donderdag 16 februari 2017

Overpeinzingen, Mar cus Aurelius Antoninus

overpeinzingen: 14. Zelfs indien het uw bestemming is om drie-duizend jaar te leven, of zelfs dertigduizend jaar, blijf u dan evenwel herinneren dat niemand een ander leven verliest dan dat wat hij op dat moment heeft. Het langste leven komt dus op hetzelfde neer als het kortste. Want het moment van nu is voor allen gelijk en wat we verliezen is niet van ons; het blijkt dus een zeer kort moment te zijn waarvan wij afstand doen. Niemand immers kanvan het verleden of van de toekomst afstand doen. Want hoe kan iemand verliezen wat hij niet bezit? Wij moeten dus deze twee dingen in gedachten houden: Het ene is dat alles er in de eeuwigheid hetzelfde uitziet en zich steeds herhaalt en dat het dus niet uitmaakt of iemand de dingen ziet in een tijdvak van honderd jaar, van tweehonderd jaar of in de oneindigheid. Het andere is dat zowel hij die zeer lang leeft als hij die zeer jong sterft, beiden van hetzelfde afstand doen. Een mens kan slechts van het heden beroofd worden, want dat is het enige wat hij bezit; wat hij niet bezit, kan hij niet verliezen.
Warme groet Jeltje

2 opmerkingen: