De ouderdom hoeft u niet te verontrusten. Als hij komt, het lichaam zwakker wordt en de fysieke sluiers dunner worden, zal iemand die op de juiste wijze heeft geleefd, die een zuiver leven heeft geleid en hoogstaande gedachten heeft gekoesterd, zien en al ziende weten. Zijn visie dringt door tot achter de sluiers van de stof, want langzaamaan raakt hij bekend met de mysteries achter de sluier die de mensen de dood noemen.
Gedurende zekere tijd en afhankelijk van de lengte van de periode die aan de dood voorafgaat, trekt de ziel zich uit het oud geworden lichaam terug. Dit verklaart de toename van de zogenaamde symptomen en lichamelijke verschijnselen van het ouder worden, van de ouderdom. Maar dit zich terugtrekken van de ziel verloopt in normale gevallen vredig en rustig en is de door de natuur gevolgde weg om de dood als een stille zegen van vrede en harmonie te laten komen.
Dood is geboorte, geboorte; en in plaats van de pijnlijke scheiding bij de dood van jongeren, komt de dood voor de ouderen onder ons vredig en rustig; als een barmhartige engel treedt ze stilletjes hun wezen binnen en maakt de banden los die de ziel aan haar voertuig van vlees binden; en het heengaan is even rustig en zacht als de komst van de schemering vóór de nacht; het is een weldadige slaap.
Ieder mens kan een moeilijke ouderdom voorkomen, of tenminste de lasten ervan aanmerkelijk verlichten; dat kunt u bereiken door een goed leven te leiden, door in uw hogere zelf te leven in plaats van de behoeften en begeerten van uw lichaam te idealiseren. De ouderdom komt dan ongemerkt, brengt zegeningen met zich en een toename van alle hogere vermogens en krachten, zodat de naderende ouderdom is vervuld van harmonieën uit een andere wereld en van schoonheid door visioenen van waarheid en heerlijkheid.
Ouderdom is een zegen als het voorafgaande leven goed is geweest. Hij brengt dingen met zich die anders onbereikbaar zijn, zoals een uitbreiding van bewustzijn waarvan de jeugd geen vermoeden heeft. Hij brengt een groter verstandelijk vermogen met zich, dat door zijn diepgang niet wordt begrepen door de onvolwassene, de jongere, de man van middelbare leeftijd, die het daarom toeschrijft aan vage generalisaties van grootvader. In zulke omstandigheden staat grootvader dichter bij de waarheid en ziet hij meer dan het nog ongeopende oog van de jeugd. Een mooie ouderdom schenkt verruiming van ziel, niet alleen van het verstand, maar van het geestelijke bewustzijn en de daarbijbehorende visie.
Soms echter, wanneer grofstoffelijke begeerten het leven hebben beheerst, wanneer de banden die de ziel met het lichaam verenigen als het ware aan het fysieke voertuig zijn geklonken door het toegeven aan grove aandriften, dan is de dood zelfs op de oude dag pijnlijk; want de ziel heeft zich niet op een natuurlijke manier teruggetrokken, of tenminste niet in belangrijke mate, en ook is de bereikte leeftijd niet zo hoog wanneer de dood tenslotte komt.
De ouderdom is niet iets om bang voor te zijn. Het is een zegen. Het is de schoonheid, gezien als door een sluier, van het leven daarachter, het hogere leven, het leven waarin het hogere incarnerende ego leeft, in letterlijke zin. Een afspiegeling – zoals komende gebeurtenissen hun schaduwen vooruitwerpen, een afspiegeling van de komende luister – zó is een mooie ouderdom.
Bron: Levensvragen, G. de Purucker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten