maandag 20 mei 2013

Laat hij die zoekt, niet ophouden te zoeken totdat hij vindt en wanneer hij vindt, zal hij zich ontzetten en wanneer hij zich ontzet heeft, zal hij zich verwonderen en hij zal heersen over het Al'.

Wat zal hij zoeken? Wanneer en waar zal hij zoeken? Een koorddanser zal op het koord zijn evenwicht zoeken. Het is niet enkel een lichamelijk evenwicht, want ook zijn gemoed zal hij een geconcentreerde richting moeten geven. Ziel en lichaam zijn een. Zo zal de mens innerlijk het zwaartepunt van zijn lichaam zoeken en dit verbinden met het innerlijk evenwichtsgevoel. Hij zal niet over de wereld zoeken. Niet uit zijn huis gaan om te zoeken. Hij zal het zoeken moeten leren zoals men met een ontvangapparaat een bepaalde golflengte zoekt. Het is niet een intellectuele bezigheid. Het is een innerlijke bezigheid waarvan het doende zijn zich in de grootst mogelijke stilte en rust voltrekt. Het is een zoeken in zich, een innerlijk uitzien naar een subtiele stroom, aanvankelijk zo teer als het dwarrelen van een blaadje naar een rimpelloos watervlak. Het is een plaats in zich ledig houden en als men zich met aandacht tot die leegte wendt wordt ogenschijnlijk alles leeg. De grote leegte. Zoeken in de leegte. 'Van de leegte hangt het gebruik van het vat af. In het zoeken maak je het lichaam tot een vat, een vat vol stilte en kostelijke rust. Houd nooit op met zoeken. Houd altijd de plaats leeg in het gemoed als een zetel waar de vriend, de bruid of bruidegom intrek zal nemen. Dat zijn maar zinnebeeldige namen. Het is met de geliefde vergeleken, de aller-innigste, de aller-enige die het antwoord zwijgend met zich brengt in de ziel, zonder begoocheling, zonder zich op te dringen, zonder enige voorafgaande voorstelling of projectie van een persoonlijke wens. Het wordt genoemd de boodschapper, het wordt genoemd de middelaar, de vertrooster, zonder vorm of substantie. Zoek te allen tijde, hier en nu, altijd hier en nu, ook al is het dagelijks werk nog zo veeleisend en hebt ge veel met uw hoofd te werken of met uw handen of uw hele lichaam. Ken die reserve in u zelf. Dat terughouden, dat zich nooit helemaal voluit geven, omdat ge de ledige zetel in u in reserve hebt gehouden en daarin trouw zijt aan de enige en eeuwige geliefde. Wanneer hij vindt zal hij zich ontzetten. Natuurlijk zal hij zich ontzetten, het is immers onzegbaar, het is niet te weten dan alleen uit beleven, er zijn geen woorden voor als zich innerlijk het onsterfelijke, het oneindige, het grote, het ene leven aan hem openbaart, waardoor hij deel zich weet van het geheel. Dit is niet een theoretisch weten of het gevolg van een ijdele wens. Het is als een bliksem, als een tweesnijdend zwaard. Het is de ontmoeting, uniek, het moment der verlossing, het ontbonden zijn uit de stoffelijke verwikkelingen, het binnengaan van het Koninkrijk, het is alles in één moment. Het is de ontmoeting in zich met de zoon des mensen, het ogenblik waarop de tijd verslagen wordt. De zoon des mensen bezoekt de aardse mens maar kort. Het zal een ogenblik zijn waarop hij zich ontzet. Een ogenblik van duizend vrezen en duizend angsten, van alle vrezen en alle angsten die daarin vernietigd worden. In dat ene verblindende ogenblik zal aarde en hemel vergaan. In dit ene bliksemende ogenblik zal alle sterfelijkheid vernietigd worden en de aardse mens niet meer zijn dan alleen een dienaar van het grote leven. Door de inslag van het licht zal hij de dood beleven en het vergankelijke niet meer vast kunnen houden. De wereld zal verzwolgen zijn bij de komst van de mensenzoon. En hij zal in de mens tronen als de enige, de unieke, de volstrekte. Tegen het licht van zijn eeuwigheid zal de aarde in haar glans verbleken. Het leven van de vergankelijke mens zal vernietigd schijnen en nooit zal hij iets of iemand meer de zijne noemen. Alle andere liefde, sympathie en bekoring zal vreemd zijn aan die niet te benoemen ervaring. De mensenzoon zal voor eeuwig stilte gebieden aan het hart, en de ziel, evenals het denkvermogen, zal aan hem onderworpen zijn. De liefde van de mensenzoon is al-begrijpend, al-omvattend. In haar is niet de behoefte begrepen te worden noch omvat. Dit zou ook niet mogelijk zijn, want geen liefde is hoger, geen hart wijder, geen licht intenser dan van de mensenzoon. Indien hij komt kan de aardse mens niet over een voorrecht spreken, want menselijke maatstaven gelden niet voor hem. Als hij verschijnt is de mens als niets, als een ongeborene, als een die niet sterven kan, omdat hij nooit geboren is maar altijd is geweest. Barend van der meer. warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten