dinsdag 22 november 2011

Barend van der meer/ het Woord.

Beste lezer,

Zo nu en dan zal ik een stukje van Barend plaatsen.
Als het je niet raakt, laat het gewoon liggen,heeft het wel iets te zeggen, neem het met beide handen aan als een kleine wegwijzer op je weg.

Wie de verklaring van deze woorden zal vinden, zal de dood niet smaken.

De dood belemmert het licht.
Dood is duisternis, afwezigheid, verstarring, dichtheid. Hardheid des gemoeds. Het licht is in het woord. De verklaring van het woord maakt het woord tot open venster waar het licht doorheen gaat schijnen. Eerst een weinig, dan al sterker en sterker. In het woord is het licht en het licht is het leven der mensen. De mens die het licht door de woorden ziet schijnen weet dat het zijn innerlijk licht is dat hem door het woord tegemoet straalt. Het licht doet het gesloten woord open gaan.
Het woord is als een sleutel van de ziel. Er zijn woorden die de ziel openen. Dan schijnt het licht, verborgen in de mens, door het woord die mens tegemoet. Het is het licht van zijn eeuwigheid, zijn onsterfelijkheid.

In de mens is het licht der onsterfelijkheid verborgen, het verborgen vuur. Hij is geworteld in vuur. Zijn vuur is licht uit oerlicht. Vuur uit oer-vuur. God is een brandend vuur. Het heeft een stem, de stem is een woord dat zich zelf spreekt. De verklaring der woorden is de stem horen die zich zelf spreekt. De stem uit het vuur, uit het oerlicht, stroomt door het woord tot de mens. Dat is verlichting van het woord. Het helder worden van het woord. Klaar en helder. Daarin is de dood niet. Als het woord in de mens verklaard wordt, wordt de dood doorzichtig. Hij wordt onwerkelijk en lost op.

Niet het lichaam lost op, maar de voorstelling in het lichaam dat de mens enkel iets lichamelijks zou zijn, alleen uiterlijke gedaante. In het licht van het woord is er geen gehechtheid aan het lichamelijke.
Als de kraan geopend is, stroomt het water door de kraan. Het water laat zich niet binden door de kraan, komt alleen maar in de speciale vorm van de leiding tevoorschijn. De uitmonding is rond, vierkant, sproeiend, fijn, vol geweld enz. Zoals het licht in een donkere kamer valt of er helemaal doorheen kan schijnen. Het woord wordt uitdrukking en gestalte van het innerlijke woord.

Achter het gesproken woord woont het ongesproken woord. Achter het geopenbaarde licht, het ongeopenbaarde licht. Woord achter woord, licht achter licht, hart achter hart.
Er is teveel dood in de mens dan dat hij het rechtstreekse licht uit de oer-bron zou kunnen verdragen. Daarom moet hij de dood geleidelijk leren vernietigen opdat zijn ziel, die de zin van het lichaam is, hem uit de centrale kracht verheldert en verlicht. Het vlees is de dood, het lijk, en zal steeds schaduwen in de ziel blijven werpen. De overwinning van de dood ligt dan ook alleen in de doorbraak van het licht, zoals we zouden zeggen dat het water dat de dijk doorbroken heeft daar de dijk heeft overwonnen. De dood niet smaken, zal dan betekenen in het bewustzijn deel krijgen aan het onvergankelijke leven, het leven dat hetzelfde is voor de poort van de dood als daarachter. De ziel ademt dan in het zelfde licht.

Barend van der Meer

3 opmerkingen: