Meisje van 84
Het is al bijna het einde van de avonddienst als de bel gaat. Als ik de kamer binnenkom, kijken twee verbaasde ogen me aan. De ogen van een kind.
‘Wie ben jij?’ vraagt ze.
‘Ik ben Willem’, zeg ik.
‘Wat kom je doen?’
‘Je hebt gebeld,’
‘Oh, wat heb ik dan gedaan?’
‘Op de bel gedrukt’, zeg ik.
Ze kijkt afwezig naar de deurknop die ze vasthoudt. Dan kijkt ze weer op en wijst naar de foto’s op haar nachtkastje.
‘Daar zijn mijn ouders en daar, dat is mijn man.’
‘Dus je ouders en je man zijn hier bij je?’
‘Ja’, zegt ze vrolijk, ‘die zijn hier bij me’.
‘Wie ben jij eigenlijk?’
‘Ik ben Willem.’
‘En wat doe jij hier?’
‘Ik ben vrijwilliger en ik ben hier om voor je te zorgen.’
‘Moet dat dan?, vraagt ze.
‘Ja, dat is nodig, een beetje voor je zorgen.’
‘Het zal wel, ik vind het best.’
‘Ga maar weer lekker slapen.’
‘Ja’, zegt ze, dat is een goed idee. 'Maar waarom eigenlijk?', voegt ze er aan toe.
‘Omdat het nacht is en ‘s nachts slapen we.’
‘Het zal wel, ik snap er niks meer van. Maar ik ben wel vrolijk’, zegt ze.
‘Inderdaad’, zeg ik, ‘je bent altijd vrolijk.’
‘Ja’, zegt ze met stralende ogen.
Het is mooi om te zien. Kinderlijk mooi. Ik moet lachen.
‘Waarom sta je te lachen?’
‘Omdat ik het gezellig vind.’
‘Ja’, zegt ze, ‘dat vind ik ook.’
Haar ogen dwalen weer naar de foto’s. Haar ouders en haar man. Die zijn nog bij haar. Ik besef dat dat haar enige houvast nog is, haar enige herkenningspunt. Ik schuif de foto’s wat naderbij.
‘Dat zijn mijn ouders en dat is mijn man Kees’, zegt ze weer.
‘Zullen we dan maar gaan slapen?’
Ga jij dan ook slapen?
‘Ja hoor, voor mij wordt het ook bedtijd’.
‘Oh, nou, ik vind het best hoor, laten we maar gaan slapen.’
Ik geef haar een hand, een high five. Haar ogen lachen. Ik doe het licht uit.
’Welterusten’, zeg ik.
‘Ja hoor, welterusten.’
Ik loop de kamer uit. De kamer van een vrolijk meisje. Een meisje van 84.
Willem de Vreede
Uit: Leven op een zandkorrel
www.willemdevreede.nl
Warme groet Jeltje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten