dinsdag 24 december 2013

wat wil ik met Liefde

WAT WIL IK MET LIEFDE? Het heeft mij enorm geholpen me af te vragen wat ik aan het einde van mijn leven, voor ik mijn laatste adem geef, wil kunnen zeggen. Een vraag die ik vervolgens ook vaak aanbevolen heb aan deelnemers van mijn lezingen en seminars. Ik heb daarin veel ontroering en inzicht beleefd en zien ontwaken. Vroeg of laat komt dit moment van ons afscheid. Wat telt er dan? Dan telt het dat er geliefden om ons heen staan die van ons houden en van wie wij houden, dat we geleefd hebben en liefgehad. Die Liefde maakt dat wij eerder willen dienen dan verdienen. Die Liefde maakt het mogelijk om de moed te vinden eenzaam te zijn in de verantwoordelijkheid die wij voor ons eigen leven nemen. Die Liefde bepaalt de wijze waarop wij deel uitmaken van de samenheid van mensen en wezens op deze ene planeet in dit oneindige universum. Het is goed mogelijk dat de mensen die ik ontmoet tot een select gezelschap horen en dat hun laatste woorden daarom allemaal over welzijn gaan en nooit over welvaart, maar dat geloof ik niet. Ik denk dat het in onze ziel en in ons hart besloten ligt om te zorgen voor ons welzijn en dat van onze omgeving. Ons geluk draait om Shakespeares befaamde vaststelling: 'To be or not to be, that is the question!' Er Zijn betekent in verbinding zijn, in letterlijke betekenis betekent dit: religieus zijn. Door de eeuwen heen hebben profeten, mystici en wijzen in alle toonaarden aangegeven dat de schepping voortkomt uit Liefde en dat wij bedoeld zijn bewust terug te keren naar de bron van alle bestaan. Een bron waar wij deel van zijn. Hoe dichter wij bij het motief van de schepping zijn, hoe dichter wij bij het motief van onze aanwezigheid in dit bestaan zijn en daarmee bij onze unieke individuele betekenis. Daar ligt ons thuiskomen, onze vrede, ons geluk. Marcel Derkse
warme groet jeltje

woensdag 18 december 2013

oorspronkelijk

Wanneer we onze oude gedachten, waarnemingen, modellen en concepten beginnen los te laten, lost de hele wereld op en verschijnt tegelijk van moment tot moment een nieuwe wereld op het projectiescherm van het bewustzijn. Niet langer de oude versleten film waaraan we gewend zijn geraakt, die slecht gelijkende kopie van de waarheid. En hoewel we in eerste instantie het verlies ervan, het verlies van het vertrouwde betreuren, laten we de bedrieglijke veiligheid en de pijn die ons veronderstelde territorium van 'ons' lichaam en 'onze' geest bepaalden los. En naarmate we meer en meer loslaten en openstaan voor het 'ik weet het niet', verschijnt het nieuwe aan de horizon - niet langer zijn of worden we iets of iemand, we hebben eenvoudigweg deel aan de totaliteit van het Zijn. Wanneer we alles waarvan we veronderstelden dat wij dat waren laten sterven, zien we alles in zijn wezenlijke, vergankelijke natuur. We ervaren de oppervlakkigheid van het afgescheiden zelf waaraan we ons zolang vastgeklampt hebben. We herkennen de ware aard van deze droom-gelijke gescheidenheid en beseffen dat er in werkelijkheid niet iemand is die sterf, dat het alleen de illusie van een afgescheiden identiteit is die keer op keer herboren wordt. Wanneer dan eenzaamheid, onzekerheid of angst zich aandient, herkennen we die als de projecties die ons van incarnatie tot incarnatie hebben gevoerd. We zien het komen en gaan van de dingen. Dan respecteren we de dood van het fysieke lichaam als een uitgelezen gelegenheid om de relativiteit van alles wat we veronderstelden solide te zijn te herkennen. Te herkennen dat wij niet dat lichaam en die geest die we meenden te zijn, zijn. Niet langer vechten lichaam en geest om zichzelf te beschermen. Onze permanente strijd voor bevrediging creert en bevestigt een persoonlijke identiteit immer op zoek naar bevrediging. Het loslaten van die identiteit opent de blik voor onze onderliggende natuur, de diepgaande bevrediging van niemand te zijn, niemand die behoefte heeft aan welke bescherming ook. Stephen Levine
warme groet Jeltje

woensdag 11 december 2013

geen spoor nalaten

Wanneer we de overvloed aan spirituele literatuur beschouwen, de biografieën van heiligen, de aan het sterven gewijde spreuken uit de Zen-traditie, de verhalen van Roshi's met hun onuitputtelijke humor en het gemak waarmee zij stierven, zien we keer op keer voorbeelden van mensen die 'bewust' stierven, hun lichaam in eerbied hielden maar er geen moeite mee hadden het achter zich te laten, die hun zaken van moment tot moment al op orde hadden gesteld; die zoals Suzuki-roshi het omschreef: "Hun leven leefden zonder een spoor na te laten." Het is dit 'geen spoor nalaten', het afhandelen van alles op het moment dat het opduikt, dat het mogelijk maakt het lichaam te verlaten of iedere nacht te gaan slapen met dezelfde gelijkmoedigheid en in de wetenschap dat er niets te doen valt, dat er niets is dat niet gedaan is? Hierop aan sluit een andere uitspraak van Suzuki-roshi: "Zelfs als de zon in het westen zou opkomen, kent de bodhisattva (de wijze die zich dienstbaar opstelt jegens allen) slechts één weg." Basho, de grote Japanse dichter, schreef: "Van de vroegste tijd af was het de gewoonte om een doodslied achter te laten en misschien zou ik hetzelfde moeten doen. Maar ieder ogenblik van het leven is het laatste, ieder gedicht is een doodslied! Waarom zou ik er dan op dit moment een schrijven? In deze, mijn laatste uren heb ik geen gedicht." Precies als toen meester Ta-kuan stierf en zijn leerlingen hem vroegen een laatste gedicht te schrijven en hij weigerde. Toen zij er op aan bleven dringen, schreef hij het Japanse karakter voor 'droom' neer, en stierf het volgende moment. Wanneer we zulke verhalen horen, zijn we bang dat wij deze mate van bewustwording, deze ruimte om binnen te kunnen sterven, nooit zullen kunnen realiseren, maar dat is niet wat ik om me heen gezien heb. en zie. Vaak brengt juist de dood het beste in ons naar boven. Bij velen komt een levenslang hunkeren naar de waarheid op dat moment naar buiten. Stephen Levine
warme groet Jeltje