dinsdag 22 januari 2013

De dorstige geest 1

We lijken te zijn geboren met een dorst, een smachtende hunkering naar al wat het leven te bieden heeft aan ontmoetingen en opwinding. Een neiging tot genot. Een terugkrabbelen voor pijn. De geest hunkert naar wat hij meent dat ons de ervaring van bevrediging zal geven, een gevoel van heelwording. Deze dorst noemen we begeerte. De dorst naar ervaringen doet denken aan het beeld van een persoon die in een woestijn rondstrompelt zonder water, smachtend naar bevrediging van zijn dorst. Telkens duikt, achter de volgende heuvel, de luchtspiegeling van de oase op. We zien de objecten van onze begeerte en rennen erop af, alles vergetend, in de overtuiging dat onze dorst dan tenslotte gelest zal worden. We rennen op de luchtspiegeling af, om alleen maar te ontdekken dat deze dorst niet definitief gelest kan worden. Elke begeerte is als een andere luchtspiegeling die vanachter de volgende heuvelrug naar ons lonkt. Iedere luchtspiegeling maakt onze dorst slechts groter, en scherpt onze begeerte alleen maar aan. We zien dat de bevrediging van onze begeerte er niet toe leidt dat die begeerte ook verdwijnt, maar het snijvlak ervan juist aanscherpt. Na verloop van tijd komen we net als de ronddolende figuur in de woestijn, tot de ontdekking dat de luchtspiegeling alleen maar een luchtspiegeling is. En toch, zelfs als we ontwaken uit deze droom, en zien dat blijvende bevrediging niet gezocht moet worden in het voortdurend aan verandering onderhevige bewustzijn, blijft de luchtspiegeling bestaan. Hoewel we er wel minder vaak naar toe rennen voor bevrediging. Wanneer we tenslotte de leegheid van dergelijke visioenen herkennen, klampen we, hoewel nog steeds begeerte zal opduiken in ons bewustzijn, ons er niet langer aan vast als de werkelijkheid. We beseffen dat onze dorst die luchtspiegeling creëert, en houden vast aan het gekozen pad zonder te vallen, zonder in dwaalwegen verstrikt te raken. Stephen Levine
Warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten