Onze pijn wordt voor een groot deel versterkt door onze omgeving die
niet wil dat we pijn lijden. Een heleboel mensen die ons zouden willen
helpen - doktoren, verpleegsters, familieleden, therapeuten - roepen
vanuit hun eigen angst voor pijn juist verzet op met opmerkingen als 'O
arme schat toch!' of met de manier waarop ze hun gezicht vertrekken,
waardoor de pijn van degene die ze willen helpen alleen nog maar erger
wordt.
Wie niets met pijn te maken wil hebben, wie pijn
onaanvaardbaar vindt, kan een ander nauwelijks de moed geven om direct
in die ervaring door te dringen, kan zelf niet de moed opbrengen om het
verzet en het vasthouden aan de pijn te doorbreken, waardoor het lijden
alleen maar groter wordt.
Pijn wordt door de meeste mensen behandeld als een ramp. Er zijn maar
weinig mensen die een diepgaand onderzoek naar die pijn zien als een
genade. Zoals iemand, nadat hij zich voor zijn pijn had opengesteld en
deze terdege had onderzocht, zei: 'Het is niet alleen de pijn in mijn
rugge graat, mijn hoofd of mijn botten, het zijn alle pijn uit mijn
leven, waaraan ik me heb proberen te onttrekken, waardoor ik me
gekerkerd voel. Doordat ik nu lig te kijken naar de pijn in mijn
lichaam, zie ik hoe weinig ruimte ik heb gegeven aan de pijn die ik in
mijn leven, in mijn geest heb ervaren.'
Stephen Levine
Geen opmerkingen:
Een reactie posten