Spirituele stervensbegeleiding. U mag hier stukjes verwachten die daar mee te maken hebben,uit eigen ervaring en stukjes die me aanspreken. De wind die raast zal een veer laten zweven, een veer die geen weerstand kent wordt hierdoor verplaatst. Onze gedachten los laten en zijn zoals een veer, zal ons doen zweven, we zullen hierdoor de schatkamers kunnen binnen treden van innerlijke rust.
vrijdag 21 november 2014
heengaan
De mensen die zijn heengegaan
bestaan niet ‘niet’,
ze zijn opgegaan
in de eigenschappen van God
zoals een ster verdwijnt
wanneer de zon verschijnt
Roemi
warme groet Jeltje
zaterdag 15 november 2014
Boeddistisch afscheid.
BOEDDHISTISCH AFSCHEID
Luister geliefde .....!
Nu is de tijd gekomen
om in werkelijkheid een pad te zoeken.
Nadat de ademhaling is opgehouden,
zul je een stralend wit licht zien.
Het is de werkelijkheid zelf, leeg en onopgesmukt.
Het is je oergeest, onbezoedeld en onopgemaakt,
zonder omtrek of middelpunt,
als een helder en transparant luchtledig.
Als dit gebeurt!
Treed binnen!!
Love is All
zaterdag 1 november 2014
Poppen.
DE POPPEN
Toen ik laatst In de hemel was,
het was bij de topazen poort,
schreed daar een kleine optocht voort;
een grote klas, dacht ik, die uit mag.
Maar zij die naast mij stonden
en glimlachend de stoet passeren zagen,
zeiden,'t waren de kinderen die de laatste dagen
spelenderwijs te water raakten en verdronken.
De grootsten liepen voor dan kwamen
de kleintjes, bij wat groteren aan de hand,
Zij stapten vol vertrouwen verder samen.
Ik stond daar als een vreemdeling aan de kant.
En enkelen zag ik stijf een pop in de armen houden;
de poppen die ze net nog uit de vijver redden zouden
toen 't water hen omhelzen ging
en in zijn zachte armen ving.
Die naast mij stonden legden uit, dit hier,
dit zijn nu onze liefste kinderen.
en toen dacht ik, opeens beschaamd,
ik moet wat doen en ik keek rond
en vroeg: waar is een winkel hier.
Ik zei nog: want ik heb niets voor ze meegenomen.
Die naast mij stonden zeiden mij,
je kunt hier niets betalen, zeiden zij,
wij zijn hier allemaal met niets gekomen.
Dat maakte mij onrustig en verlegen.
O nee? En dan die poppen! streed ik tegen.
Die naast mij stonden keken mij aandachtig aan
en weken zwijgend uit elkaar om mij te laten gaan.
J.D Charles Uit: Het geheim,
1951-1952
maandag 20 oktober 2014
Gebed voor een stervenden.
Gebed voor een stervende
Ga maar, en ga in vol vertrouwen:
je hoeft niet bang te zijn voor de dood.
Daar, op de drempel, zul je mogen zien
hoe je vol liefde wordt opgewacht.
Ga maar, en ga in vol vertrouwen:
daar, op de uiterste grens, wachten
je geliefden al vol verlangen op jou
om je mee te mogen nemen naar
dat nieuwe land van licht dat je wacht.
Ga maar, en ga in vol vertrouwen:
daar, aan de overkant, zul je eindelijk
genezen van alles wat het leven op aarde je deed.
Je zult er de onmacht en het verdriet
mogen loslaten die hier zo vaak
als een schaduw over je leven lagen.
Ga maar, en laat in vol vertrouwen
je geliefden achter. Je zult daar, op de grens,
zelf mogen zien hoe onvoorstelbaar
liefdevol ze behoed en begeleid worden
op heel hun verdere levensweg.
Ga maar, en laat in vol vertrouwen
het aardse leven achter.
Misschien viel het je niet altijd gemakkelijk
en misschien wist je soms niet goed
hoe je de opgaven doorstaan moest
die het leven je voorlegde.
Maar je bent er doorheen gegaan
en je hebt de lessen geleerd die je
leren moest.
Het is goed, zoals het was.
Ga maar, en ga in vol vertrouwen:
je zult bekleed worden met liefde,
je zult licht worden als het licht van de zon,
en je zult weten eindelijk thuis te zijn.
Ga maar, en ga in vol vertrouwen.
Hans Stolp
donderdag 16 oktober 2014
Laatste momenten.
Stel jezelf de vraag: Als je gaat, wil je dan dat anderen je heengaan betreuren of je komst in een nieuw leven vieren? Het leven gaat door - eeuwig. We groeien en ontwikkelen ons door nieuwe ervaringen, we leren voortdurend, worden steeds sterker, completer.
Betty J. Eady,
Ja, zou fijn zijn als er een algemeen beleven zou komen dat het leven door gaat. Zou zoveel ruimte scheppen, perspectief. Ja, het hoeft natuurlijk niet zo te zijn zoals zij het hier schetst. We kunnen onszelf helemaal opsluiten in onszelf, ons helemaal inkapselen waar het ware Licht niet meer doorheen kan, en dan nemen we die illusie mee naar de andere kant. Ook dat is vrije wil. Die illusie neem je dan ook weer mee terug naar aarde totdat het Licht echt mag doorbreken.
Daarom wil ik er nog een bezinning aan vastknopen.
Wat laat je achter als je hier weg gaat?
Welke indruk, welke gedachten gevoelens zullen mensen over je hebben, eventueel ook nog na de rouw. Wat heb je de wereld gegeven, mee gegeven?
Ook het laatste moment, de laatste momenten, de periode voor dat je gaat kan ook zo ontzettend kostbaar zijn voor ieder die om je heen is die je dierbaar is. Wat komt er dan in je vrij, kun je alles over geven, met een blij licht hart? Juist daarin heb je dan zo ontzettend veel te geven voor een heel leven, voor die ander.
lieve warme groet Kagib
donderdag 9 oktober 2014
Boeken-tip; Wat gebeurt er als je dood gaat? Hans Stolp
Hans Stolp
'Wat gebeurt er als je doodgaat?'
In dit boek beschrijf ik de reis die de gestorvene maakt: eerst door de etherische wereld gedurende de eerste drie dagen na de dood, vervolgens door de astrale wereld om dan uiteindelijk de Lichtwereld binnen te gaan.
Bovendien vertel ik over de drie grote geschenken
die de gestorvene direct na de dood in de etherische wereld ontvangt.
~Hans Stolp.
Boekbespreking:
'Wat gebeurt er als je doodgaat?' Hans Stolp
De reis stap voor stap beschreven.
Als iemand sterft, ziet hij zijn lichaam wegglijden.
Anders dan de achterblijvenden denken, is dit een moment van diepe vreugde: de gestorvene ervaart
nu dat de geest sterker is dan de materie en dat hij leeft, ook al is zijn lichaam hem ontvallen.
Bij het sterven wordt hij bijgestaan door gestorven geliefden en engelen.
Daarna volgt het levenspanorama, de reis door de astrale wereld en de intrede in de zeven sferen van
de lichtwereld.
*De eerste druk verscheen met Pasen 2013 en de vierde druk is december 2013 uitgegeven!
Op bol.com verscheen een review waar ik erg blij
mee was:
'Dit is werkelijk een kostbaar boekje!
Nog nooit zo helder is de oeroude, esoterische wetenschap over het leven na de dood in een
notendop op het papier gezet. In een onopgesmukte
stijl en langs een consistente hoofdlijn schets Hans Stolp de reis die onze geliefde gestorvenen maken
door de zielenwereld en door de wereld van de geest. De continuïteit van het bewustzijn is niet eerder zo bevattelijk weergegeven als in dit mooie, kleine werkje. Hopelijk zal ooit net als taal en rekenen iedereen de diepe kennis uit dit boekje al op jonge leeftijd kunnen meekrijgen op school of via de opvoeding!
Wil je na dit boekje meer weten over de reis van de gestorvenen dan helpt de prima notenlijst je gauw op weg.
Beste Hans Stolp, hartelijk dank voor dit juweeltje!"
Een betere aanbeveling kan ik mij niet wensen.
Hans Stolp
(Bron: de site van Hans Stolp)
http://www.ankh-hermes.nl/hans-stolp-wat-gebeurt-er-als-je-dood-gaat.html
warme groet Jeltje
zondag 31 augustus 2014
woensdag 27 augustus 2014
Nog een conflict?
"Er komt een dag dat je de aarde zult verlaten. Dan is het belangrijk dat je je in harmonie voelt met alle schepselen op het moment van vertrek. Als er nog een conflict bestaat met bepaalde mensen, laat dan deze situatie niet voortduren, probeer je ook met hen te verzoenen, anders wordt dit in jou als een te betalen schuld opgetekend. En wacht niet tot het laatste moment.
Je zult zeggen dat er personen zijn die je nooit meer kunt terugzien en dat anderen nooit zullen aanvaarden om vrede met je te sluiten. Laten we dat aannemen… Maar door de gedachte kun je deze mensen opzoeken en in je hart, in je ziel kun je je met hen verzoenen. Zelfs als de dood nadert en je niet veel meer kunt doen, heb je nog de mogelijkheid gevoelens van liefde, van welwillendheid te ervaren ten opzichte van heel de schepping, van de mensen in je omgeving, van hen die je hebt gekend.
Degene die liefheeft, is meester over de dood."
Omraam Mikhaël Aïvanhov
warme groet Jeltje
dinsdag 15 juli 2014
ga maar en laat los
'Ga maar en laat los'
Ga maar, en laat los.
Je leven hier op aarde
is voltooid. Je hebt geleerd
wat je hier leren mocht.
Je hebt gegeven wat je
van binnenuit te geven had.
Nu mag je in vrede
het nieuwe leven binnengaan.
Ga maar, en laat los.
Je hebt geleden en gestreden,
je hebt gegeven en ontvangen,
je hebt liefgehad en los-
gelaten, je hebt de vreugde gekend
en het verdriet.
En door dat alles werd jij
de mens die je geworden bent.
Ga maar, en laat los.
Je hebt een stille winst behaald
op wat je hier,
op aarde, te doorleven kreeg.
Je bent gegroeid door stormen heen,
je bent gerijpt –
en wij, wij lazen de wijsheid
die in jou rijpen mocht
aan je ogen, aan je woorden af.
Ga maar, en laat los.
Je hebt niet voor niets geleefd
en daarom zul je nu het Licht
van de vrede zelf aanschouwen mogen.
Je zult herschapen worden
door de Liefde zelf,
je zult je eindelijk thuis,
geborgen weten.
Ga maar en laat los.
~Hans Stolp
zaterdag 12 juli 2014
wat gebeurt er als je dood gaat?
'Wat gebeurt er als je doodgaat?'
In dit boek beschrijf ik de reis die de gestorvene maakt: eerst door de etherische wereld gedurende de eerste drie dagen na de dood, vervolgens door de astrale wereld om dan uiteindelijk de Lichtwereld binnen te gaan.
Bovendien vertel ik over de drie grote geschenken
die de gestorvene direct na de dood in de etherische wereld ontvangt.
~Hans Stolp.
Boekbespreking:
'Wat gebeurt er als je doodgaat?' Hans Stolp
De reis stap voor stap beschreven.
Als iemand sterft, ziet hij zijn lichaam wegglijden.
Anders dan de achterblijvenden denken, is dit een moment van diepe vreugde: de gestorvene ervaart
nu dat de geest sterker is dan de materie en dat hij leeft, ook al is zijn lichaam hem ontvallen.
Bij het sterven wordt hij bijgestaan door gestorven geliefden en engelen.
Daarna volgt het levenspanorama, de reis door de astrale wereld en de intrede in de zeven sferen van
de lichtwereld.
*De eerste druk verscheen met Pasen 2013 en de vierde druk is december 2013 uitgegeven!
Op bol.com verscheen een review waar ik erg blij
mee was:
'Dit is werkelijk een kostbaar boekje!
Nog nooit zo helder is de oeroude, esoterische wetenschap over het leven na de dood in een
notendop op het papier gezet. In een onopgesmukte
stijl en langs een consistente hoofdlijn schets Hans Stolp de reis die onze geliefde gestorvenen maken
door de zielenwereld en door de wereld van de geest. De continuïteit van het bewustzijn is niet eerder zo bevattelijk weergegeven als in dit mooie, kleine werkje. Hopelijk zal ooit net als taal en rekenen iedereen de diepe kennis uit dit boekje al op jonge leeftijd kunnen meekrijgen op school of via de opvoeding!
Wil je na dit boekje meer weten over de reis van de gestorvenen dan helpt de prima notenlijst je gauw op weg.
Beste Hans Stolp, hartelijk dank voor dit juweeltje!"
Een betere aanbeveling kan ik mij niet wensen.
Hans Stolp
(Bron: de site van Hans Stolp)
(Bron: bol.com)Warme groet Jeltje
zondag 6 juli 2014
krachtvelden als tirannen 4 (afsluiting)
Ongewild, niet eens bewust, kunnen we onze naasten verdringen.
Het leven en laten leven krijgt hier een veel diepere betekenis.
Verdringen wij de naasten dan hebben we in werkelijkheid een hoge dunk van onszelf en een mindere dunk van de naasten.
Wie durft te oordelen?
Superioriteit veronderstelt inferioriteit.
Maar wie oordeelt?
Superieur is datgene dat sterk, energievol, maar daardoor helpend is. Helpend zonder een gericht doel, eenvoudig door te zijn.
WILLEN helpen is irritant, helpen uit spontaniteit, uit innerlijke drang, zonder opdringerig te zijn, is een kwestie van de levensveld-kwaliteit.
Hoe meer begrepen ervaringen we hebben des te toleranter, vergevensgezinder, en vooral, des te bewuster we kunnen ZIJN.
Het "zijn" is in overeenstemming met de kwaliteit en de voltage van ons levenveld.
Iemand, die het gevoel heeft dat hij niet meer IS, bezit veel te weinig voltage in zijn levensveld.
Niet voor niets klampen dezulken zich bewust, dan wel onbewust, aan een sterk levensveld vast.
Een grote persoonlijkheid behoeft helemaal niet egocentrischte zijn, integendeel, hij kan de uitkomst zijn voor velen, en als hij zich bewust daarvan is, dan gaat het er maar om: wat doet hij met zijn kracht en macht?
Er is macht in de wereld, macht is energie, maar welk gebruik wordt daarvan gemaakt, dat is de kwestie.
De onsterfelijke macht ligt in de kwaliteit en de kracht van ons levensveld, waaruit we kunnen existeren, waaruit we individueel worden, waaruit we dus die noodzakelijke wisselwerking tussen grote en kleine Archaeus tot stand brengen, of tussen kosmos en mens, schepper en ziel.
Hier is geen sprake van enige geloofsovertuiging, maar van de voorwaarde tot "zijn".
De krachtigste wint, het individu blijft existeren; en het gaat er om dat dezulken wijs zijn, dan zal alles ten goede veranderen.
Eerste opgave is: energie bijladen door de goede wisselwerking; tweede opgave is: energie uitstralen, anderen bijladen, anderen ver"lichten" dan komt de levensopdracht vanzelf: het zijn om, in diepste wezen, als ego, niet te zijn.
Dat is een mysterie, dat de practiserenden volkomen begrijpen en onderschrijven.
Het doel ligt in de ver-andering en de op-lossing, via de ont-wikkeling. En voor dit alles is energie nodig.
Slechts de duisternis begrijpt dit niet, want het heeft het Licht nooit gegrepen.
Dat is een waarschuwing voor hen die MENEN duister te zijn, hoewel het licht alomtegenwoordig is.
Wordt deemoedig en laat het Licht binnentreden.
Dat is de enige mogelijkheid.
Het krachtigste levensveld regeert, moge die kracht ten goede zijn.
Het zijn altijd de sterken die beslissen, ten voordele of ten nadele van de zwakken.
Daarom richt zich elk wijs woord tot de sterken.
Of tot de discipelen, die energie omzetten in materie en omgekeerd.
Bron; Henk en Mia Leene.
warme groet Jeltje
zondag 29 juni 2014
krachtvelden als tirannen 3
Een levensopdracht heeft waarde, indien we b.v. onze medemensen door onszelf bemoedigen, verblijden, verlichten.
We spreken zo dikwijls over hypnose, als een soms vervelend verschijnsel; hypnose is echter een gerichte energie, die we eigenlijk doorlopend, onbewust, ondergaan.
Het sterkste leidt ons.
We stellen ons dagelijks bloot aan levensvelden, en zwakke, ziekelijke velden kunnen dit ondergaan als storend, als ze weten dat ze zwak zijn.
Gedachtenkracht kan alles en iedereen bereiken, onverschillig waar het doel zich bevindt, de beeltenis daarvoor is al genoeg.
Neem iets in gedachten en onderga de invloed daarvan, hoe kunnen onvergetelijke beelden ons niet beïnvloeden?
Een beeld dat je bijblijft, kan een doorlopend inspiratie-, dan wel depressie-bron zijn.
Zo ook mensen: hun beeltenissen, hun herinneringen kunnen ons op- dan wel ontladen. Elke paranormale genezer weet dat patiënten die aan hem denken zijn energie aftappen.
Zich daartegen wapenen is noodzakelijk.
Maar mensen onderling doen dit dagelijks met elkaar.
We kunnen voor elkander een hel scheppen; we kunnen ongewild in een hel leven; we kunnen geboren worden met een hels veld om ons heen, en al is het onze opdracht uit zulk een hel te ontsnappen, het is een moeilijke opgave, hoewel ieder daar zijn kwaliteiten bij ontvangt.
Elke gedachte, elk woord worden in ons opgetekend en er is niets waarvoor we geen verantwoording moeten afleggen.
We wissen zelf uit en we tekenen zelf op. Dit is een dagelijkse levenshandeling. Hetgeen we begrijpen en uitdragen wist beroerde dingen uit, kan ook goede dingen uitwissen.
Het goede verandert het kwade en omgekeerd; het kan het zozeer veranderen dat het oplost en plaatsmaakt voor iets totaal anders, want ledigheid, vernietiging, zijn er niet.
Als ik een beter mens wil worden, moet ik, van onderen op, veranderingen aanbrengen, hetgeen ik al doe door gedachtenkracht, maar opgelegde gedachten hebben geen uitwerking, zoals bewezen is, slechts spontane, vanzelfsprekende gedachten hebben uitwerking.
Automatisme verandert niets, bezieling, inspiratie veranderen.
Bezield zijn van vertrouwen verandert een zieke in een gezonde b.v., of een wanhopige in een hopende.
Niettemin, als ons dit niet lukt is er iets anders dat er tussen staat, iets dat sterker is: ons eigenbelang, onze eerzucht, onze egocentrische doelstellingen?
Alles wat spontaniteit tegen houdt is sterker dan die spontaniteit, het is een barricade, die opgeworpen is door de wil, of door de plicht, of door de egocentriciteit.
Iedereen heeft een levensstimulans, wordt ergens door geleefd, nietwaar?
Er is in ons allen een drang die ons tot existentie drijft: en waaruit bestaat die drang?
Het doel in het leven is nooit statisch, het is beweeglijk, omdat het onderhevig is aan ontwikkeling. Binnen de natuur, evenals binnen de geest, is het doel: leren en veranderen.
Iemand die nooit verandert heeft een barricade opgeworpen tussen zichzelf en de ont-wikkeling, het doel.
Zonder ont-wikkeling vaart niemand wel.
Spontaniteit kan zich ontwikkelen, loswikkelen uit de dwang die we zelf opgeroepen, dan wel geaccepteerd hebben.
Er is geen drang dan innerlijke drang en dat komt spontaan op.
Als je ergens toe gedrongen wordt, is dat heel iets anders dan dat je ergens toe gedwongen wordt.
Het is ideaal dat de geïnspireerde mens, bezield van belangeloze liefde, onbereikbaar wordt voor de levensvelden der dommen en egocentrici; een sterk, hoog, levensveld neutraliseert een laag, lichtloos veld.
Maar om iets te neutraliseren moet er wel een omzettings-energie aanwezig zijn en die energie kan op een goed moment uitgeput raken. Daarom trekken menslievende, dienstbare, goedbedoelende mensen, ook in hun beroep, zich soms terug; daarom hebben ze soms lange vakanties of andere bijladings-methoden nodig, omdat ze uitgeput raken, energie gaan ontberen.
Velen zijn zich er niet van bewust dat sommige beroepen niets anders doen dan energievelden van anderen bijladen, dan wel omzetten.
Vandaar sommige ziekte-verschijnselen bij bepaalde beroepen, zeker dat van huisvrouw en huismoeder, die doorlopend in het gezin een harmonie moet bewerken tussen soms tegengestelde levensvelden. Bijladen wordt dan een urgentie; wie dat niet doet gaat ten onder, d.w.z. krijgt bepaalde verschijnselen in het lichaam of in emoties en geest, die hem het existeren onmogelijk maken.
Het "heb uw naaste lief als uzelf" is een urgentieregel binnen de natuur; de wisselwerking in sympathie houdt de schepping in stand.
Vijandschap provoceert, tapt af, doet een beroep op het energiebestand. Maar niemand kan op bevel een naaste liefhebben.
Heeft liefde echter geen talloze facetten?
Kunnen we - ieder voor zich - die liefde niet op een andere manier uiten?
Als er maar een warmtegolf van mens tot mens gaat.
Daar ontbreekt het echter nog grandioos aan.
We kunnen, door wantrouwen, teleurstelling, deze wisselwerking negeren, ons isoleren. Isolatie is een tegennatuurlijke levensinstelling; niets in de natuur is geïsoleerd, de isolatie zuigt energie af en waar laden we dan op?
Paracelsus sprak over de grote en de kleine Archaeus, waarbij de laatste doorlopend in de omarming van de eerste moest vertoeven.
Met wie of wat wisselen wij energie uit?
Dat wat we liefhebben of mogen laadt bij, dat wat we haten zuigt op.
Onnodig te zeggen dat zwakke energievelden beter geen provocaties of ontladers om zich heen kunnen hebben.
Religies, leringen, studies, werkkringen, beeltenissen, woorden, alles kan op- dan wel ontladen.
De beste maatstaf is: wat voor indruk maakt het op je.
Niet of je er een egocentrisch nut van zou kunnen hebben, of je er succes dan wel rijkdom door kan verkrijgen, maar wat doet het je innerlijk?
Geeft het je vrede, een gelukkig gevoel of voel je je bijgeladen, dat is belangrijk. Elke uitwisseling met mensen kan dit oproepen, ook met het werk of met de omgeving.
Levensvelden kunnen ons drukken, sterke levensvelden kunnen ons in het nauw drijven of opladen, het ligt eraan welke intentie in dat levensveld aanwezig is.
Egocentrische concentraties kunnen iemand doodnerveus of vermoeid maken. Druk ontstaat door oppressie, onderdrukking, benauwdheid.
Bron; Henk en Mia Leene (wordt vervolgd
Warme groet Jeltje
woensdag 18 juni 2014
krachtvelden als tirannen 2
En wat veroorzaken de sterkste levensvelden, die in deze hele levensvelden-samenhang de leiding hebben?
Welke levensvelden zijn verantwoordelijk voor de huidige maatschappelijke situatie?
Welk denkveld bepaalt het leven der mensheid?
Veel velden kunnen zonder materie in de ruimte bestaan, zij zijn de essentie van onze persoonlijkheid, onze persoonlijkheid heeft dus in feite geen materie nodig om te kunnen existeren.
Dit zijn wetenschappelijke ontdekkingen na proefnemingen en wie zou hierna zo halsstarrig kunnen zijn om het z.g. voortbestaan na de dood te ontkennen?
De mens van vlees en bloed behoeft dus niet de gevaarlijkste tiran te zijn, zijn levensveld, jaren na zijn dood nog aanwezig, is gevaarlijker dan hij ooit was.
Wie kan ontkennen dat na een oorlog binnen een bepaalde tijd weer een oorlog verschijnt?
Wie ontketenen dat?
Vooral de van haat vervulde, rancuneuze levensvelden, die zich trachten staande te houden met behulp van de energie van sympathiserende dan wel afhankelijke levensvelden.
Het is dus logisch dat, wil men innerlijk in "good standing" blijven, men doorlopend eigenlijk een gevecht levert tegen invloeden van buitenaf, die echter ALTIJD, en ook dit kan bewezen worden, een contact moeten vinden in de betrokkene.
Zonder contact is er geen wisselwerking mogelijk.
Als de herinneringen bewaard blijven, heeft dit een doel: we moeten leren door ervaringen; we lopen examens door en niemand kan beoordelen hoe snel we leren.
Een kort leven kan soms belangwekkender zijn dan een lang leven; maar geen enkel leven is nutteloos, want we slaan de herinneringen op als een soort getuigschrift voor de volgende persoonlijkheid, die hetzelfde levensveld gaat bewonen.
Iedereen weet dat mensen kunnen uitstralen, en allemaal kennen we de invloed daarvan: grauwe, neertrekkende, dan wel gouden, ontrekkende uitstralingen b.v.
Iemand die zuigt en iemand die toevoegt.
Dat zuigen en dat toevoegen zijn herkenbaar in de kleur, geur, klank en vorm der betrokkenen. Elk samenleven heeft de risico's van de vermenging; een sterk, blij mens kan beïnvloed worden door de grauwheid en de droefenis van zijn partner b.v.
Levensvelden vermengen zich en als we niet sterk in onze schoenen staan worden we erdoor geslachtofferd.
Denk aan werkgemeenschappen, kantoren, instituten, ziekenhuizen, scholen. Dagenlang zitten de betrokkenen in elkanders levensveld, gedachten dringen binnen, die niet van henzelf zijn.
Hoe sterker ons eigen veld des te groter bescherming we hebben, des te suggestiever we ook op anderen werken.
Bron; Henk en Mia Leene. warme groet Jeltje (wordt vervolgd)
maandag 16 juni 2014
Krachtvelden als tirannen 1
"Nog geen blad aan de boom gaat er verloren, zou Hij dan zielen verkwisten?"
Kipling
"Het is een vreemde weet, zo vreemd als het maar kan, maar wat ook Jantje eet, verandert prompt in Jan."
Walter de la Mare
Levensvelden zijn bronnen van mysterie; elk levensveld is een krachtveld en ieder mens bezit zijn eigen veld.
Zulk een veld bestemt ons zijn, onze depressies en onze vreugden, ons soort geloof en onze oriëntatie.
Elke biologische activiteit brengt een verandering in dit levensveld.
De spanning in een levensveld betekent verhoogde activiteit.
Op zo'n moment zijn we anders, hebben meer weerstand, zijn we individueler, maar eveneens biologisch gezonder.
De verzameling herinneringen die in onze hersenen liggen opgeslagen dragen bij tot het verzwakken èn het versterken van ons eigen levensveld.
Voor de wetenschapper is het een mysterie dat de hersenen, waarvan de cellen sneller worden afgebroken dan bij enig ander orgaan, en ook sneller weer opgebouwd, niettemin hun informatie bewaren.
De gehele mensheid is een verzameling van levensvelden, die ieder voor zich op allerlei indrukken reageren; het verzwakken en versterken, dan wel het verlagen en verhogen van de voltages daarvan, gaan ononderbroken door.
Hoe suggestiever we zijn des te wisselvalliger ons levensveld, des te onstabieler de gezondheid, b.v. van ons organisme, maar ook psychisch heeft dit invloed.
Elke psychische indruk bewerkt een verandering in het voltage van ons energieveld.
En als we bedenken dat we uit het levensveld bestaan, dat we daaruit kracht putten, dat de wisselwerking met ons lichaam verantwoordelijk is voor onze stabiliteit, physisch en psychisch, dan kunnen we begrijpen dat bijladen een noodzakelijke handeling is.
Op de juiste manier bijladen ontspant, maar stimuleert eveneens.
Nu we leven in de eeuw van de psychosomatiek weten we, dat de liefde van een medemens ons energieveld kan bijladen, dat begrip, sympathie, positieve gedachten in staat zijn iemand gezond te maken en ook psychisch te individualiseren.
Daar tegenover staat dat ook het tegendeel mogelijk is; wij kunnen elkander zoveel kwaad berokkenen door miskenning, onderwaardering, spot en al die ondermijnende gedragingen, dat een samenzijn soms eerder kwaad dan goed kan doen.
De relatie van mens tot mens kan verantwoordelijk zijn voor ons welzijn.
Niet voor niets heeft men ontdekt dat een emotionele wanverhouding in het gezin kinderen tot ondervoeding kan brengen.
Voeding bestaat niet uit brood alleen, zelfs niet uit granen alleen.
Voeding is voor het grootste deel psychisch.
Elke mentale en emotionele oriëntatie betekent voeding, slecht dan wel goed.
Vleeseters voeden zich met het levensveld van de geslachte dieren, met alle angsten, agressies enz., die zich daarin bevinden.
Elke schepping heeft een levensveld en we zijn gedwongen in elkanders velden te leven.
Dat is de wisselwerking die dus positief dan wel negatief kan uitwerken. Niets wordt vernietigd, alles ondergaat slechts verandering, energie verandert in materie en omgekeerd;
Indien niets vernietigd wordt wat gebeurt er dan met de levensvelden van gestorvenen?
Waar is het verleden, wat bouwen we op uit een etherisch verleden dat constant rondom aanwezig is?
Wat brengen we voort uit de aanwezige levensvelden?
En wat veroorzaken de sterkste levensvelden, die in deze hele levensvelden-samenhang de leiding hebben?
Welke levensvelden zijn verantwoordelijk voor de huidige maatschappelijke situatie?
Welk denkveld bepaalt het leven der mensheid?
Bron; Henk en mia Leene. warme groet Jeltje (wordt vervolgd)
zaterdag 31 mei 2014
de hemelschat ( verzamel geen aardse schatten maar hemelse)
Zit hier stilletjes achter de laptop en luister naar de geluiden buiten, een merel geeft een concert, wat bijzonder aangenaam klinkt, het kleine fonteintje zie ik niet maar hoor haar wel, rustgevend doet ze denken aan een zacht kabbelend beekje. en zo kom ik bij de hemelschat.
U leeft een uiterlijk leven in een fysieke wereld. Maar hand in hand met dit uiterlijke leven is een innerlijk leven. Dit innerlijk leven is een gedachten wereld; en gedachten zetten aan tot doen. Zoals de mens denkt, zo wordt hij- hij creëert zijn innerlijke wereld. Vanuit die innerlijke wereld komen zijn woorden en daden.
Wanneer het voor de geest tijd is om het lichaam ( de stoffelijke jas) te verlaten, gaat hij naar wat je een innerlijke wereld zou kunnen noemen, die is gecreëerd door gedachten.
waar het innerlijke mee resoneert daar gaat de geest naartoe.Het denken is de drijfveer,is het zaad van handelen.
Het is dus zo gelegen dat, als je zoekt naar een hemelse wereld die mooi en vredig is, je die wereld van schoonheid en vrede binnen in jezelf moet zoeken. ( zoek eerst het koninkrijk) In je ziel, in je gedachten; omdat dit de wereld is die je te wachten staat.
Zal u aan de hand van twee verhaaltjes dit proberen te duiden.
Er bestaat een verhaal over een vrouw uit hogere kringen, die, toen ze stierf, verwachtte dat al de aarde grandeur haar ook in de geesteswereld ten deel zou vallen. Toen ze tot de ontdekking kwam dat ze heel arm was, vroeg ze haar gids waarom de pracht en praal waaraan ze voorheen gewend was geweest, er niet waren en haar gids maakte haar duidelijk dat ze hun niet voldoende materiaal had gegeven om een prachtig huis te bouwen, want haar huis was gecreëerd van het materiaal dat ze zelf door haar `leven op aarde had aangedragen.
En dan is er een verhaal van een arme schoenmaker, die een groot deel van zijn tijd wijde aan het repareren van laarzen en schoenen van heel arme kinderen. Hij werkte plichtsgetrouw met liefde in zijn hart en dacht aan de voetjes die bescherming nodig hadden. Hij deed zijn uiterste best om alles goed te repareren. hij was heel arm, maar had een grote liefde voor en vertrouwen in God; toen hij stierf werd hij opgewacht door een lichtende geest die hem naar zijn huis bracht, dat mooi was maar eenvoudig, met een prachtige tuin en een heerlijk uitzicht. Hij wist dat hij in de hemel was.
Hoop dat deze verhaaltjes u iets kunnen helpen hoe ik het bedoel.
In het geestelijk leven is alles afhankelijk van het gedachten leven. Als de gedachten goed zijn, zullen de woorden en daden goed zijn. op deze manier schept de ziel schoonheid voor zichzelf en anderen. Alles begint met het denken, daarom is het van essentieel belang dat gedachten zuiver, nederig en harmonieus zijn en dat deze gedachten worden verstuurd om harmonie in het leven te creëren. In uw fysieke leven creëer je, ook als de omstandigheden problematisch zijn, harmonie als je vanbinnen in harmonie blijft. wees je bewust van wat je denkt, zegt of schrijft, waar komen ze vandaan en wat wil je ermee. welke sfeer creëer je?
Warme groet Jeltje
woensdag 28 mei 2014
tussen leven en dood Afsluiting
En daar waar sympathie is, naderen zielen elkander.
In de existentie aan gene zijde zijn er van tijd tot tijd top-concentraties van overledenen; indien er velen zijn die niet willen vervluchtigen wordt het tijd om een schoonmaak te houden, maar dit gaat niet via incarnatie, omdat men degenen die niet willen niet kan forceren, want zij zijn lichamelijk en geestelijk niet klaar, maar het gebeurt door een kosmische ramp, waarbij de atomen weer uiteen worden gedreven, atomen die eerst een vegeterend wezen bijeenhielden. Zij worden dus als 't ware opgelost in de ruimte.
Dit is geen ramp voor zielen, maar wel voor aardse mensen, omdat deze existeren met behulp van een ongestoord aards levensveld. Zo'n z.g. ramp staat ons dus weer te wachten.
Wanneer je verder ziet dan een aards leven, begrijp je dit, wanneer je dit niet doet is zo'n ingreep werkelijk een ramp, een totale vernietiging van alle levensvoorwaarden; deze zullen echter altijd weer worden hersteld, omdat de opdracht 'herstel het oorspronkelijke wezen' verder zal gaan, alleen zullen degenen die deze opdracht remmen 'opgeruimd' moeten worden, van tijd tot tijd.
Hierbij moeten we nooit denken aan de 'goedheid of de wrake Gods', dit is een primitieve opvatting, maar we kunnen uitsluitend denken aan kosmische wetten en aan levensvoorwaarden voor Sophia-zielen die indaalden en Pistis-zielen die zullen ontwaken om uitredding te brengen.
Het evangelie van de Pistis Sophia is volkomen waar, en slaat op een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden en gebeurtenissen die doorlopend plaatsvinden.
Het is de optekening van een wetend Pistis-Sophia wezen dat waarschuwt, vertelt en de weg wijst.
En het is werkelijk de hart-ziel, de Sophia, die verzucht: "O Licht der Lichten redt mij, want ik heb mij vergist."
Iedere hart-ziel die zich vergist komt in narigheid en moeilijkheden, dat zullen sommigen kunnen onderstrepen, het zijn zij, die verzuchtingen zullen slaken en zullen blijven zoeken en proberen, totdat het Licht van waaruit zij kwamen op zal gaan in hun eigen hartzielen. Dan pas kunnen zij zeggen: Ik heb het Ge-weten en ik heb het voorvoeld: Het Licht der Lichten redt mij, indien ik roep in benauwdheid.
Maar het redt mij, opdat ik nooit meer zal vergeten.
Bron;Henk en Mia Leene.
warme groet jeltje
zaterdag 17 mei 2014
tussen leven en dood (2)
Gelijke zielen hebben contact met gelijke zielen, dit is een universele wet.
Oproepen kun je dezulken niet, zij komen en gaan op eigen initiatief, want ook hier heeft de mens niets te bevelen, het zijn de zielen die de wetten stellen.
Het is de Sophia, de hartziel, en de Pistis, de hoofdziel, die de kosmische wetten beheersen en niemand anders.
Een wakende hart- en een wakende hoofdziel heersen over een hoogstaand, vrijwillig geïncarneerd mens; een wakende Sophia beheerst een zoekend mens en een slapende Sophia kan nog niets beginnen, dan is het zoeken chaotisch, onbewust, dus uit-proberend.
Als de Sophia, de hartziel, in dit leven ontwaakt, word je je bewust van het doel des levens, begint je innerlijke Kennis te groeien en komt er de strijd tussen karakter en ziel.
Indien de hoofdziel, de Pistis, zich hierbij voegt, is er geen sprake meer van strijd, dan is er slechts de opdracht.
Slapende hartzielen bewonen zoekende, zich ontelbare malen vergissende mensen.
Om die hartziel te doen ontwaken komen er dus, soms, harde ervaringen, maar het is wel een teken dat deze hartziel waardevol is.
Denk hier aan "Het Evangelie van de Pistis Sophia" van Valentinus uit de 2de eeuw na Christus, dat geschreven werd door een mens met een wakende hart- en een wakende hoofdziel en uitsluitend op schrift werd gesteld voor de Sophia's, de hartzielen, die moeten ontwaken.
Pas als die hartziel is ontwaakt, kan er sprake worden van de hoofdziel, de Pistis.
Pistis betekent Kennis en natuurlijk gaat het hier om een ontwakende innerlijke Kennis, het Ge-weten.
Sophia houdt direct verband met intuïtie, het aanvoelen, maar het nog niet weten.
Pistis houdt direct verband met het Ge-weten, je hebt het Ge-weten, hetgeen totaal iets anders is dan wat de mens het geweten noemt.
Indien je je 'aanvoelen' of intuïtie negeert, beledig je de hartziel, de Sophia; indien een mens met een ontwaakte Sophia en een ontwaakte
Pistis zijn Ge-weten negeert, begaat hij een onherstelbare fout, een fout tegen de heilige geest, een vergrijp tegen de alles omvattende geest.
Het is totaal onnodig en onbelangrijk zich bezig te houden met het 'hoe en waarom van een leven na de dood', want dit is voor de mens hier van geen enkele waarde.
Voor deze mens is dit leven van belang en zelfs zij die menen waardevolle inlichtingen te krijgen van hen die aan gene zijde leven, kunnen nooit iets verkondigen wat een ontwaakte hartziel of ontwaakten naar hartziel en hoofdziel niet weten.
Men is aan gene zijde niet wijzer dan hier, men weet slechts iets van degenen die 'overgaande' zijn.
En dit is dus een tijdelijke inlichting, want de wijzen beperken hun existentie aan 'gene zijde'.
Je kunt dit zo duidelijk nalezen in het boek van Matthew Manning: nooit kreeg hij waardevolle inlichtingen, het waren altijd onwijze, beperkte en overbekende verklaringen.
Slechts de wijzen houden contact met de wijzen om een bepaalde reden: hulp aan zielen.
En deze wijzen bespreken dit nooit met onwijzen.
We kunnen vanuit gene zijde waarschuwingen krijgen, dingen die zich zullen voordoen in het magnetische veld van de aarde, en dit kan voor aardse mensen van belang zijn, maar nooit voor zielen.
Een waarschuwing voor een komend ongeluk b.v. komt altijd van een gestorvene, die iemand die hij liefhad wil waarschuwen om geen ontstellende fout te maken.
Deze waarschuwing wordt vrijwillig gegeven via een medium dat hem of haar ligt en waarvan hij weet dat het de betrokken mens zal bereiken of het wordt direct via hem of haarzelf gedaan.
Goede mensen met ontwaakte Sophia-hartzielen, worden soms voor dit doel gebruikt, maar ontvangen dan ook altijd zinvolle boodschappen.
Zinvolle boodschappen hebben altijd betrekking op zielelessen, levensenergie die nog verbruikt moet worden, en staat nooit in verband met onbenullige relaties.
Contact zoeken met gestorvenen is dus zinloos, zij zoeken contact met ons, indien zij dit nodig achten en dan zullen zij altijd weten hoe zij dit moeten doen.
Een ontwaakte Sophia-ziel noch een wijze die beide zielen ontwaakt bezit zijn mediums, neen, zij zijn een bewust en wetend contactpersoon, en dat is totaal iets anders.
Een medium staat open voor alles en iedereen, de anderen luisteren met onderscheid en weten wat zij met de boodschappen moeten doen.
Een ander geval is het gevoelig zijn voor het aardmagnetisme: het voorvoelen van aardse rampen, het voorvoelen van menselijke neigingen, het voorvoelen of 'lezen' van menselijke gedachten, dit zijn lichamelijke gaven, die veel dieren ook bezitten.
Het pendelen behoort hier o.a. toe.
Het is het zich afstellen op het aardmagnetisme.
Dieren kunnen dit zonder pendel.
Niemand hoeft hierop prat te gaan.
In onze tijd worden deze verloren gegane lichamelijke gaven opnieuw ontwikkeld en zij dienen het aardse welzijn, hetgeen ook nodig is. Maar dit heeft niets te maken met boodschappen die ontvangen worden via de Sophia of direct via de Sophia en de Pistis, dat zijn bewuste contacten en bewuste aanwijzingen die nooit zullen worden genegeerd, zoals met de berichten via het aardmagnetisme wel wordt gedaan, indien er geen wakende Sophia aanwezig is.
Dan wordt het een spel met lichamelijke energie en zal er meer energie worden afgetapt dan goed is voor het lichaam, omdat men er niet bewust en wijs mee kan omgaan.
Het spelen met de energiewetten is een verschijnsel van onze tijd.
Bezien in deze alomtegenwoordige energie waaruit alles en allen leven is de dood natuurlijk een fictie.
Het is werkelijk het verwisselen van een aards kleed voor een etherisch kleed.
Hierbij is het goed even te memoreren dat bewondering hier misplaatst is: men bewondert geen mediums, noch pendelaars, noch voorspellers.
Bewondering is überhaupt een remmende emotionele uiting, net als verering, het verwonderen brengt ons verder, het opent ons voor nieuwe impulsen.
Het is beter met begrip over iemand te spreken, dan met bewondering; begrip houdt liefde in, bewondering kan in jaloezie eindigen.
Begrip kan tot medeleven komen en medeleven is de hoogste vorm van sympathie.
Bron; Henk en Mia Leene
warme groet
vrijdag 16 mei 2014
tussen leven en dood (1)
Het gebeurt zelden dat jonge mensen aan de dood denken, omdat zij midden in het leven staan; niettemin weet niemand van ons wanneer hij zal sterven of hoelang hij te leven heeft.
Ook astrologisch is dit niet te voorspellen, omdat het einde van een leven bepaald wordt door enkele onvoorspelbare factoren.
Ten eerste: hoe wordt er omgegaan met de levensenergie, gebruiken we deze zuinig en efficiënt; ten tweede: in hoeverre staan we bloot aan lichamelijk, emotioneel of agressief geweld; en ten derde: in hoeverre hebben we ons verbonden met de allopathische geneeskunde en het kunstmatig verlengen van het leven.
In de kosmos wordt er geen rekening gehouden met ÈÈn mensenleven, maar er wordt gerekend met de kwantiteit aan energie en deze kan, afhankelijk van de mens, over ÈÈn dan wel twee levens worden verdeeld.
De oude uitdrukking 'het is je tijd nog niet', slaat uitsluitend op de energetische mogelijkheden, maar nooit op onvoorziene ogen-blikken: geweld, verkeer, de wil om kunstmatig het leven te verlengen en emotionele uitputting.
De wet van leven en dood is namelijk ingesteld op het normaal functioneren van de lichamelijke en geestelijke voorwaarden.
Zondigen we tegen deze kosmische wet dan kunnen we de levensduur verlengen dan wel verkorten.
Levensduur is iets totaal anders dan Het leven.
Levensduur is een totaal onbelangrijk begrip en heeft te maken met tijd en tijd is onbekend in de eeuwigheid.
Wij mensen meten alles naar tijd, wij bouwen aan menselijke voorstellingen en houden rekening met menselijke, dus beperkte, begrippen. We leven in een tijd dat we, als mensen, beschikken willen over het geboortetijdstip en het stervensmoment.
Het zijn twee voorzieningen die ons, al zou het anders lijken, uit de hand worden genomen, want in het grote geheel zullen de wetten co˚te que co˚te voortgang vinden.
De wet van incarnatie bepaalt de geboorte, en de wet van energie bepaalt het sterven.
Daar tussenin bevindt zich de school des levens, die we nodig hebben voor het herstel van het oorspronkelijke wezen dat we zijn.
Alles wat zich daarbuiten afspeelt is onbelangrijk en leidt ons slechts af van de opdracht: herstel van het oorspronkelijke wezen. Indien je vanuit dit gezichtspunt het menselijke leven beschouwt is het dermate gevuld met onbelangrijke dingen, dat het begrijpelijk wordt dat een mens zo lang nodig heeft, levens en levens, om te leren.
Er wordt minimaal geleerd en maximaal tijd verdaan.
Neem onze tijd van milieuvervuiling en de alom aanwezige dreiging van atomaire rampen; we schuiven de mogelijke vernietiging al pratende, spelende, experimenterende en filosoferen-de van ons af.
En laten we nu niet menen dat aan de andere kant van het leven in het rijk der doden, de mensen zich anders zullen gedragen.
Hier is de leerschool, niet daar, hetgeen we wellicht foutief ooit hebben aangenomen.
Aan de andere zijde is het een wachtkamer waar de ene lang, de andere kort vertoeft.
Het lange of te lange vertoeven is een gevolg van het niet willen wegsterven, dus een gevolg van het aardse niet willen sterven.
Als iemand zegt: "Het is jammer dat ik sterf, want ik had nog zoveel te doen" wat houden die woorden dan in?
Iets te doen voor de maatschappij, het gezin, de carrière?
Belangrijk werk, bezien in het grote geheel, zal altijd worden afgemaakt dan wel goed worden overgenomen, want hier gelden de kosmische wetten. Ook hier telt echter altijd onze menselijke beoordeling: wat was of is belangrijk?
Een waardevol mens krijgt altijd de kans zijn opdracht af te maken en zal altijd de energie daartoe bezitten.
Ik ken een dominee, die ernstig ziek was en overal hulp zocht, omdat hij zoals hij zei: 'nog zoveel kerkelijk werk te doen had'.
In het grote geheel bezien is dit natuurlijk onbelangrijk en gelden voor hem eerder de woorden: 'Houdt u bezig met uw ziel en niet met organisatorische belangen'.
Vandaar dat zo iemand dan geen kosmische hulp zal ervaren, maar wanhopig overal, betrekkelijke, menselijke hulp zal zoeken.
In het leven aan gene zijde, als we dit al 'leven' kunnen noemen, zijn de beklagenswaardige typen diegenen, die tussen twee sferen vegeteren.
Zij zijn blijven staan bij hun z.g. belangrijke werk, of hun z.g. belangrijke bezit en kunnen noch verder noch teruggaan.
Zij incarneren ook niet voordat zij zich los hebben gemaakt van deze binding, en dat betekent een kwelling, omdat je niet werkelijk ermede kunt bezig zijn, noch je er werkelijk van kunt losmaken.
Dit is wat soms genoemd werd 'het vagevuur' en heeft niets met vuur te maken, maar wel met een onbepaalde energie.
Zoals hier op aarde is het aan gene zijde evenzo: de daad bepaalt de voortgang.
Niemand bepaalt zelf wanneer hij incarneert, het is de som van het bewustzijn die dat bepaalt.
Deze som bepaalt het gedwongen incarneren, terwille van de nog noodzakelijke leringen, ofwel het vrijwillig incarneren, terwille van een vrijwillig aanvaarde opdracht.
En zij die een opdracht vrijwillig aanvaarden, krijgen ruimschoots de kans deze te vervullen.
"In het rijk aan gene zijde zijn vele woningen", een overbekende uitspraak, die te maken heeft met sferen die zijn afgesteld op bewustzijnsstadia.
Hierop aarde bepalen we dus zelf waar we komen na onze dood.
Alle hulp in gene zijde is tijdelijk; het overgaan van het ene naar het andere veld vraagt soms hulp, bij bepaalde mensen.
Anderen gaan direct daarheen waar ze behoren.
Als ze eenmaal in hun eigen sfeer zijn, zijn ze niet meer bereikbaar voor spiritistische seances, noch voor mediums, maar komen vrijwillig, in een noodgeval, indien zij dit zelf noodzakelijk achten.
Doch het is altijd kenmerkend met wie zij contact zoeken.
Bron; Henk en Mia Leene.
warme groet Jeltje
donderdag 8 mei 2014
Gewikkeld in een zachte wade
Kleden en waden
Voor kistkleden en lijkwaden gebruikt Marleen natuurlijke materialen als wol, zijde, linnen. De handgemaakte waden en kleden krijgen hierdoor een warme, sfeervolle uitstraling en voelen soepel en zacht aan. Ze zijn in verschillende samenstellingen van stoffen, kleuren en motieven verkrijgbaar.
Wade Een lijkwade is een rechthoekige doek van ongeveer 200-300 cm die om het lichaam gewikkeld wordt en zo een heel natuurlijke bescherming biedt.
De wade creëert een andere sfeer rondom het afscheid nemen. Het lichaam wordt bedekt maar de contouren blijven zichtbaar. De barrière tussen de overledene en de nabestaanden is minder groot en nodigt uit tot aanraken. Men kan zelf bepalen in hoeverre de overledene getoond wordt. De wade kan ter vervanging van een kist dienen maar ook gebruikt worden in een kist zodat stoffering achterwege kan blijven. Bij gebruik van een lijkwade zonder kist wordt een draagbaar gebruikt die voor de ondersteuning zorgt.
De lijkwade kan mee begraven of gecremeerd worden. Indien er gebruik gemaakt wordt van een “onderkleed” kan de wade echter ook ter nagedachtenis bewaard worden.
Kistkleden Kistkleden kunnen voor en tijdens de uitvaart gebruikt worden door ze over de kist heen te leggen. De doek kan aangepast worden aan de sfeer die de nabestaanden neer willen zetten.
Ook voor het kistkleed geldt dat deze eventueel door de nabestaanden bewaard kan worden ter herinnering aan de overledene.
Naar wens gemaakt In overleg met Marleen kan een wade of kleed, indien de tijd dit toelaat, speciaal op maat gemaakt worden.
Hierbij wordt overlegd welke materialen en welke kleuren toegepast worden en of er motieven of symbolen in de doek verwerkt worden. De doek krijgt zo een persoonlijke tint waarmee een verhaal verteld kan worden. Daarbij kan in goed overleg gekeken worden of er een persoonlijk aandenken in de doek verwerkt kan worden.
De doek kan eventueel vooraf gebruikt worden als plaid of wandobject en op die manier een heel speciale betekenis krijgen voor de opdrachtgever en de nabestaanden.
Baby’s en kinderen De doeken voor baby’s en kinderen hebben aangepaste afmetingen. Ze zijn door hun zachtheid, soepelheid en aaibaarheid zeer geschikt om een warm en liefdevol afscheid te geven.
http://www.marleenrijvers.nl/page/kleden_en_waden
warme groet Jeltje
donderdag 24 april 2014
De roep van de dood.
De roep van de dood is een roep van liefde. De dood kan zoet zijn als we bevestigend antwoorden, als we hem accepteren als één van de grote eeuwige vormen van leven en transformatie.
Hermann Hesse
Een kort berichtje maar niet minder waardevol. Warme groet Jeltje
woensdag 16 april 2014
je oorspronkelijk gelaat
Als mens worden we naakt geboren, onaangekleed met beelden en verhalen. Maar al snel ontdekken we dat we naakt zijn, er niet bij horen, en dan begint het, we bekleden onze naaktheid met beelden en verhalen die we lenen uit het grote verhaal van de cultuur ( enzovoort) waarin we geboren worden. Dan horen we erbij. Dat verschaft een illusie van geborgenheid. Maar in werkelijkheid is het een spirituele gevangenis.
De terugweg naar de oorspronkelijke naaktheid kan ervaren worden als een angstig stervensproces. Het afleggen van geleende kleren is het sterven aan de zekerheden die de grote verhalen je verleenden. Daardoor kom je terecht in in lege ruimtes van de angst. Heb je de moed om daar naar binnen te gaan? Ja? dan vindt je daar jezelf terug.
Een zaadje sterft eerst voordat het kan ontkiemen.
Warme groet Jeltje
vrijdag 28 maart 2014
bijna dood, Leonard Jacobson
Enkele jaren geleden in New York vroeg Lesley - een studente en vriendin van me - of ik een privé-sessie zou willen doen met een vriendin van haar die tamelijk ziek was geweest. Eigenlijk was Ellen te ziek om te reizen en ik zou haar moeten bezoeken op haar kamer op Long Island.Natuurlijk stemde ik toe.
Dagen later.Ik ging naar de wachtkamer terwijl Lesley naar Ellens kamer ging om het bezoek aan te kondigen. Toen ik de wachtkamer verliet, ving Lesley mij op met een bezorgde trek in haar gezicht.
'Ze is er veel slechter aan toe dan ik had verwacht', legde ze uit.
Ik volgde Lesley naar Ellens kamer. Ellen lag, gesteund door kussens, op een bed dat op een ziekenhuisbed leek. Ze had buisjes in haar neus en arm, en ze was erg bleek. Ik had het vermoeden dat ze niet lang meer te leven had.
In eerste instantie voelde ik me een indringer.
'Ik ben er niet zeker van op welke manier ik iets voor je kan doen', zei ik.
Ellens stem was slap en bibberig.
'Ik vond je boek mooi, je bent van zover gekomen, waarom blijf je niet even', antwoordde ze.
Ze was erg lief, en ik was erg ontroerd door haar onschuld. Lesley verliet de kamer en wij waren alleen. Ik zat vijf minuten naast haar zonder te spreken.
'Wat voel je nu?' vroeg ik haar.
Ze wachtte even alsof ze vanbinnen voelde.
'Ik ben bang. Ik ben bang om te sterven', zei ze.
Ze begon te huilen. Ik nam haar hand en zat naast haar in volle aanwezigheid, terwijl ik direct in haar betraande ogen keek. Er was geen aanleiding te ontkennen dat haar dood naderde.
'Je mag best bang zijn', zei ik. Voel de angst maar. We gaan allemaal dood en we zijn allemaal bang om te sterven. En toch is de dood een onvermijdelijk deel van het leven.'
We keken in elkaars ogen. Ik kon de angst binnen in haar zien. Hij grensde aan paniek.
'Vertel me weer wat je voelt', zei ik zachtjes. Ik wilde haar in contact brengen met haar gevoel. Ik wilde haar de angst laten voelen en ermee aanwezig zijn.
'Ik ben bang. Ik wil niet sterven.'
Er kwamen nog meer tranen.
'Voel die angst' zei ik, en ik moedigde haar aan om aanwezig te blijven. 'Voel gewoon de angst! Probeer er niet van weg te gaan.'
Ze leek op mijn voorstel in te gaan. Na een tijdje stopten de tranen. Er was een tamelijk lange periode van stilte. Haar ogen waren gesloten en ik bleef helemaal met haar aanwezig. Uiteindelijk sprak ze.
'De angst is gestopt', zei ze met enige verbazing. 'Ik voel me nu vredig'.
Ze opende haar ogen en glimlachte naar me.
'Ik voel een diepe vrede. Het is prachtig', zei ze.
'Ik voel een diepe vrede. Het is prachtig', zei ze.
Ze sloot haar ogen en verzonk in het gevoel van diepe vrede dat in haar opkwam.
'Dat is prachtig', herhaalde ze zachtjes enkele keren met nog steeds gesloten ogen. Plotseling lichtte haar hele gezicht op met de helderste glimlach.
'De engelen zijn hier', zei ze. 'Er zijn engelen bij me.'
Haar gezichtsuitdrukking was een mengsel van verbazing en verrukking.
'Ze zeggen me dat alles precies goed is en dat er geen reden tot angst is.'
Plotseling opende ze haar ogen en keek direct naar me.
'Ze vertellen me dat ze jou naar me toe gestuurd hebben.'
We keken in stilte in elkaars ogen. Ze was erg aanwezig met me. Tussen ons beiden was er een bijzonder sterk gevoel van liefde aanwezig in dat eeuwige moment van NU. Haar hele wezen straalde zoveel licht uit dat ik nauwelijks haar gezicht kon zien. Ze ging werkelijk in licht op.
'Je lost op in licht', zei ik haar.
'Is dat werkelijk zo?' vroeg ze met de onschuld van een kind.
Ik knikte en zij sloot haar ogen om het te voelen.
'Zelfs nog meer', zei ik zacht.
En het was de waarheid. Haar hele lichaam straalde van licht en er was zoveel licht rond haar hoofd dat ik nauwelijks haar gelaatsuitdrukking kon zien. Ze ontspande en genoot van het feit dat ze in licht was getransformeerd.
Enkele minuten gingen voorbij voordat er een nieuwe onthulling kwam.
'God is bij me', fluisterde ze met ontzag. 'God is bij me.'
Ze verkeerde blijkbaar in een innerlijke staat van vervoering. Na een tijdje opende ze haar ogen.
'Ontzettend bedankt', fluisterde ze zacht. 'Ik ben nu klaar om te sterven. Ik ben niet bang meer.'
'Weet je het zeker?' vroeg ik.
Ze knikte en met een glimlach sloot ze haar ogen, klaar om te sterven.
Ik zat bij haar in aanwezigheid en stilte en we wachtten samen op haar dood. Na ongeveer twintig minuten verstoorde ik zachtjes de stilte.
'Hoe voel je je?' vroeg ik. Ze opende een oog.
'In feite voel ik me sterker', zei ze. 'Ik denk niet dat het vandaag gaat gebeuren.'
Ik vertelde haar dat ik moest gaan, en vroeg haar of ze wilde dat ik morgen terug zou komen. Ze zei ja en dus keerde ik de volgende dag terug op dezelfde tijd. Een uur ging aangenaam voorbij zonder dat ze overleed. Eerlijk gezegd kwam ik de drie volgende dagen ook bij haar en elke dag werd ze sterker. Voor zover ik weet, leeft ze nog steeds, maar ik heb verder geen contact meer met haar onderhouden.
Mijn ervaring met Ellen was één van de meest heilige gebeurtenissen van mijn leven en bevestigde wat ik al wist. Het is zo belangrijk om onze angsten te voelen en te erkennen, en aanwezig te blijven met al onze gevoelens in alle situaties, maar in het bijzonder bij een overlijdingssituatie.
Leonard Jacobson.
warme groet jeltje
zaterdag 22 maart 2014
fasen van angst
Op het moment dat een arts tegen een patiënt zegt dat er geen behandeling meer mogelijk is, begint vaak al het stervensproces. In een aantal fasen wordt naar de dood toegeleefd. Elk daarvan kan korter of langer duren of zelfs meerdere keren worden doorgemaakt. Het kan ook gebeuren dat iemand niet verder komt dan een bepaalde fase, dit verschilt van persoon tot persoon. Volgens Elisabeth Kübler-Ross kunnen de volgende zes stadia onderscheiden worden: 1 ONZEKERHEID,VAGE OF BANGE VERMOEDENS. Soms houden zieken hun onzekerheid verborgen, maar als je goed oplet, kun je soms aan kleine gebaren de onzekerheid of onrust merken. Als iemand te kennen geeft dat hij wil praten over zijn onzekerheid, dan is het goed die persoon de gelegenheid daarvoor te geven. 2 ONTKENNING. Als iemand echt beseft hoe het met hem of haar is gesteld, dan is de eerste reactie ook vaak emotioneel en ontkennend. Niet willen praten over de mogelijkheid dood te gaan, kan ook een ontkenning van de realiteit zijn. 3 WOEDE EN OPSTAND De zieke vraagt zich af waarom nou juist hij of zij moet sterven. In deze periode kunnen allerlei verwijten worden gemaakt. Dit is een vorm van afreageren van de woede op de omgeving ( vaak de mensen waar je het meest van houd) [Noot van Jeltje; later zal ik nog een stukje plaatsen wat hier betrekking op heeft, gedragsverandering o.a.] 4 MARCHANDEREN De zieke wil het als het ware op een akkoordje gooien, hij zal allerlei manieren aangrijpen om uitstel te krijgen. Dit kan door weer nieuwe therapieën aan te gaan of nieuwe medicijnen uit te proberen. 5 DEPRESSIE,GROTE EENZAAMHEID EN ANGST. Als de stervende inziet dat herstel ondenkbaar is, kan hij of zij overvallen worden door een diep gevoel van eenzaamheid en angst voor wat nog te wachten staat. Probeer als buitenstaander de zieke te helpen om de wanhoop, de angst en het verdriet te uiten en bied troost door te praten of puur door je aanwezigheid. 6 AANVAARDING Aanvaarding volgt niet automatisch, het is eerder een soort drempeloverschrijding. Het is een belangrijke en diep ingrijpende gebeurtenis. De stervende gaat zijn dood onder ogen zien en geeft zich over,maar niet passief of willoos. Hij of zij zal afscheid willen nemen en heeft behoefte aan de nabijheid van dierbaren, zonder drukte of overmatige emoties. (Vanuit mijn ervaring, kan ik deze fasen bevestigen. Jeltje.)Bron:Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven, door: Renè Vendeville Warme groet Jeltje
dinsdag 18 maart 2014
Angst tijdens het stervensproces
De dood draagt een bijzondere spanning met zich mee. Al is er veel over gesproken en heb je meerdere sterfgevallen mee gemaakt, het overlijden van een vriend of familielid is altijd indrukwekkend. Vaak wordt het contact in de laatste periode intensiever, wat de betekenis die men voor elkaar heft nog eens onderstreept.
Het kan gebeuren dat een ernstig zieke het leven nog langer kan vasthouden dan werd ingeschat, uit pure wilskracht.
Een stervende kan zo verlangen naar de aanwezigheid van een geliefde, dat hij niet eerder de rust heeft om te sterven voordat die persoon aanwezig is.
Bron:Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven,door: Rene Vendeville
Warme groet Jeltje
zondag 9 maart 2014
troost
De liefde is de adem van de ziel
Het woord troost vraagt nu om mijn aandacht.
Ineens is het begrip me helder.
Troost is een bescheiden, maar niet te onderschatten kracht. Het geeft hoop, zelfs als het leven hopeloos lijkt.
Troosten hangt samen met liefde.
Het is juist onvoorwaardelijke liefde dat een mens in nood nodig heeft.
Liefde verdrijft de eenzaamheid en geneest de pijn. Onvoorwaardelijke liefde zit diep in elk mens verscholen en komt pas naar buiten als je de deur openzet.
Een mens die alles bezit, maar geen liefde kent, behoort tot de armsten onder de allerarmsten.
Daarbij moet de onvoorwaardelijke liefde niet worden verward met verliefdheid.
Ik sloot de liefde, na het overlijden van Sem, buiten en liet haar niet meer toe. Het gebrek aan liefde maakte het leven nog zwaarder en pijnlijker tot een nauwelijks te dragen last. Onze ziel heeft net zo dringend liefde nodig, als het lichaam zuurstof.
De liefde is de adem van de ziel.
Citaat uit De Vlindertuin van Hans Peter Roel
Warme groet Jeltje
donderdag 27 februari 2014
Angst in het dagelijks leven
Eenmaal ontwaakt uit de slaap, worden we geconfronteerd met de werkelijkheid. Een nieuwe dag breekt aan. Wat zal deze dag ons brengen? Deze onzekerheid kan uitgroeien tot angst en hoe we daarmee omgaan,is voor een groot deel bepalend voor hoe de dag zal verlopen. Omgaan met andere mensen kan eveneens een bron van angst zijn. Je kunt bijvoorbeeld niet opgewassen zijn tegen een bepaalde dominantie van een ander. Waarom ervaar je iemand als overheersend? Wat probeert deze persoon je te laten inzien? Sta open voor wat je voelt en wees niet bang. En of een ander je nou aardig vindt of niet, dit mag geen reden zijn om je mond te houden en je angstig te voelen.Weet waar je voor staat. Jij weet dit als geen ander. Ben je gevoelig of angstig voor een mening, besef dan dat je jezelf kwetsbaar maakt. Je geeft als het ware het heft uit handen.
Stel, je bent kankerpatiënt en de arts vertelt je dat je na de operatie kankervrij bent, Echter, een kennis vertelt:'Mijn moeder was ook genezen,maar na jaren kwam het terug en uiteindelijk is ze daaraan overleden.' In hoeverre laat je je door zo'n uitspraak van de wijs brengen? Als je daar gevoelig voor bent, kan zo'n uitspraak heel hard aankomen en wordt je zelfvertrouwen aangetast. Je kunt de opmerking echter ook voor kennisgeving aannemen en vervolgens denken dat dit nog niet wil zeggen dat dit jou ook zal overkomen. Besef wel dat als je zo'n opmerking laat binnenkomen, hij ergens een plekje gaat zoeken in je systeem. Hier zie je het belang van loslaten, anders geef je de (negatieve) gedachtekracht de kans zijn gang te gaan.
Bron: Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven. René Vendeville
Warme groet Jeltje
maandag 24 februari 2014
angst tijdens onze slaap (dromen)
Angst tijdens onze slaap (dromen)
Ieder mens verwerkt 's nachts zijn emoties en in onze dromen passeren allerlei zaken de revue. Het onderbewustzijn maakt zich los van het bewustzijn. Natuurlijk gebeurt dit ook als je ziek bent. Dromen zijn er in vele varianten. Zo zal de èèn dromen dat hij geneest , terwijl de ander een operatie ziet, of erger nog, dat hij zichzelf ziet sterven. We kunnen badend in het zweet wakker worden uit zo'n droom,met een emotionele uitbarsting tot gevolg. Dromen kunnen een diepe indruk maken, en wel zo sterk, dat we soms niet eens meer willen slapen, uit angst dat de droom weer terugkomt. Het is goed om over je dromen na te denken als je wakker wordt. Kijk wat je ermee kunt in het dagelijkse leven: probeer de droom te analyseren en pik die elementen eruit die iets bij je losmaken. Besteed hier eens wat meer aandacht aan, door er bijvoorbeeld met iemand over te praten, professioneel of niet. Door je dromen onder woorden te brengen, krijg je meer zicht op je angsten en daarmee raak je ze vaak al voor de helft kwijt. Durf de dingen te benoemen! Je kunt natuurlijk ook je dromen opschrijven of verwerken in een tekening of schilderij.
Bron; Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven.
Auteur; Renè Vendeville.
Warme groet Jeltje
zondag 23 februari 2014
Angst/ René Vendeville
Angst
Piet, Anita,Leo en Loes, die werden overvallen door ziekte, hadden allen dezelfde primaire reactie: ik wil blijven leven, hoe dan ook!
We willen zo graag beter worden, voor ons gezin,voor onze collega's, maar vooral voor onszelf. Maar het is belangrijk te beseffen dat we sterk geremd kunnen worden tijdens het genezingsproces door één sluipmoordenaar: angst! Angst steekt vaak de kop op als we alleen zijn, zonder afleiding van anderen. We gaan piekeren, waardoor onze problemen nog groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Angst is om gek van te worden. Ook tijdens ziekte is angst vaak manifest aanwezig. Ze kan zelfs zo sterk zijn, dat we gaan geloven in datgene waar we bang voor zijn.Onze ergste dromen worden bewaarheid als we vasthouden aan onze angsten. Een self-fulfilling prophecy, of zoals anderen verklaren: gedachtekracht. Wees eens eerlijk, hoe vaak leven positieve mensen langer dan negatief ingestelde mensen? Angst kan zich op verschillende momenten uiten; tijdens onze slaap (in onze dromen), overdag in het dagelijkse leven en natuurlijk tijdens het stervensproces.
Bron; Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven.
warme groet Jeltje
Angst
Angst
De volgende stukjes gaan over angst.
Geschreven door René Vendeville en komen uit zijn zeer mooie boek;
Omarm het leven, gezond omgaan met ziekte en sterven.
veel lees plezier.
Warme groet Jeltje
donderdag 20 februari 2014
De laatste dag
Die laatste dag
waarop het om mij heen
nog licht zal zijn
Maar in mij duisternis.
Waarop er om mij heen
nog wat geluid zal zijn
Maar in mij stilte.
Zeg dan niet:
daar ligt hij,
dat was hij-
Nee, ga staan voor een spiegel
en zeg: dit was hij.
Lees dan een vers van mij,
en zeg: dit zal hij zijn-
kijk daarna één maal
nog naar mij
en zeg: dat ben ik
Maarten Mourik
uit: Van Bomen, Plaats en Tijd, 1984
Warme groet jeltje
zaterdag 8 februari 2014
iets dood durven laten gaan
Het toelaten en vervolgens binnengaan van onze angst is als het spreekwoordelijke pellen van een ui. Eerst nemen we de ui van onze angst werkelijk in onze handen. Er zit een schil omheen, de schil van onze meningen en weerstand tegen onze angst. Het aanvaarden en zien van de angst zijn onze pellende handen. De tranen komen vanzelf als de schil weggenomen is. De ui toont zich en we kunnen verder gaan en dichter en dichter bij de kern komen. Een kern zonder pit. Wat we overhouden is tranende ogen en ruimte.
Onze angst is een deur naar ruimte. Wat ik midden in de angst in mijzelf, en ook bij de mensen die ik op mijn pad ontmoeten mocht, ervaren heb, is zowel een dringende behoefte aan ruimte én een wijze gevoeligheid voor hoe wij tot nieuwe levensruimte kunnen komen.
Onze angst is een realistische angst, namelijk om niet aan leven toe te komen. Een angst om op een dag zomaar ongezien en ongeliefd te moeten verdwijnen en te moeten zeggen: 'Ik heb niet geleefd, ik heb MIJN leven niet geleefd. Ik heb niet ontdekt wat het betekent om geliefd te zijn en al mijn liefde te mogen geven aan een mens of mensen die mijn liefde willen ontvangen.' Die angst is werkelijk een gegronde angst. Want het gebeurt miljoenen mensen.
Het gaat erom de angst te verwelkomen om ons vervolgens door de levenskracht, die in zijn lege kern aanwezig is, te laten aanspreken. Deze overweldigende behoefte om (voluit) te leven kan maar op één moment tot uitdrukking komen. En wel op het enige moment dat er te leven valt: NU. Het is een dringende innerlijke (op)roep, een appèl van onze eigen essentiële natuur aan ons bewustzijn, ons 'ik' in deze wereld, om tot die essentie terug te keren en vanuit onze echtheid te leven. Deze roep (onze roeping) omvat het verlangen te kennen en gekend te worden, lief te hebben en geliefd te worden.
Marcel Derkse
Warme groet Jeltje
vrijdag 31 januari 2014
angst voor en ruimte voor het sterven
Onze inzet om de dood te willen overwinnen door hem te negeren en tegelijkertijd aan het leven hier een eeuwigheidswaarde te geven alsof het nooit voorbij gaat, is groots en meeslepend. Een inzet die maakt dat wij ons vasthouden, zo niet vastklampen, aan al datgene wat komt en gaat. En gek genoeg is het juist die ontkenning van onze tijdelijkheid die de haast veroorzaakt waarmee wij door ons leven heen rennen, van geboorte recht op onze dood af. Alsof het niet snel genoeg kan gaan.. Merkwaardige wezens zijn wij toch.
Waarom zouden wij oud moeten worden omdat ons lichaam oud wordt? Mijn vrienden Salvijn en Sefic Can werden ruim in de negentig. Ik heb hen jonger zien worden in plaats van ouder. Ooit ontmoette ik Kathleen Raine in haar huis in Londen. Zij was al ver in de tachtig. Ik werd getroffen door de speelse jongheid die ze uitstraalde. Oud worden is niet per se van onze geest; het is ons lichaam dat oud wordt en sterft.
Bij onze geboorte maande een bescheiden tik ons hier aan te komen en onze eerste adem te halen. Op het moment van onze dood geven we onze laatste adem. De levenscirkel hier is rond. In feite herhalen wij deze beweging tussen geboorte en dood bij elke ademhaling opnieuw. Elke dag opnieuw is er zodra we wakker worden de gelegenheid voor een eerste bewuste adem en kunnen we in de avond in ons bed bewust ademen tot de slaap ons meeneemt. Hoe meer wij ons daarvan bewust zijn en in dit bewustzijn opstaan, naar bed gaan, ademen, hoe meer wij ontwaken voor leven, voor ons leven, voor ons leven zoals het geleefd wil worden. Geboorte betekent evengoed sterven, als sterven geboren worden betekent.
Bij de geboorte laten wij een veilige wereld los. Wat laten wij los bij ons sterven?
Marcel Derkse
Warme groet Jeltje
woensdag 29 januari 2014
afscheid nemen en aanvaarden/ Marcel Derkse
Elk van ons is en wordt geconfronteerd met het sterven van geliefden. Hoe vaak is dit sterven niet tegelijkertijd een confrontatie met wat wij als onaf ervaren, met wat wij nog hadden willen zeggen, hadden willen doen, voor wat is blijven liggen tussen ons en die ander? Soms ook doet de dood van een geliefde ons zelf verlangen naar de dood. Als wij sterk met die ander verbonden waren, is de dood van die ander, naast het diepe verdriet zelf, ook nog eens een grote confrontatie met onszelf en met de betekenis van die ander voor wie wij zelf zijn.
De dood komt op zijn eigen moment en zelden verwacht, en wordt al even zelden in vrede ontvangen. Zelfs als iemand al een tijd ziek is, of op hoge leeftijd en verzwakt, staat in de annonce iets vermeld als 'toch nog onverwacht van ons heengegaan'. De dood is vooral dan welkom als zij de verlosser is van een pijn die niet meer te dragen is. Of op hoge leeftijd, wanneer het 'genoeg' is geweest. De dood echter kan ook een bron van liefde en levenslust zijn, ook wanneer wij nog midden in het leven staan en nog niet aan hem toe zijn.
Het is mogelijk, hoe paradoxaal het ook klinkt, vandaag gereed te zijn te sterven, juist omdat wij voluit leven. Omdat wij vandaag gereed zijn om te gaan en het volgende moment niet als vanzelfsprekend nemen, kunnen wij ten volle leven. Er is weliswaar nog veel te leven en te leren en te willen, en toch zijn wij onszelf 'genoeg' en is het leven zoals het is, ons ook genoeg. Wij scheppen, en hebben er genoegen in. Er is niets meer te winnen of te verliezen, het is zoals het is. Deze dag kán de laatste dag zijn en die realiteit mag ook geleefd.
Afscheid nemen van een moment, van een ontmoeting, van een ander mens, is makkelijker als er werkelijk geleefd is. Is het niet makkelijker afscheid te nemen van een geliefd mens, hoezeer het nog steeds tot verdriet stemt, wanneer onze relatie met die ander liefderijk is, en 'genoeg'? Waarom zou dit anders zijn als het om onszelf gaat?
Marcel Derkse
warme groet Jeltje
woensdag 22 januari 2014
Prachtig moment met de dood/ Marcel Derkse
PRACHTIG MOMENT MET DE DOOD
Enige tijd geleden was een vriend stervend. Hij en zijn partner vroegen mij hen naar dit moment van afscheid toe te begeleiden. Dat raakte mij diep. Een mengeling van gevoelens ging door mij heen. Ik voelde mij intens dankbaar dat zij mij dit vertrouwen gaven en tegelijkertijd was ik bang dat ik zou falen om hen de troost en bedding te geven die zij nodig hadden. Onderweg naar hen toe zag ik de vijf kinderen van mijn vriend voor me en stelde mij het intense verdriet voor dat in hun leven was binnengedrongen. Hoe kon ik te midden van die rauwheid ook maar enige troost bieden? Ik liet het los daar een antwoord op te vinden en besloot met hen te zijn, met niets meer dan mijn aanwezigheid, liefde en met de pijn die ik zelf ook voelde.
Ik kan de ogen van mijn vriend nog helder voor mij zien. Het was een intens pijnlijke ervaring voor hemzelf, voor zijn geliefde en zijn vijf kinderen om uiteen te moeten gaan, te jong, te snel, te ruw. Maar ik heb meer gezien dan de pijn en de paniek in zijn ogen. Ik heb ook het moment van zijn overgave mogen zien, de verzachting, de zo zuivere liefde en hoop voor zijn vrouw, voor zijn kinderen.
Kort na de dood van mijn vriend vertelde zijn vrouw:
'Zijn dood was een prachtig moment. Hij kon het leven loslaten en gaan. Wij konden hem loslaten en laten gaan. Hij kon in mijn armen sterven en ik kon hem laten sterven. Ik heb gezien dat het net als bij geboren worden, hard werken is om te sterven.'
Zijn gang naar het sterven en de volheid waarin hij dit heeft aangedurfd, heeft veel leven teweeggebracht bij hen die bij hem waren, en ook veel leven nagelaten. Sterven confronteert ons met vragen over de kwaliteit van ons leven, maakt het gerommel in de marge zichtbaar en brengt in zicht waar het waarachtig om gaat.
Leven betekent ieder moment een geboorte en ieder moment een sterven. Ieder moment worden cellen geboren en sterven er cellen in ons lichaam. Ieder nieuw moment betekent de dood van een oud moment. Iedere ontmoeting nú vraagt om het loslaten, het laten gaan, van een voorbije ontmoeting. Leven is het gevolg van iets durven laten sterven.
Marcel Derkse
warme groet Jeltje
zondag 19 januari 2014
Een diamant, door Rene Vendeville, uit; Omarm het leven
Je ziel, wie je bent, wordt gevormd door unieke ervaringen. Als je ziel het lachaam verlaat, is zij als een vlinder die zich bevrijdt van zijn cocon. Het lichaam is vergankelijk, maar de ziel en de Liefde voor de dierbaren blijft eeuwig bestaan. Deze gedachte kan voor nabestaanden letterlijk vorm krijgen door de as te bewerken en te transormeren in een herinneringsdiamant. Al sinds mensenheugenis geldt de diamant als het symbool van eeuwigheid, herinnering en Liefde. De transformatie van as tot diamant gebeurt met behulp van een hoogwaardige technologie, waarbij het natuurlijke diamantvormende proces met hoge druk en hoge temperaturen wordt nagebootst. Zo ontstaat na zes tot acht weken (afhankelijk van de gekozen grote) uit de koolstof een ruwe diamant. Na het slijpen en polijsten in de gewenste vorm krijgt de diamant zijn prachtige schittering.
In de geïsoleerde koolstof van de overledene blijven altijd restelementen achter zoals metaaloxiden. Deze bepalen de kleur van de diamant die varieert van kleurloos tot een blauwe tint. Dit is per individu verschillend en hierdoor is geen diamant gelijk. Zoals iedere mens uniek is, is deze herinneringsdiamant dus ook uniek.
Elke diamant kan worden voorzien van naam en geboorte en sterf datum, die door lasertechniek worden ingegraveerd. Dit is met het blote oog niet waarneembaar, maar onder een loep altijd zichtbaar. Wil men geen gravure(s) of heeft men speciale wensen: geen probleem, want alles is bespreekbaar. Natuurlijk is het ook mogelijk om de diamant te lten verwerken in een sieraad. Op deze wijze heeft men altijd een herinnering aan ouders, levenspartner of kind. Het houdt speciale mensen dichtbij.
Rene Vendeville; uit, omarm het leven.( ISBN;9 789069 637631)
Warme groet Jeltje
zaterdag 11 januari 2014
verwondering en verbijstering/ marcel derkse
VERWONDERING EN VERBIJSTERING
Verwondering is de mooie zijde van 'het toeval' als het gaat om een gebeurtenis die ons verblijdt en verrast. Wij zullen ons niet verwonderen als onze wereld ineenstort en wij met iets geconfronteerd worden wat ons diep en pijnlijk treft. Wanneer ons of een ander iets gebeurt dat 'onvoorstelbaar' lijkt, dat (veel) pijn teweegbrengt en ons hele leven door elkaar schudt, is het niet meer een 'wonder' dat ons gebeurt, maar een wond. Wij spreken niet meer van verwondering maar van verbijstering en wellicht zelfs verscheuring.
Zowel door verwondering als door verbijstering, maakt 'het toeval' onze breekbaarheid en kwetsbaarheid zichtbaar. Met geen verzekering en bezit kunnen wij ons tegen die breekbaarheid en kwetsbaarheid beschermen. We zijn kwetsbaar en ons leven in deze gestalte, is tijdelijk. Vroeg of laat sterft deze gestalte, zoals deze op een dag geboren is. Anderen om ons heen sterven, geliefden sterven - daar is niets aan te doen. Er zijn vele generaties voor ons geweest en er zullen er nog vele volgen. In het sterfelijke weerspiegelt zich het onsterfelijke en wordt daarin zichtbaar. Zoals in wat gebroken het hele gezien kan worden.
Of wij, voor het moment van de onvermijdelijke dood, geleefd hebben of niet, en of wij zijn doorgedrongen tot wie wij werkelijk zijn, is de opgave van ons bestaan. De aanwijzingen vinden we precies waar wij zijn, onder onze voeten, midden in onze innerlijke en uiterlijke realiteit. Daar vinden we de geheime doorgang naar de essentiële wereld die altijd is, altijd geweest is en altijd zal zijn.
Marcel Derkse
warme groet
zaterdag 4 januari 2014
Een gesprek tussen een priester en een stervende (1782)
Gesprek tussen een Priester en een Stervende ( geschreven rond 1782 ) De priester: Nu u dat onvermijdelijke tijdstip hebt bereikt, waarop de sluier der illusie scheurt, enkel en alleen om de misleide mens het tafereel te onthullen van zijn dwalingen en ondeugden, - hebt u dan nu, mijn vriend, geen wroeging over die grote puinhoop, die u door uw menselijke zwakte en broosheid hebt aangericht? De stervende: Ja, mijn vriend, het spijt me. De priester: Welnu, benut dan die wroeging zodat u, in die korte spanne tijds die u nog rest, van de hemel vergeving kunt krijgen voor uw misstappen, en bedenk dat u alleen maar door middel van het allerheiligste boetesacrament [i] het eeuwige leven kunt verwerven. De stervende: Ik begrijp alleen wat je mij hebt laten zien. De priester: Hoezo? De stervende: Ik heb al gezegd dat het me speet. De priester: Ik heb het gehoord. De stervende: Ja, maar zonder het te begrijpen. De priester: Wat bedoelt u?... De stervende: Kijk... Ik ben door de natuur geschapen met zeer intense neigingen en met zeer sterke hartstochten en enkel en alleen in deze wereld gezet om mij daaraan over te geven en ze te bevredigen. En die gevolgen van het feit dat ik ter wereld ben gekomen, waren slechts behoeften die afhankelijk zijn van de oorspronkelijke bedoelingen van de natuur, of als je dat liever wil, alleen maar noodzakelijke bijwerkingen van haar bedoelingen met mij, geheel volgens haar wetten. Daarom heb ik er alleen spijt van dat ik haar almacht onvoldoende heb onderkend en betreur ik alleen dat ik zo matig gebruik heb gemaakt van de mogelijkheden (misdadige volgens jou, maar in mijn ogen doodeenvoudige) die zij mij heeft verschaft om haar van dienst te zijn; ik heb mij af en toe tegen haar verzet en daar heb ik spijt van. Verblind door de absurditeit van jouw regels, heb ik weerstand geboden aan heel die hevigheid van mijn verlangens, die ik door een heel wat goddelijkere bezieling had verkregen en het spijt me dat ik slechts bloemetjes heb geplukt, waar ik overvloedig vruchten had kunnen oogsten….Dat zijn dus de echte redenen van mijn spijt en schat mij hoog genoeg in om mij geen andere toe te schrijven. De priester: Kijk maar naar wat uw dwalingen u hebben aangedaan en waar uw drogredenen u toe hebben gebracht! U schrijft aan het geschapene alle macht van de schepper toe, en die rampzalige neigingen hebben u op een dwaalspoor gebracht – u ziet niet dat het alleen maar gevolgen zijn van die verdorven natuur, waaraan u almacht toeschrijft. De stervende: Vriend – volgens mij is jouw redenering net zo onjuist als jouw karakter. Ik zou willen dat je wat juister zou redeneren, of laat me anders in vrede sterven. Wat versta je onder schepper en wat bedoel je met verdorven natuur? De priester: De schepper is de meester van het universum, hij heeft alles gemaakt en alles geschapen. Hij houdt, alleen door zijn almacht, alles in stand. De stervende: Nou, nou, vast een groot man. Maar vertel mij dan eens waarom die man, die zo machtig is, volgens jou toch zo’n verdorven natuur heeft gemaakt. De priester: Wat voor verdienste zouden de mensen nog hebben, als God hen geen vrije wil had gegeven, en hoe zouden zij zich het als een verdienste kunnen aanrekenen als zij op aarde niet de mogelijkheid zouden hebben om het goede te doen en het kwade te mijden? De stervende: Dus jouw god heeft alleen maar alles verkeerd gemaakt om zijn schepsels in verleiding te brengen of op de proef te stellen; kende hij ze dan niet of heeft hij geen twijfels gehad over het resultaat? De priester: Hij kende hen ongetwijfeld, maar nogmaals, hij wilde hen de verdienste van het zelf kiezen gunnen. De stervende: Waarom dan? Want zodra hij wist welke kant de natuur op zou gaan en dat de mens zich daar gewoon aan zou houden – je zegt namelijk dat hij almachtig is – dus nogmaals, waarom heeft hij er dan niet voor gezorgd dat hij het goede zou kiezen ? De priester: Wie kan de onmetelijke en oneindige bedoelingen begrijpen die God met de mens voorheeft en wie kan alles wat wij zien bevatten? De stervende: Alleen iemand die de dingen te eenvoudig voorstelt, mijn vriend, en vooral iemand die de oorzaken niet vermenigvuldigt, zodat hij de gevolgen beter door elkaar kan halen. Waarom heb je nog een probleem nodig, als je niet eens het eerste kunt verklaren, en als het best mogelijk is dat de natuur helemaal op haar eigen houtje heeft gedaan wat jij aan jouw god toeschrijft? Waarom wil je dan een meester voor haar bedenken? De oorzaak van wat jij niet begrijpt is misschien de meest eenvoudige zaak ter wereld. Vijzel je natuurkunde wat op en je zult de natuur beter begrijpen, zuiver je verstand, ontdoe je van je vooroordelen en je hebt jouw god niet meer nodig. De priester: Ongelukkige! u lijkt wel een Sociaan – ik bezat de wapenen om u te bestrijden, maar ik zie nu heel goed dat u een atheïst bent, en daarom staat uw hart niet open voor de talrijke en onvervalste bewijzen die wij dagelijks krijgen voor het bestaan van de schepper – ik heb u verder niets te zeggen. Een blinde kun je niet het licht laten zien. De stervende: Mijn vriend, je moet toegeven dat van ons beiden, degene die zichzelf een blinddoek voorbindt, ongetwijfeld blinder is dan degene die hem afrukt. Jij construeert, jij bedenkt, jij maakt het ingewikkeld en ik vernietig, ik maak het eenvoudiger. Jij stapelt dwaling op dwaling, ik bestrijd ze allemaal. Wie van ons is dan blind? De priester: Dus u gelooft niet in God? De stervende: Nee. En om de doodeenvoudige reden, dat het volstrekt onmogelijk is om iets te geloven wat je niet begrijpt. Tussen begrijpen en geloven moet een rechtstreeks verband bestaan; zonder begrijpen is het geloof dood en mensen die in dat geval beweren dat zij het wel hebben, houdt zichzelf voor de gek. Ik vraag me af of jij zelf wel gelooft in de god die jij mij predikt – want jij kunt niet bewijzen dat hij bestaat, jij kunt hem niet omschrijven en daaruit volgt dat jij hem niet begrijpt – en omdat jij hem niet begrijpt, kun jij mij daar geen enkel zinnig argument voor aanreiken. Dus, met andere woorden, alles wat buiten de grenzen ligt van het menselijke verstand, is óf een hersenschim óf onzin. En omdat jouw god óf het een óf het ander is, zou ik in het eerste geval gek zijn om daarin te geloven en in het tweede geval een idioot. Beste vriend, bewijs me dat de materie uit zichzelf niet beweegt en ik gun jou je schepper. Bewijs me dat de natuur zich niet zelf kan bedruipen en ik sta jou toe haar een meester toe te dichten. Verwacht tot dan toe niets van mij. Ik vertrouw uitsluitend op het vanzelfsprekende en dat vertellen mijn eigen zintuigen mij en waar die het af laten weten, wordt mijn geloof machteloos. Ik geloof dat de zon bestaat omdat ik haar zie. Ik zie haar als het punt waar de hele brandbare materie van de natuur bij elkaar komt en haar telkens terugkerend gang doet mij een genoegen maar verbaast mij niet. Het is een natuurkundig gebeuren, misschien net zo eenvoudig als dat van de elektriciteit, maar wat wij niet kunnen begrijpen. Waarom zou ik verder gaan, als jij toch al jouw god daarboven hebt bedacht? Zou me dat helpen? En zou het begrijpen van de bouwer me niet evenveel moeite kosten als het omschrijven van het bouwsel? Daarom heb jij mij geen enkele dienst bewezen met de constructie van jouw hersenschim. Jij hebt mijn hoofd van de wijs gebracht, maar jij hebt niets verhelderd en ik koester alleen maar haat jegens jou, in plaats van erkentelijkheid. Jouw god is een machine, die je zelf hebt gemaakt, ten dienste van jouw eigen hartstochten, en jij hebt die laten bewegen volgens hun goeddunken, maar accepteer dat ik die machine omver heb geworpen zodra zij mijn eigen hartstochten in de weg zat en schrik mijn tere ziel niet op met jouw sofismen, op het moment dat zij behoefte heeft aan rust en filosofie, sofismen die haar beangstigen maar niet overtuigen, die haar lastig vallen zonder haar beter te maken. Het is die ziel, mijn vriend, die is zoals de natuur dat eigenlijk wil, dat wil zeggen, het resultaat van de organen waarmee ze mij vorm heeft willen geven op grond van haar eigen inzichten en behoeften. En omdat zij evenzeer behoefte heeft aan ondeugden als aan deugden, heeft zij bij mij, wanneer zij mij tot de eerste wilde aanzetten, verlangens opgewekt en daar heb ik mij dan toch maar aan overgeleverd. De enige oorzaak voor onze menselijke tweespalt hoef je alleen maar in de wetten van de natuur te zoeken en in die wetten zul je geen andere redenen vinden dan haar eigen wensen en behoeften. De priester: Dus alles in de wereld moet zo zijn. De stervende: Ongetwijfeld. De priester: Maar als alles zo moet zijn – dan is dus alles zo geregeld. De stervende: Wie beweert dan het tegendeel? De priester: En wie kan alles zo ordenen zoals het is, als er geen almachtige en alwijze hand bestaat? De stervende: Moet het buskruit dan niet ontvlammen als het in brand wordt gestoken? De priester: Ja. De stervende: En wat voor wijsheid vindt je daarin? De priester: Geen enkele. De stervende: Dan is het dus mogelijk dat er wetmatigheden bestaan zonder wijsheid, die mogelijk zijn omdat alles voorkomt uit een eerste oorzaak, zonder dat in die eerste oorzaak enige reden of wijsheid zou hebben. De priester: Waar wilt u naartoe? De stervende: Jou bewijzen dat alles kan zijn zoals het is en zoals je het ziet, zonder dat enige wijze en redelijke oorzaak dat stuurt en dat natuurlijke gevolgen natuurlijke oorzaken moeten hebben, zonder dat je ze onnatuurlijk hoeft te vinden, net zoals jouw god er een is, die zoals ik je al heb eerder gezegd, zelf behoefte heeft aan een verklaring, zonder dat hij er zelf een geeft; en omdat daarom jouw god nergens goed voor, is hij volstrekt nutteloos en omdat het zeer waarschijnlijk is dat wat nutteloos waardeloos is en alles wat waardeloos is niet bestaat. Om mij ervan te overtuigen dat jouw god een hersenspinsel is hoef ik dus alleen maar de redenering te volgen die mij de zekerheid van zijn nutteloosheid verschaft. De priester: Als u er zo over denkt, lijkt het me niet zinnig om met u over godsdienst te praten. De stervende: Waarom niet? Ik vind niets leuker dan een bewijs van hoever mensen, door hun fanatisme en stompzinnigheid op dat punt, kunnen worden gebracht. Dat soort buitenissigheden is zo wonderlijk, dat het schouwspel volgens