Onze tocht van kamer naar kamer was als het binnentreden van de ene
geest na de andere. De houdingen, voorkeuren en veronderstellingen van
een geheel leven kwamen tot uitdrukking in het scenario van deze laatste
dagen. De levensstijl van ieder was een voorbode van hun wijze van
sterven.
In een kamer lag een vrouw van wie het lichaam al duidelijk
was aangetast door kanker, met al haar diamanten ringen aan haar
verschrompelde vingers vastgeplakt. Op het nachtkastje foto's van haar
kinderen, gekleed in de ceremoniële kleding die ze droegen tijdens hun
afstuderen. "Hij is jurist, zij is natuurkundige". Met lipstick had ze
een fel-rode mond getekend waar nog slechts dunne lippen restten. Ze
droeg een pruik om haar kale hoofd, het resultaat van herhaalde
bestraling, te bedekken.
Zij was in haar leven een 'steunpilaar van de maatschappij' geweest,
een prototype van iemand die zo opgeslokt was door haar vele
activiteiten dat ze zichzelf nauwelijks de ruimte had gegund om adem te
halen, laat staan om te sterven.
Wanneer haar kinderen op bezoek
kwamen, schikte ze haar pruik in de juiste positie en bracht ze nog een
extra laag cosmetica aan. Toen haar gevraagd werd waarom ze haar
gevoelens niet wilde delen, zei ze: "Oh, dat heb ik nooit gedaan". Nog
steeds bewaarde ze een 'stiff upper lip'en hield ze haar hart voor
zichzelf gesloten. De pretentie in die kamer hield haar onderworpen aan
de dood.
Stephen Levine
Warme groet jeltje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten