maandag 4 maart 2013

mark 1

Een vriendin van mij, verpleegster in een kinderziekenhuis, had de zorg voor een zes jaar oude jongen die al zes maanden in coma lag. Hij was niet langer aangesloten op de verschillende apparaten die zijn lichaamsfuncties in stand hielden, maar hij stierf niet. In plaats daarvan bleef hij bewegingloos liggen, en verviel tot een inert hoopje vlees van negentien pond, niet in staat tot leven, en niet in staat tot doodgaan.
Toen het zover was vonden zijn ouders het te pijnlijk om hem nog te zien, en ze kwamen niet meer op het bezoekuur. Niemand kon begrijpen waarom Mark het nog steeds volhield en waarom hij zich vastklampte aan het leven.
Op zekere dag besteedde deze verpleegster haar hele werkdag aan het verzorgen van Mark. Hoewel ze geen zichtbare reactie waarnam terwijl ze zachtjes tegen hem praatte, had ze toch het gevoel dat hij kon verstaan wat zij tegen hem zei. Haar hart, haar intuïtie zei haar dat het zo was.
Toen ze op het punt stond hem met wat huidcrème te masseren, wat ze wel vaker deed, besloot ze deze keer de crème op zijn handen te doen. En vervolgens begon ze met Marks handen in haar eigen handen, zijn lichaam te masseren, daarbij voortdurend tegen hem pratend: "Kijk eens naar dit lichaam. Het ziet er niet uit dat het jou nog veel langer kan dragen. Waarom klamp je je zo vast aan dit lichaam? Waarom laat je het niet gewoon los?" Ze draaide een muziekbandje waarvan ze dacht dat het kalmerend op hem zou werken en vertelde hem dat zijn lichaam als een cocon was, een cocon die hij binnenkort zou gaan verlaten om de vlinder te worden die hij eigenlijk altijd geweest was, om zo verder te leven.


Stephen Levine
Warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten