Mensen die leven in de totaliteit die ook de dood omvat schijnen veel
minder te lijden. Zij houden zich niet op een ziekelijke manier met de
dood bezig, maar staan in het lieflijke heden, en richten hun
levensenergie op ieder kostbaar moment dat hun nog rest. Ik heb mensen
gekend wier hele leven een voorbereiding vormde op de dood. Maar er zijn
maar heel weinig mensen die hun hart en hun geest diepgaand hebben
onderzocht als een volmaakte voorbereiding op wat er verder ook mag
komen, of dat nu de dood, ziekte, verdriet of vreugde is.
Wie is er
werkelijk op voorbereid om te sterven? Wie heeft zo volledig geleefd dat
hij zich niet bedreigd voelt door de voorstelling dat hij er niet meer
zal zijn? Want het is alleen maar ons eigen idee van de dood dat ons
angst aanjaagt. Het is het onbekende waar we voor terugdeinzen.
Hoe vaak lijken we niet op het mishandelde kind op de voorpagina van
de krant, dat door een medelijdende verpleegster de kamer wordt
uitgedragen, maar dat over haar schouder heen zijn handjes uitstrekt
naar zijn moeder en 'mamma, mamma' roept tegen de vrouw die door twee
politieagenten aan de andere kant van de kamer wordt vastgehouden,
gearresteerd omdat ze haar kind brandwonden heeft toegebracht en het de
botten heeft gebroken? Hoe veel mensen reiken niet vertwijfeld terug
naar de hel van het bekende in plaats van zich te durven openstellen
voor het onbekende met het geduld en de warmte die in ons eigen hart een
plaats scheppen voor onszelf en anderen?
Ik heb mensen ontmoet die door de dood volledig in het leven kwamen
te staan en daardoor gesterkt werden in hun overtuiging dat er iets is
dat gewoon doorgaat, iets dat niet kan worden aangeraakt door het
afsterven van het lichaam. Ik heb mensen die hun leven lang in angst
geleefd hadden met een nieuwe openheid het ogenblik van hun dood
tegemoet zien treden, waardoor ze een gevoel van volledigheid ervoeren
dat ze eerder nooit hadden gekend.
Ik heb aan het sterfbed gezeten
van mensen die door pijn en angst zo volkomen gesloten waren dat ze
zelfs geen afscheid konden nemen van de mensen die hun het meest
nastonden. Er bleef zoveel onuitgesproken en ongedaan dat alle
betrokkenen zich daardoor beroofd voelden van het contact dat ze zo
graag gewild hadden.
Ik heb ook mensen meegemaakt die uitriepen 'O
God, ik niet!' toen hun werd meegedeeld dat ze aan een ongeneeslijke
ziekte leden, maar die na enkele maanden van diepe inkeer rustig hun
ogen konden sluiten om op het moment dat ze werkelijk heengingen te
fluisteren: 'Lieve Here Jezus'.
Stephen Levine
Warme groet Jeltje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten