woensdag 7 november 2012

Ontkenning van de dood afsluiting.

En toch ligt in het toegeven dat we sterfelijk zijn de sleutel tot het leven besloten. De confrontatie met de dood stemt ons op een heel diep niveau af op het leven dat we menen te zullen verliezen als ons lichaam het zal opgeven. Maar hoe zit het met het gevoel van aanwezigheid, van tegenwoordigheid dat we toch allemaal ervaren, met het tijdeloos zijn, dat geen begin schijnt te kennen en waarvan we het gevoel hebben dat het ook nooit zal eindigen? Wij kunnen ons alleen maar voorstellen dat we eens zullen sterven, omdat we geloven dat we ooit geboren zijn. Wij vertrouwen dat gevoel van eindeloosheid, van oneindigheid van binnen niet helemaal. Wij lijden omdat we ons vastklampen aan het idee van hoe het had kunnen zijn, hoe het eigenlijk had moeten zijn. Verdriet maakt deel uit van ons dagelijks bestaan. Maar het gebeurt maar zelden dat we die pijn in ons hart herkennen, die door iemand ooit is aangeduid als 'een diep wenen, een treuren om alles wat we hebben achtergelaten'. Een vriendin die terugblikte op de tijd toen ze vernam dat de kanker waaraan ze leed ongeneeslijk was, zei: "Ongeneeslijk betekende dat ik wel moest erkennen dat de dood bestond. Het betekende niet dat ik binnen het jaar zou sterven of dat ik ter plekke dood zou neervallen. Het betekende dat ik eindelijk moest erkennen dat ik überhaupt zou sterven." Het valt niet mee om in een maatschappij die gebaseerd is op materieel gewin, die zich volledig met het lichaam heeft geïdentificeerd die zoveel waarde hecht aan een goede gezondheid en die zo bang is voor de dood, te zien dat de dood iets natuurlijks is, dat deze zelfs noodzakelijk is voor de voortgang van het leven, zowel in de innerlijke als in de uiterlijke zin. Stephen Levine
Warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten