donderdag 15 november 2012

versplinterd

Als ons leven op z'n eind loopt, werpen we een terugblik op ons leven en vragen ons af hoe we in vredesnaam rustig kunnen doodgaan, als er zoveel dingen onafgemaakt zijn blijven liggen. We vragen ons met terzijdeschuiving van alle zelfprojecties in alle gemoede af wie we nou eigenlijk zijn. Het is net of we een versplinterd beeld van onszelf zijn geworden. We ervaren de wereld alsof we in een spiegel hebben gekeken waarop een grote steen is gevallen die hem in duizend kleine stukjes heeft doen barsten, zodat de wereld vanuit een eenvormige realiteit is geworden tot een versplinterde weerspiegeling van wat wij ons voorstellen dat er in werkelijk zou zijn. Als we naar die versplinterde realiteit kijken, merken we met afschuw op dat bepaalde stukken van het spiegelbeeld nou niet precies zijn wat we graag zouden willen zien of wat we zouden willen laten zien. "Ik wil niet dat iemand mijn lustgevoelens ziet. Die zou ik maar beter niet kunnen hebben. Dat mag eigenlijk niet. Niemand heeft zulke gekke gedachten als ik." Dus dat stukje halen we uit ons bewustzijn. "O, ik heb echt met mezelf te doen. Als ze eens wisten hoe erg het allemaal is! Maar dat weten ze gelukkig niet." En ook dat stukje wordt verwijderd. Je weet zelf maar al te goed dat die begerigheid, dat egoisme, die seksuele fantasieen, die naijver en die verwarring wel degelijk in jouw brein zitten. En die stukjes haal je ertussenuit. Omdat die stukken onaanvaardbaar zijn voor wat je denkt dat je eigenlijk zou moeten zijn. Stephen Levine
Warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten