maandag 6 juli 2015

een woord tijdens de crematie 2

Vrienden, Het zal voor velen van u een schok geweest zijn, dat X zo jong, naar onze begrippen, afscheid moest nemen van het aardse leven. Er zullen er echter ook onder u zijn, die verder zie dan dit leven en begrijpen dat heden — verleden — en toekomst een groot geheel zijn waarin een mensenleven niets dan een stofje is. Zij, die in de laatste twee jaar gesprekken met X hebben gehad zullen weten dat het goed is zoals het nu gegaan is. X was geen mens voor lijden en strijden — hij hield van het schone en ook van het voorbijgaande. In de laatste jaren, heeft hij veel geleerd — veel van wat hij innerlijke verborg dan wel wegdrong kwam naar boven en hij werd — in zijn eigen woorden — innerlijk rijper en wijzer dan hij ooit was geweest. Did deed hem goed. Hij voelde zijn groei en bemerkte dat het leven dieper e rijker werd in geestelijk opzicht. Velen hebben van zijn ziekbed enorm geleerd — daarin heeft hij ons allen goed gedaan — het is — hoewel onbewust — zijn verdienste geweest dat hij degenen die nauw bij zijn ziele-roerselen werden betrokken nieuwe inzichten schonk en een aanleiding werd over de werkelijke belangrijke dingen in dit leven na te denken. Niets gebeurt ooit voor niets. Wij krijgen ervaringen als levenslessen en het is aan ons daarvan te leren. Het is onze vrije keuze die lessen te accepteren, te doorgronden of te verwerpen. Wij nemen — ieder op onze eigen manier — afscheid van een persoon die we, vrijwel allen, anders hebben leren kennen dan tijdens haar vrolijke levensstijl. Zelf leerde hij snel middels harde ervaringen — maar hij bemerkte dat hij rijper werd en daarvoor was hij erkentelijk. Dit afscheid is voor hem niet pijnlijk — hij weet dat hij — en vooral nu — een gelukkiger leven binnen is gegaan omringd door degenen van wie hij hield, zoals zijn grootvader. Er is geen reden voor medelijden, er is wel een reden voor vreugde, terwille van hem. Een aards mens denkt veelal aan zichzelf, aan datgene wat hij zou wensen en willen — maar de wensen van aardse mens zijn egocentrisch en vooral kortzichtig. In dit kort tijdsbestek dat wij "leven" noemen zijn wij vaak aan elkander voorbijgaande schepen waarvan wij de lading niet kennen. Ook X verborg veel — hij was ondoorgrondelijk met een glimlach — en als hij bemerkt dat iets moeilijk werd — of dat hij op onbegrip stuitte trok hij zich terug in zichzelf. Doordat hij vrij veel moeilijke ervaringen had trok hij zich eigenlijk teveel terug in zichzelf — het was als een vlucht voor spanning en pijn. Het is een voorrecht dat hij dit het laatste jaar niet meer heeft moeten doen — hij legde zijn hart meer en meer bloot en voelde dit als een bevrijding. Grotendeels doorgegeven door angst kwelde hij zichzelf met problemen die in werkelijkheid niet bestonden — en zo ontmoet ieder mens zichzelf in de periode waarin hij wordt getest. Het kan een prettige dan wel een onaangename verrassing worden. X's weten is gegroeid, het borrelde op uit een kennis die hij had verdrongen en die ontdekking was voor hem een wonder. Natuurlijk is zijn verscheiden voor ons allen een verlies — maar kan dat verlies de vreugde om het nu bestaande geluk van X verdringen? X's angsten zijn verdwenen — zijn gevoel van tekortkomen is weg — zijn vrede om het weerzie met geliefden en ook met helpers is er voor in de plaats gekomen. Laten wij — tenminste proberen — nadat wij onze emoties hebben doorgrond en hebben geuit — vrede te hebben met de situatie. Het is goed — zoals het nu is — niettegenstaande de leegte die hij achterlaat. Een "leegte" is slechts een uiterlijke emotie — maar velen van ons weten dat dit slechts schijn is — onze aardse zintuigen bemerken hem niet meer maar hij zal — indien we er behoeft aan hebben — er zijn om ons te troosten, ons zijn geluk uit te leggen, ons zijn vrede door te geven. Hij wist dat wij hem zouden begrijpen — en dat wij zijn verscheiden zouden accepteren zoals het is: een overgaan naar een land waar we eens allen heen zullen gaan. Het is dus geen eeuwig afscheid — vroeg of laat zullen wij hem weer ontmoeten en dan zullen we — beter dan nu — begrijpen wat hij ervaart Daarom ook hebben wij verzocht het straks volgende lied te laten spelen — niet omdat hij of wij hangen aan platgetreden woorden — maar omdat het is zoals het is: X's handen worden nu met kracht omvat en hij zal rust kennen — en licht — en pijnloosheid en moed voor een hernieuwd begin zal haar worden overgedragen. Daarom: laten wij — als de kist daalt — denken: tot ziens X, nu was het jouw beurt, straks de onze. Mogen wij dan allen zo gelukkig zijn als zij nu is. Tot ziens X.
Warme groet Jeltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten