maandag 2 september 2013

vergankelijkheid (identiteit) afsluiting

Uit: het tibetaanse boek van het leven en sterven. Sogyal Ripoche
Zonder onze vertrouwde steunpilaren komen we oog in oog met onszelf te staan, iemand die we niet kennen, een vreemde, die ons op de zenuwen werkt, met wie we al een tijd geleefd hebben, maar die we nooit werkelijk hebben willen ontmoeten. Proberen we daarom niet elke minuut van onze tijd te vullen met lawaai en bezigheden, hoe saai of alledaags ook, om maar nooit in stilte met deze vreemde alleen hoeven te zijn? En wijst dat niet op iets fundamenteel tragisch in onze manier van leven? We leven met een aangenomen identiteit, in een neurotische sprookjeswereld die niet meer werkelijkheid bezit dan de Sprookjes-schildpad in Alice in Wonderland. Gehypnotiseerd door de opwinding van het bouwen, hebben we de huizen van onze levens op zang gebouwd. Deze wereld kan er verbazingwekkend overtuigend uitzien, totdat de dood de illusie ondergraaft en ons uit onze schuilplaats jaagt. Wat zal er dan met ons gebeuren, als we geen idee hebben van een diepere werkelijkheid? Als we sterven, laten we alles achter, in het bijzonder dit lichaam, dat we zozeer gekoesterd hebben, waar we zo blind op vertrouwd hebben en dat we zo hard geprobeerd hebben in leven te houden. Maar onze geest is al net zo onbetrouwbaar als ons lichaam.Kijk maar een paar minuten naar je geest. Je zult zien dat die als een vlo voortdurend heen en weer springt. Je zult zien dat gedachten opkomen zonder enige reden, zonder enige samenhang. Meegesleurd door de chaos van elk moment, zijn we slachtoffers van de grilligheid van onze geest. Als dit de enige geestestoestand is die we kennen, dan is het een absurde gok om op het moment van de dood op onze geest te vertrouwen.
warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten