ook daarom dat...
Nee alles werkt nog goed
En functioneert nog
Zoals het moet maar toch...
---
Ja kijk, ik ben zo bang
Dat als het zover is
Dat er dan mensen
Gaan beslissen over mij
Mijn lichaam en mijn leven
En mijn dood
Omdat ze vinden dat ikzelf
Dat niet meer kan
En...dat zíj dat dan...
---
Dus daarom zeg ik het
Je toch maar liever nu
Voor het geval dat
Als ik dan...
Wou ik je vragen of
Jij...als het kan
Ervoor wil zorgen
Dat ik niet in zo’n ziekenhuis
Maar bij ons thuis
En in mijn eigen bed
Op de manier zoals ik wil...
---
Het laatste restje zelfrespect
Dat je een mens moet laten
Is toch, dat hij zelf mag zeggen
Hoe hij wil dat hij vertrekt.
Jij kent mijn lichaam beter
Dan zo’n dokter of zo’n
Zuster met een thermometer
En hoe het met mij gaat
Hoef jij niet af te lezen
Van zo’n apparaat
Jij hoeft mijn hartslag
Niet te meten
Jij zal na al die jaren
Beter weten
Hoe het daarmee staat...
---
Jij hebt het kloppen
Van mijn bloed
In jou gevoeld..., ja toch?
Jij kent mijn adem en mijn angsten en mijn zweet
Jij kent toch ieder plekje van mijn huid
En als iemand weet
Wat ik daaronder voel
Ben jij dat toch...?
---
Dus, als het zover is
Laat mij dan thuis
Dat jij niet op bezóek komt
Maar d’r bént
Gewoon zoals altijd
Mijn eigen bed, mijn eigen huis
Vertrouwd, bekend
---
Ja, God Ik zit maar wat te zeuren
En het is nog niet zover
Maar goed
Dan weet je ‘t vast
Voor straks
Mijn laatste wens:
Mijn eigen huis
Mijn eigen bed
En jouw intensive care.

Met dank aan Francine