mij, hoewel gruwelijk, toch altijd interessant is. Geef me eerlijk antwoord en vooral zonder je eigen belang te dienen. Als ik zo zwak zou zijn om mij te laten overrompelen door jouw belachelijke stellingen over het ongelofelijke bestaan van een wezen, dat voor mij de godsdienst noodzakelijk maakt, onder welke vorm moet ik hem dan, volgens jou, vereren? Wil je dat ik de droombeelden van Confucius aanhangen, of liever de dwaasheden van Brahma, moet ik de grote slang van de negers aanbidden, de ster van de Peruanen of de god van de heerscharen van Mozes? Tot welke mohammedaanse sekte wil je dat ik mij bekeer, of welke christelijke ketterij heeft jouw voorkeur? Let op uw antwoord. De priester: Kan daar twijfel over bestaan? De stervende: Daar heb je de egoïst weer. De priester: Nee, omdat ik u liefheb als mijzelf, raad ik u aan wat ik zelf geloof. De stervende: Dan moeten we wel weinig van elkaar houden als we naar dergelijke dwalingen luisteren. De priester: En wie kan zijn ogen sluiten voor de wonderen van onze goddelijke verlosser? De stervende: Iemand die hem als de meest banale schurk en de meest platvloerse bedrieger beschouwt. De priester: O goden, gij hoort hem en vaart niet uit! De stervende: Nee, mijn vriend, alles is rustig, omdat jouw god hetzij uit machteloosheid, hetzij uit redelijkheid, kortom uit alles wat jij ook maar toe wil schrijven aan een wezen dat ik een enkel ogenblik duld, uit toegeeflijkheid jegens jou of, als je dat liever hebt, om mij aan jouw nietige inzichten over te geven, omdat die god dus, zeg ik, als hij bestaat, zoals je zo gek bent om te geloven, niet naar zo’n belachelijke middelen kan hebben gegrepen, zoals die Jezus van jou dacht. De priester: Wat? En die profetieën, die wonderen en die martelaren, zijn dat dan allemaal geen bewijzen? De stervende: Hoe wil je redelijkerwijs dat ik alles wat zelf nog moet worden bewezen, als bewijs accepteer? Voordat een profetie een bewijs wordt, zou ik er eerst volledig zeker van moeten zijn dat die werkelijk is gedaan of als die wel in de geschiedenis is opgetekend, heeft die voor mij niet meer waarde dan al die andere historische feiten, waarvan driekwart hoogst twijfelachtig is. Als ik daar nog aan toevoeg dat ze hoogstwaarschijnlijk zijn overgeleverd door geschiedschrijvers die daar belang bij hadden, heb ik, zoals je ziet, het volste recht om daaraan te twijfelen. Wie geeft mij trouwens de verzekering dat die profetie niet het gevolg is geweest van een zeer eenvoudige samenloop van omstandigheden, zoals die men ziet bij een gezegend bewind onder een rechtvaardige koning, of bij vorst tijdens de winter. En als dat allemaal zo is, hoe wil je dan dat die profetie, die zo nodig nog moet worden bewezen, zelf een bewijs wordt? En wat die wonderen van je betreft, die maken evenmin indruk op me. Alle bedriegers hebben die verricht en alle stomkoppen hebben erin geloofd. Om mij te overtuigen van een wonder, moet ik er heel zeker van zijn dat de gebeurtenis die jij zo noemt, volstrekt tegenstrijdig met de natuurwetten is, want slechts wat daarbuiten valt, kan voor een wonder doorgaan. En wie weet genoeg om te durven beweren dat hij weet waar precies de wetten van de natuur worden overschreden? Er zijn maar twee dingen nodig om een zogenaamd wonder ingang te doen vinden, een kunstenmaker en oude wijven. Kom, zoek voor jouw wonderen nooit een andere oorsprong, alle nieuwe sektariërs hebben dat gedaan en het is nog merkwaardiger dat ze allemaal stommelingen hebben gevonden die erin hebben geloofd. Jouw Jezus heeft niets opmerkelijkers gedaan dan Apollonius van Tyana en toch haalt niemand het in zijn hoofd die man als een god te beschouwen. Wat die martelaren van je aangaat, die vormen ongetwijfeld de meest stompzinnige van al je argumenten. Er hoeft alleen maar geestdrift en weerstand te bestaan om ze te maken, en zolang de tegenpartij me er evenveel levert als de jouwe, zal ik nooit voldoende recht hebben om de een meer te geloven dan de andere, maar ik zal wel zeer geneigd zijn om ze beiden deerniswekkend te vinden. Ach! mijn beste, als het waar zou zijn dat de god die jij predikt echt zou bestaan, zou hij dan wonderen, martelaren en profetieën nodig hebben om zijn rijk te vestigen? En als, zoals je zegt, het hart van de mens zijn eigen werk is, zou dat dan niet het heiligdom moeten zijn dat hij voor zijn wet had uitverkoren? Die voor iedereen gelijkgeldende wet, - omdat die immers van een rechtvaardige god afkomstig is – zou op een onweerstaanbare manier in ieders hart moeten zijn gegrift, van het ene eind van het universum tot het andere eind. En alle mensen die door dat broze en gevoelige orgaan op elkaar lijken, lijken eveneens op elkaar door het eerbewijs dat zij betonen aan de god, van wie zij dat hebben gekregen. Iedereen zou hem op dezelfde manier aanbidden of dienen en het zou net zo onmogelijk zijn om zo’n god niet te erkennen, als weerstand te bieden aan een zwak voor zijn eredienst. Wat zie ik in plaats daarvan overal in de wereld? Evenveel goden als landen, evenveel manieren om die goden te dienen als er hoofden zijn of verschillende denkbeelden. En die veelheid van meningen, waaruit het mij fysiek onmogelijk is te kiezen, zou dat dan, volgens jou, het werk van een rechtvaardige god zijn? Kom prediker, je beledigt je eigen god, door mij zo’n beeld van hem te schetsen. Ik kan hem maar beter helemaal ontkennen, want als hij bestaat, beledig ik hem door mijn ongelovigheid veel minder, dan jij dat doet door jouw godslasteringen. Kom tot bezinning, prediker, jouw Jezus is niet meer waard dan Mohammed, Mohammed niet meer dan Mozes en alledrie niet meer dan Confucius, die in ieder geval een aantal leefregels voorgeschreven, terwijl die drie anderen alleen maar wartaal hebben uitgeslagen. Maar al met al zijn al die lieden alleen maar bedriegers, met wie de filosoof de draak stak, die door het gepeupel zijn geloofd en die het gerecht had moeten laten ophangen. De priester: Dat heeft het helaas met een van de vier maar al te zeer gedaan. De stervende: Hij heeft dat het meest verdiend. Hij was een oproerkraaier, een onruststoker, een lasteraar, een bedrieger, een losbol, een onbehouwen grappenmaker en een gevaarlijke snoodaard, die de kunst verstond om het volk te belazeren en daarom in een koninkrijk, waar Jeruzalem destijds toebehoorde, strafbaar was. Het is dus heel verstandig geweest om zich van hem te ontdoen en dat is misschien het enige geval waarbij mijn, - overigens uiterst zachtaardige en verdraagzame, stelregels - de gestrengheid van Themis [ii] kunnen aanvaarden. Ik kan alle dwalingen verontschuldigen, behalve de dwalingen die gevaar kunnen opleveren voor de regering waaronder men leeft. Koningen en hun hoogheden zijn de enigen waar ik ontzag voor heb, die enigen die ik respecteer, en wie niet van zijn eigen koning en zijn eigen land houdt is niet waard dat hij leeft. De priester: Maar u geeft uiteindelijk toch wel toe dat er iets bestaat na dit leven? Het is onmogelijk dat uw geest niet af en toe die dichte duisternis die ons wacht heeft willen doorgronden. En welke leer kan uw geest meer voldoening hebben geschonken dan een met een veelheid aan straffen voor iemand die slecht leeft en een eeuwigheid aan beloningen voor wie goed leeft? De stervende: Welke leer, mijn vriend? die van het Niets. Die heeft mij nooit angst aangejaagd en ik zie daar niets anders dan troost en eenvoud in. Alle andere zijn het werk van hoogmoed, alleen de leer van het Niets is redelijk. Overigens is dat Niets noch afschuwelijk, noch absoluut. Zie ik niet onder mijn eigen ogen het voorbeeld van het voortdurend geboren en wedergeboren worden van de natuur? Niets vergaat, mijn vriend, en niets wordt vernietigd in deze wereld. Heden de mens, morgen de worm, overmorgen de vlieg. Is dat dan niet een doorlopend bestaan? En waarom wil je eigenlijk dat ik wordt beloond voor deugden, waar geen enkele eigen verdienste in schuilt, of wordt gestraft voor misdaden, die ik niet in de hand had? Kun je de goedheid van die zogenaamde god van jou rijmen met die leer en kan het zijn dat hij mij heeft willen schapen om zichzelf het plezier te gunnen om mij te straffen en dat louter als gevolg van een keuze waar hij mij zelf niet over heeft laten beslissen? De priester: Dat hebt u wel. De stervende: Ja, volgens jouw eigen vooroordelen. Maar de rede maakt die met de grond gelijk en de leer van de menselijke vrijheid is alleen maar bedacht dankzij die van de genade, die zo goed in jouw droombeelden past. Wie ter wereld zou, als hij ziet dat schavot en misdaad hand in hand gaan, een misdaad begaan als hij vrij zou zijn om dat niet te doen? Wij worden meegesleept door een onweerstaanbare kracht, en nooit zijn wij ook maar één ogenblik in staat om iets anders te kiezen, dan de kant waar wij naartoe worden aangetrokken. Er bestaat geen enkele deugd die niet voor de natuur noodzakelijk is en omgekeerd, geen enkele misdaad waar zij geen behoefte aan heeft. En de ene en de andere handhaaft zij in dat volmaakte evenwicht en daaruit bestaat haar hele kunde. Maar kunnen wij dan schuldig zijn aan de kant waar zij ons naartoe drijft? Niet meer dan de wesp die haar angel in jouw huid steekt. De priester: Wil dat dan zeggen dat de allergrootse misdaad ons geen angst kan inboezemen? De stervende: Dat zeg ik niet. Het is voldoende dat de wet die veroordeelt en dat het zwaard van de gerechtigheid die straft, zodat het ons afkeer of angst kan inboezemen. Maar zodra die misdaad helaas is begaan, moeten wij ons daarbij neerleggen en ons niet overgeven aan een vruchteloze wroeging. Dat haalt niets uit, omdat het ons daar niet voor heeft kunnen behoeden en zinloos omdat het niets goedmaakt. Het is dus dwaas om je daaraan over te geven en nog dwazer om bang te zijn dat je in die andere wereld wordt gestraft, als wij het geluk hebben gehad om uit deze wereld te ontsnappen. God weet best dat ik hiermee niet de misdaad wil bevorderen. Je moet die echt zo goed mogelijk proberen te vermijden, maar je kunt die alleen ontvluchten door je verstand te gebruiken en niet door onterechte angsten, die nergens toe leiden en waarvan het effect bij een beetje wilskrachtige geest meteen teniet wordt gedaan. De rede – mijn vriend, jazeker, de rede moet ons er helemaal alleen voor waarschuwen dat onze naasten schade berokkenen ons nooit gelukkig kan maken en ons hart, dat bijdragen aan hun geluk voor ons het allerhoogste is dat de natuur ons op deze aarde heeft geschonken. De hele menselijke moraal ligt besloten in die ene zin: de anderen even gelukkig maken als je zelf zou willen zijn en hen nooit meer kwaad te berokkenen dan je zelf zou willen dat je werd aangedaan. Dat, mijn vriend, dat is de enige leidraad die wij moeten volgen en je hebt geen enkele godsdienst of god nodig om dat naar waarde te schatten en te aanvaarden. Je hebt daar alleen een goed hart voor nodig. Maar ik voel dat ik zwakker wordt, prediker. Geef je vooroordelen op, wees mens, zonder vrees en zonder hoop. Laat ze maar, die goden en godsdiensten van je. Die zijn alleen maar goed om de mens het zwaard ter hand te laten nemen en alleen al het uitspreken van al die gruwelen heeft meer bloed op aarde doen vloeien dan alle andere oorlogen en plagen bij elkaar. Hou op met dat idee van een andere wereld. Die is er niet. Maar zie niet af van het genoegen om gelukkig te zijn en geluk te brengen in deze wereld. Dat is de enige manier die de natuur je biedt om je bestaan te verdiepen of te verbreden. Mijn vriend, wellust is altijd mijn kostbaarste bezit geweest. Ik heb die mijn leven lang bewierookt en ik wil wellustig sterven. Mijn einde nadert. Zes vrouwen, schoon als de dag, bevinden zich in de kamer hiernaast. Ik heb ze voor dit moment bewaard. Neem je deel en tracht naar mijn voorbeeld aan hun borst alle ijdele sofismen van het bijgeloof en alle stompzinnige dwalingen van de schijnheiligheid te vergeten. NOOT De stervende belde, de vrouwen kwamen binnen en de prediker werd in hun armen een door de natuur verdorven man, omdat hij niet had kunnen uitleggen wat een verdorven natuur was.warme groet Jeltje Met dank aan; Wouter van Eldik.
Abonneren op:
Posts (Atom)